Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2009

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ

Het College voor zorgverzekeringen,

Gelet op artikel 91, derde lid van de Wet financiering sociale verzekeringen, alsmede artikel 4.2., artikel 4.4., zesde lid en artikel 4.8. van het Besluit Wfsv;

Heeft in zijn vergadering van 8 december 2005 besloten:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. het jaar t: het kalenderjaar waarop de uitkering betrekking heeft;

    • b. het jaar t + 1: het op het jaar t volgende kalenderjaar.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De zorgverzekeraars, bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, ontvangen voorschotten op de uitkeringen die zij ingevolge artikel 91, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen van het College voor zorgverzekeringen ontvangen en die het college uitkeert op grond van artikel 4.2. en artikel 4.4., zesde lid van het Besluit Wfsv voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen respectievelijk voor beheerskosten. De voorschotten ingevolge deze regeling betreffen alleen de uitkeringen die rechtstreeks aan hen worden uitbetaald.

§ 2. De voorschotten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Het College voor zorgverzekeringen stelt de voorschotten, bedoeld in artikel 2 voor de zorgverzekeraars vast.

  • 2 De voorschotten bedragen, behoudens afrondingsverschillen, ten hoogste het voor de zorgverzekeraars voor het jaar t vastgestelde budget beheerskosten ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

  • 3 Voor eventuele kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten die de zorgverzekeraar zelf rechtstreeks betaalt, kan het College voor zorgverzekeringen ambtshalve of op verzoek een bedrag vaststellen waarmee het voorschot per de daarbij te bepalen datum wordt verhoogd. Bij deze vaststelling wordt uitgegaan van het verschil tussen de som van de kosten van verstrekkingen en vergoedingen, zoals het college die ingevolge artikel 56 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten per kwartaal of per jaar voor het jaar t opvraagt en de som van de opbrengsten van verhaal in het kader van de bijzondere ziektekostenverzekering en de opbrengsten van eigen bijdragen in het kader van de bijzondere ziektekostenverzekering, op basis van de actuele gegevens van minimaal een kwartaal. Voor zover de opbrengsten de kosten overstijgen, vindt paragraaf 3 van deze regeling toepassing.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De betaling van het voorschot, bedoeld in artikel 3, tweede lid, geschiedt in twaalf maandelijkse gelijke termijnen en vangt aan in de maand februari van het jaar t met als betaaldag de eerste werkdag van de maand.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan het College voor zorgverzekeringen een voorschot dat minder dan 3.000 euro bedraagt, in één termijn betalen, met als betaaldag de eerste werkdag van de maand juli van het jaar t.

  • 3 Voor een zorgverzekeraar, die zich na 1 januari van het jaar t bij het College van toezicht op de zorgverzekeringen meldt op grond van artikel 33 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, kan van het eerste en tweede lid worden afgeweken.

§ 3. Afstorting overschotten AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Voor zover in enig kwartaal de opbrengsten van verhaal en van eigen bijdragen, bedoeld in artikel 3, derde lid, de kosten van de daarbedoelde verstrekkingen en vergoedingen die de zorgverzekeraar maakt ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten overstijgen, stort de zorgverzekeraar het overschot per kwartaal in dat fonds af met valuta de eerste werkdag van de maand volgend op de kwartaalverslagperiode waarover de zorgverzekeraar aan het College voor zorgverzekeringen moet rapporteren.

  • 2 Het centraal administratiekantoor stort de opbrengsten van bijdragen voor zorg zonder verblijf wekelijks in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten af. De afstorting geschiedt met valuta de tweede werkdag van de eerstvolgende week na de week waarin de opbrengsten zijn ontvangen.

§ 4. Voorlopige vaststelling en voorlopige betaling van de uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Op de eerste werkdag in augustus van het jaar t+1 vindt een voorlopige vaststelling plaats van de uitkering voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen en voor beheerskosten ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten uitgegaan van de som van:

    • a. het saldo van de kosten van verstrekkingen en vergoedingen die de zorgverzekeraar aan het College voor zorgverzekeringen voor het jaar t opgeeft;

    • b. de opbrengsten van verhaal in het kader van de bijzondere ziektekostenverzekering;

    • c. de opbrengsten van eigen bijdragen in het kader van de bijzondere ziektekostenverzekering;

    • d. de overschotten die de zorgverzekeraar ingevolge artikel 5 in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten heeft afgestort;

    • e. de rente over de overschotten als bedoeld onder d, die de zorgverzekeraar verantwoordt in zijn opgave aan het College voor zorgverzekeringen op grond van artikel 56 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

  • 3 Op de som genoemd in het tweede lid worden de voorschotten die het college ingevolge artikel 3, derde lid aan de zorgverzekeraar heeft verstrekt in mindering gebracht.

  • 4 Voor de toepassing van het eerste lid met betrekking tot de beheerskosten ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten stelt het College voor zorgverzekeringen de uitkering van de budgetten beheerskosten op voorlopige basis vast in afwachting van een beoordeling van de verzekerdenstanden en andere van belang zijnde gegevens door het College van toezicht op de zorgverzekeringen. De verschillen tussen deze budgetten en de verleende voorschotten worden verrekend. Indien toepassing van de vorige leden in totaal een positief saldo voor de zorgverzekeraar oplevert, wordt dat saldo op de eerste werkdag in augustus van het jaar t + 1 ineens aan de zorgverzekeraar betaald behoudens een eventuele verrekening met een vordering van het College voor zorgverzekeringen op de zorgverzekeraar. Indien de verschillen met de voorschotten in totaal een negatief saldo voor de zorgverzekeraar opleveren, wordt dat saldo op de eerste werkdag in augustus van het jaar t + 1 ineens door de desbetreffende zorgverzekeraar aan het College voor zorgverzekeringen betaald, respectievelijk terugbetaald, behoudens voor zover het college het bedrag heeft verrekend met enig voorschot of enige uitkering aan de zorgverzekeraar.

