Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 19-10-2010 t/m 31-12-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 september 2005, nr. KVI2005180250, houdende regels voor het subsidiëren van het vervangen of retrofitten van dieselmotoren van binnenvaartschepen (Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ondernemer: in Nederland gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon, die eigenaar is van een schip als bedoeld in artikel 3 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, dat beroepsmatig wordt gebruikt voor de binnenvaart en dat is voorzien van een certificaat als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Binnenvaartwet of een Certificaat van Onderzoek (CVO) voor scheepvaart op de Rijn als bedoeld in het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn of een communautair certificaat volgens richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van richtlijn nr. 82/714/EEG van de Raad (PbEU L 389);

  • b. emissiearme dieselmotor: dieselmotor voor een binnenvaartschip, die voldoet aan de emissiewaarden van fase II van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart of voldoet aan het bepaalde in richtlijn 97/68/EG;

  • c. Centrale Commissie voor de Rijnvaart: commissie als bedoeld in artikel 43 van de Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161);

  • d. richtlijn 97/68/EG: richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG L 059), zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 (PbEU L 146);

  • e. retrofitten: het zodanig aanpassen van een conventionele of emissiearme dieselmotor van een binnenvaartschip dat de motor een uitstoot heeft van stikstofoxiden van niet meer dan 2 g/kWh voor nieuwe schepen onderscheidenlijk 3 g/kWh voor bestaande schepen, aangetoond door overlegging van een rapport van een bijzondere keuring als bedoeld in hoofdstuk 8a van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn of hoofdstuk 8a van richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van richtlijn nr. 82/714/EEG van de Raad (PbEU L 389) of een ander testrapport waarmee op gelijkwaardige wijze als een bijzondere keuring wordt aangetoond dat aan die eis wordt voldaan;

  • f. conventionele dieselmotor: dieselmotor voor een binnenvaartschip, die al dan niet voldoet aan de emissiewaarden van fase I van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling heeft tot doel het verminderen van de emissies van NOx in de binnenvaartsector door middel van het stimuleren van:

  • a. de aanschaf van een emissiearme dieselmotor in plaats van een conventionele dieselmotor dan wel voor de vervanging van een conventionele dieselmotor;

  • b. het retrofitten van een dieselmotor van een bestaand en een nieuw schip.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden aangemerkt:

    • a. voor de aanschaf van een emissiearme dieselmotor in plaats van een conventionele dieselmotor: de installatiekosten, bestaande uit:

      • 1°. de meerkosten voor de aanschaf van een emissiearme dieselmotor ten opzichte van de aanschaf van een gelijkwaardige conventionele dieselmotor;

      • 2°. de uitbouwkosten van de in gebruik zijnde conventionele dieselmotor;

      • 3°. de meerkosten voor de inbouw van de emissiearme dieselmotor ten opzichte van de inbouw van een conventionele dieselmotor;

      • 4°. de overige meerkosten die direct toe te rekenen zijn aan het plaatsen van een emissiearme dieselmotor ten opzichte van het plaatsen van een conventionele dieselmotor, waaronder leidingwerk, elektra en gederfde inkomsten als gevolg van het vervangen van de dieselmotor;

    • b. voor het retrofitten van een dieselmotor: de installatiekosten, bestaande uit:

      • 1°. retrofitkosten van de dieselmotor;

      • 2°. de overige kosten die direct verband houden met het retrofitten van de dieselmotor, waaronder leidingwerk, elektra, vereiste vloeistof en gederfde inkomsten als gevolg van het retrofitten van de dieselmotor en kosten voor het meten van de emissie teneinde vast te stellen dat ten minste wordt voldaan aan de emissie-eis van fase II van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart ofvoldoet aan het bepaalde in richtlijn 97/68/EG.

