Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen milieubeheer

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 18-04-2023

Besluit van 28 november 2005, houdende regels met betrekking tot het gebruik van organische oplosmiddelen in verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen en tot wijziging van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer (Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen Wms)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 september 2005, nr. DJZ2005181912, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op richtlijn nr. 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG (PbEU L 143), op de artikelen 24 en 39, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen en op artikel 8.44 van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 13 oktober 2005, nr. W08.05.0417/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 november 2005, nr. DJZ2005202959, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. richtlijn 2004/42: richtlijn nr. 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG (PbEU L 143);

  • b. VOS: vluchtige organische stof (VOS) als bedoeld in artikel 2, onderdeel 5, van de richtlijn;

  • c. VOS-gehalte: VOS-gehalte als bedoeld in artikel 2, onderdeel 6, van richtlijn 2004/42;

  • d. oplosmiddel: oplosmiddel als bedoeld in artikel 2, onderdeel 7, van richtlijn 2004/42.

Artikel 2

  • 1 Het is verboden de producten, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage I na de data, genoemd in de bij die richtlijn behorende bijlage II, in Nederland in te voeren of aan een ander ter beschikking te stellen, indien zij een VOS-gehalte hebben dat de grenswaarde, genoemd in die bijlage II, te boven gaat.

  • 2 Producten, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage I, die niet onder het verbod van het eerste lid vallen, zijn voorzien van een etiket waarop worden vermeld:

    • a. de subcategorie van het product en de betrokken VOS-grenswaarden in gram/liter, bedoeld in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage II, en

    • b. het maximale VOS-gehalte in gram/liter van het product in gebruiksklare vorm.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de producten, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage I, waaraan oplosmiddelen of andere bestanddelen die oplosmiddelen bevatten, worden toegevoegd om het product gebruiksklaar te maken.

Artikel 3

  • 1 Het verbod, bedoeld in artikel 2, geldt niet voor producten die worden verhandeld om uitsluitend te worden gebruikt bij een activiteit die wordt verricht in een installatie die zich bevindt in een vergunningplichtige inrichting genoemd in bijlage I, onder C, bij het Besluit omgevingsrecht, voor zover zich in de inrichting een installatie, een bestaande installatie of een kleine installatie bevindt.

  • 2 Het verbod, bedoeld in artikel 2 geldt, tot de dag met ingang waarvan een jaar is verstreken na de data, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage II, niet voor producten die niet voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2 en die kennelijk zijn geproduceerd vóór die data.

Artikel 4

De methoden, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage III, worden gebruikt om vast te stellen of het VOS-gehalte van de producten, genoemd in de bij die richtlijn behorende bijlage I, voldoet aan de grenswaarden, genoemd in de bij die richtlijn behorende bijlage II.

Artikel 5

  • 1 Een wijziging van richtlijn 2004/42 gaat voor de toepassing van artikel 1 gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

  • 2 Een wijziging van een van de bijlagen bij richtlijn 2004/42 gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 6

[Red: Wijzigt het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer.]

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen milieubeheer.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 november 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,

P. L. B. A. van Geel

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,

H. A. L. van Hoof

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de dertiende december 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven