Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst 2005

[Regeling vervallen per 06-11-2010.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-06-2010 t/m 05-11-2010

Besluit van de Minister van Justitie van 31 oktober 2005, nr. 5383533/505/CBK, houdende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Belastingdienst

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 142, eerste lid, onder c van het Wetboek van Strafvordering, artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, en het Besluit Buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

De personen werkzaam bij de Belastingdienst in de functie van verbalisant of fraudecoördinator zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

Maximaal 500 personen zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie te ’s-Gravenhage.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen het bestuur van ’s Rijks belastingen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

De Directeur-Generaal Belastingdienst brengt jaarlijks, vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij de Belastingdienst;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding en bijscholing, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd;

  • d. het aantal klachten dat jegens buitengewoon opsporingsambtenaren is ingediend.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

De buitengewoon opsporingsambtenaar bij de Belastingdienst draagt bij de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar bij zich het legitimatiebewijs zoals vastgesteld in de Kaderregeling legitimatiebewijs Belastingdienst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 31 oktober 2005, nr. 5383533/505/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 6 november 2005 en vervalt met ingang van 6 november 2010.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 06-11-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst 2005.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 31 oktober 2005

De

Minister

van Justitie,
namens deze:

hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden

,

R.R. Joesoef Djamil

Naar boven