Sanctieregeling Congo 2005

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 22-02-2017 t/m 19-11-2019

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 26 oktober 2005, nr. DJZ/BR/1043-05, houdende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Republiek Congo (Sanctieregeling Congo 2005)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 889/2005 van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2005 tot vaststelling van bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1727/2003 (Pb EG L 152);

Gelet op Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad van de Europese Unie van 18 juli 2005 18 juli 2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo (Pb EG L193);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2005/440/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 2005 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/829/GBVB (Pb EG L 152);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 2

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met artikel 1 bis, artikel 2, artikel 6, eerste lid, en artikel 7 ter van Verordening (EG) nr. 1183/2005 van de Raad van de Europese Unie van 18 juli 2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in de gevallen waarin artikel 1 ter, artikel 3, artikel 4, artikel 4 ter of artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1183/2005 van toepassing is.

Artikel 3

  • 1 Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren aan alle niet-gouvernementele organisaties en natuurlijke personen die actief zijn in de Democratische Republiek Congo, ongeacht of de goederen oorspronkelijk afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. militaire goederen, militaire technologie of onderdelen daarvan uitsluitend bestemd ter ondersteuning van of voor gebruik door de Stabilisatiecommissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO);

    • b. beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor hun eigen bescherming tijdelijk naar de Democratische Republiek Congo worden uitgevoerd;

    • c. niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend voor humanitaire of beschermende doeleinden bestemd is;

    • d. militaire goederen of militaire technologie uitsluitend bestemd ter ondersteuning van of voor gebruik door de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie;

    • e. een andere verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel, mits de verkoop, levering, overdracht of uitvoer vooraf door het krachtens UNSCR 1533 (2004) ingestelde Sanctiecomité is goedgekeurd.

  • 3 Het verkopen, leveren, overdragen of uitvoeren van militaire goederen, militaire technologie of onderdelen daarvan op grond van het tweede lid is onderworpen aan een door de bevoegde autoriteiten vooraf te verlenen vergunning.

Artikel 3a

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 1 ter, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1183/2005 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft technische bijstand, bedoeld in voornoemd artikel 1 ter, eerste lid. De bevoegde autoriteit is de Minister van Financiën voor zover het betreft financiering en financiële bijstand, bedoeld in voornoemd artikel 1 ter, eerste lid.

  • 2 De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 4 ter van Verordening (EG) nr. 1183/2005 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave van bevroren tegoeden en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave van economische middelen.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

Naar boven