§ 5. Definitieve vaststelling en definitieve betaling van de uitkering

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij de vaststelling van de uitkering voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen en voor beheerskosten ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten worden de verschillen tussen de bedragen waarvan bij de voorlopige vaststelling van de uitkering werd uitgegaan en de vastgestelde uitkering ingeval van een positief saldo voor de zorgverzekeraar door het College voor zorgverzekeringen aan de zorgverzekeraar uitbetaald. Indien de verschillen bedoeld in de vorige volzin tot een negatief saldo leiden betaalt de zorgverzekeraar het verschil aan het college terug.

§ 6. Rentevergoeding

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Bij de betaling van de voorlopig vastgestelde en de vastgestelde uitkering voor beheerskosten houdt het College voor zorgverzekeringen rekening met rente over te hoog of te laag betaalde voorschotten op de voorlopige vastgestelde en vastgestelde uitkering.

  • 2 De zorgverzekeraar en het College voor zorgverzekeringen zijn over en weer rente verschuldigd en hebben over en weer aanspraak op rente over de nog resterende verschillen van de betaling bij de voorlopige vaststelling en de definitieve vaststelling van het budget beheerskosten.

  • 3 De zorgverzekeraar is aan het College voor zorgverzekeringen rente verschuldigd over de voorschotten op kosten verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, als bedoeld in artikel 3, derde lid, voorzover het voorschot de werkelijke kosten van verstrekkingen en vergoedingen, die de zorgverzekeraar aan het College voor zorgverzekeringen voor het jaar t opgeeft, overschrijdt.

  • 4 De zorgverzekeraar is aan het College voor zorgverzekeringen rente verschuldigd over een aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten af te storten overschot, als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 5 De rente, bedoeld in de voorgaande leden wordt bij de voorlopige en definitieve vaststelling van de uitkering door het College voor zorgverzekeringen verwerkt en zo mogelijk verrekend met andere betalingen die uit deze vaststellingen voortvloeien.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De rente wordt voor de desbetreffende onderdelen over de navolgende periode berekend:

    • a. Voor beheerskosten ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vanaf 1 juli van het jaar t tot de datum waarop de verschillen worden vastgesteld.

    • b. Voor het verschil tussen de voorschotten en de werkelijke kosten van verstrekkingen en vergoedingen, als bedoeld in artikel 8, derde lid: vanaf de betaaldatum van het voorschot tot de datum waarop het College voor zorgverzekeringen de uitkering voorlopig vaststelt.

    • c. Voor de ingevolge artikel 5 af te storten overschotten: vanaf de datum waarop het overschot ontstaat tot de datum waarop de afstorting plaatsvindt of, bij achterwege blijven daarvan, tot de datum van vaststelling.

    • d. Voor een zorgverzekeraar, waarvoor krachtens artikel 4, derde lid, een afwijkende bevoorschotting heeft plaatsgevonden, wordt de toepassing van hetgeen hiervóór in de onderdelen a, b en c is bepaald, aan die bevoorschotting aangepast.

  • 2 Voor het rentepercentage wordt uitgegaan van het gemiddelde van de maandrentes van het Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) voor driemaands termijngelden zonder onderpand over de onderscheiden periodes, bedoeld in het eerste lid. Voor de laatste kalendermaand vóór de betaling wordt uitgegaan van de rente over de voorafgaande kalendermaand. Het percentage wordt voor de in het eerste lid, onder a en b bedoelde kosten verhoogd met 0,3 procentpunt bij aan de zorgverzekeraar te betalen verschillen. Het percentage wordt voor de in het eerste lid, onder a, b en c bedoelde kosten verlaagd met 0,3 procentpunt bij door de zorgverzekeraar te betalen verschillen. Voor de in het eerste lid, onder c, bedoelde af te storten overschotten wordt het percentage verminderd met 0,3 procentpunt, met dien verstande dat voorzover en voorzolang de zorgverzekeraar met de afstorting in verzuim is, vanaf de datum van verzuim het percentage wordt vermeerderd met 0,3 procentpunt.

  • 3 De rente betreft een samengestelde rente en wordt op maandbasis berekend.

    Bij de berekening wordt een maand op 30 en een jaar op 360 dagen gesteld.

  • 4 Verschillen met een eerdere vaststelling worden verrekend.

  • 5 Indien de situatie zich voordoet dat het in deze paragraaf bedoelde Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) niet meer kan worden toegepast, zal een zoveel als mogelijk overeenkomstig tarief worden gehanteerd.

§ 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Op de bevoorschotting van uitkeringen ingevolge artikel 91 van de Wet financiering sociale verzekeringen over kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar waarover deze regeling voor de eerste maal van toepassing is, blijft de regeling van het College voor zorgverzekeringen of zijn rechtsvoorganger die voor de inwerkingtreding van deze regeling voor het desbetreffende kalenderjaar zoals die luidde op 31 december 2005.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ.

Voorzitter

,

J.S.J. Hillen

Algemeen Directeur

,

P.C. Hermans

Naar boven