Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2006

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 22-08-2008.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 04-03-2006 t/m 18-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 30 november 2005, houdende vaststelling bestemmingsheffing modedetailhandel mkb voor het jaar 2006 (Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2006)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de commissie modedetailhandel behorend tot hel midden- en kleinbedrijf;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a. modedetailhandel: het aan particulieren verkopen van herenbovenkleding, damesbovenkleding, dames- en herenbovenkleding (alg. ass.), textielgoederen (alg. ass.), babykleding, kinderkleding, onderkleding/foundation, nappa en lederen kleding, dameshoeden en herenhoeden. Tot de modedetailhandel worden niet gerekend de detailhandel in bruidsmode, bont en tweede handskleding;

    • b. midden- en kleinbedrijf: ondernemingen met ten hoogste 20 verkoopplaatsen en maximaal 100 werkzame personen en die onder de werkingssfeerbepaling van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de mode- en sportdetailhandel vallen;

    • c. franchiseformule: een commerciële samenwerkingsvorm tussen ondernemers, waarbij de ene partij, de franchisegever, aan de andere partij, de franchisenemer, tegen een vergoeding het recht verleent om een onderneming te exploiteren volgens een door de franchisegever ontwikkeld systeem en onder een door hem voorgeschreven handelsnaam.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Deze verordening is van toepassing op ondernemers die:

    • a. een onderneming drijven met één of meer verkoopplaatsen waarin hoofdzakelijk de modedetailhandel wordt uitgeoefend, en

    • b. behoren tot het midden- en kleinbedrijf.

  • 2 Deze verordening is niet van toepassing op ondernemers die:

    • a. de modedetailhandel uitsluitend in de vorm van ambulante handel uitoefenen;

    • b. als franchisenemer zijn aangesloten bij een detailhandelsorganisatie in mode met in hoofdzaak eigen filialen, die zelf niet tot het midden- en kleinbedrijf behoort.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 2, wordt voor het jaar 2006 een heffing opgelegd ten behoeve van de commissie modedetailhandel mkb. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van de sociaal economische ontwikkeling van de modedetailhandel door middel van collectieve promotie en professionalisering van werkenden en ondernemingen in de sector.

  • 2 De heffing bedraagt;

    • a. € 117,-- voor iedere verkoopplaats in de zin van artikel 3 met een maximum van € 2.340,-- voor ten hoogste 20 verkoopplaatsen. In afwijking van het voorgaande geldt:

    • b. € 73,-- voor ondernemingen met één verkoopplaats en minder dan 2 werkzame personen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van de Vereniging Mitex en over het jaar 2005 de volledige contributie heeft betaald wordt een korting toegestaan:

    • a. van € 29,-- voor iedere verkoopplaats met een maximum van € 580,-- voor ten hoogste 20 verkoopplaatsen, met dien verstande dat de korting niet meer bedraagt dan 50% van de betaalde contributie over 2005 (exclusief BTW) voor de in artikel 3, tweede lid, onder a bedoelde heffing, of

    • b. van € 14,50 voor de in artikel 3, tweede lid, onder b, bedoelde heffing.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 3 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.

§ 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

De voorzitter neemt de krachtens deze verordening te nemen besluiten, met uitzondering van het besluit voortvloeiende uit artikel 4, derde lid.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2006.

Deze verordening zal worden bekend gemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Den Haag, 26 oktober 2005

A.F. Kolkman

voorzitter

E. E. van de Lustgraaf

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 3 februari 2006 en door de Minister van Economische Zaken mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 7 februari 2006, kenmerk EP/MW 6009898.

Naar boven