Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Rijkswaterstaat 2005

[Regeling vervallen per 08-11-2010.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 24-06-2007 t/m 14-07-2009

Besluit van de Minister van Justitie van 3 november 2005, nr. 5384385/505/CBK, houdende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij Rijkswaterstaat

De Minister van Justitie,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat van 5 oktober 2005;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede van de Wet op de economische delicten juncto artikel 142, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 25, vijfde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

  • 1 De ambtenaar, werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Verkeer en Waterstaat die daadwerkelijk is belast met handhaving van wet- en regelgeving, is aangewezen tot buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 Op grond van dit besluit kunnen maximaal 430 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn beëdigd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar is tevens bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze strafbare feiten verband houden met de opsporing van strafbare feiten op basis van de in het eerste lid genoemde wetten.

  • 3 De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland en daarbuiten voor zover de rechtsmacht van Nederland strekt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

  • 1 Als toezichthouder voor de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het arrondissement Den Haag.

  • 2 Als direct toezichthouder is aangewezen de korpschef van het Korps landelijke politiediensten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

De Directeur-Generaal Rijkswaterstaat brengt jaarlijks, vóór 1 april, over het voorafgaande jaar, aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat op 31 december van het voorafgaande jaar;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar daarvoor zijn geslaagd;

  • d. het aantal klachten dat tegen de buitengewoon opsporingsambtenaren is ingediend en de aard van die klachten.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging, de legitimatiebewijzen buitengewoon opsporingsambtenaar en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 6 genoemde besluit, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht akten en legitimatiebewijzen of overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit te zijn.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 8 november 2005 en vervalt op 8 november 2010.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 08-11-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Rijkswaterstaat 2005.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 3 november 2005

De

Minister

van Justitie,
namens deze:

hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden

,

R.R. Joesoef Djamil

Naar boven