  • 2 De subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, zijn uitgedrukt in forfaitaire bedragen als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

  • 3 Indien het retrofitten op andere wijze plaats vindt dan door middel van het plaatsen van een systeem van Selectieve Catalytische Reductie, dienen de aanschaf- en inbouwkosten daarvan door middel van facturen en onderbouwde ramingen van de extra kosten van onderhoud en hulpstoffen gedurende een periode van 5 jaar te worden aangetoond.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De aanschaf van een emissiearme dieselmotor en het retrofitten van een dieselmotor geschiedt tegen marktvoorwaarden van één of meer ondernemingen waar de subsidieontvanger geen directe of zijdelingse zeggenschap in uitoefent.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid, is het percentage 40%, indien de subsidieaanvrager een kleine of middelgrote onderneming in stand houdt in de zin van verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PbEG L 010) en de Aanbeveling nr. (2003/361/EG) van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PbEU L124).

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt voor het kalenderjaar 2010: € 0,–.

  • 2 Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt voor het kalenderjaar 2010: € 2.150.000,–.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend door een ondernemer die niet tot de rijksoverheid behoort:

    • a. voordat een activiteit als bedoeld in artikel 2, onder a of b, wordt verricht na de inwerkingtreding van deze regeling, of

    • b. nadat een activiteit als bedoeld in artikel 2, onder a of b, is verricht na de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2 Indien de aanvraag tot subsidieverlening betrekking heeft op de aanschaf van een emissiearme dieselmotor, die behoort tot categorie V1:1, V1:2 of V1:3 als bedoeld in artikel 9, vierde lid, bis, onderdeel Fase IIIA binnenschepen, van richtlijn 97/68/EG, heeft de subsidieaanvrager de emissiearme dieselmotor uiterlijk op 31 december 2006 laten inbouwen.

  • 3 Indien de aanvraag tot subsidieverlening betrekking heeft op de aanschaf van een emissiearme dieselmotor, die voldoet aan de emissiewaarden van fase II van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart of behoort tot categorie V1:4 of V2 als bedoeld in artikel 9, vierde lid, bis, onderdeel Fase IIIA binnenschepen, van richtlijn 97/68/EG, heeft de subsidieaanvrager de emissiearme dieselmotor uiterlijk op 30 juni 2007 laten inbouwen.

  • 4 Indien de aanvraag betrekking heeft op het retrofitten van een dieselmotor van een bestaand of een nieuw schip, heeft de subsidieaanvrager, voor zover toepassing is gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder a, binnen zes maanden na verlening van de subsidie de dieselmotor laten retrofitten.

  • 5 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder b, worden bij de aanvraag tot subsidieverlening overgelegd:

    • a. indien de aanvraag betrekking heeft op een emissiearme dieselmotor: de factuur of facturen die betrekking hebben op de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, of

    • b. indien de aanvraag betrekking heeft op het retrofitten van een dieselmotor: de gegevens die nodig zijn voor het vaststellen van het forfaitaire bedrag van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, alsmede de resultaten van de meting na het retrofitten van de in gebruik zijnde dieselmotor.

  • 6 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder a, wordt binnen twaalf weken nadat de emissiearme dieselmotor is ingebouwd of nadat het retrofitten van de dieselmotor heeft plaatsgevonden, de aanvraag tot subsidievaststelling ingediend. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 7 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, aanhef en onder b, wordt de aanvraag tot subsidieverlening aangemerkt als de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening of subsidievaststelling wordt ingediend bij SenterNovem, met gebruikmaking van een bij die organisatie verkrijgbaar formulier.

  • 2 Een aanvraag tot subsidieverlening voor een activiteit als bedoeld in artikel 2, onder b, kan worden ingediend tot en met 15 oktober 2010.

  • 3 Bij de subsidieverlening wordt beslist in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, wanneer de subsidieaanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. de investeringen waarop de subsidie betrekking heeft, als activa af te schrijven;

    • b. de investeringen waarop de subsidie betrekking heeft in het actief van de ondernemingsbalans op te nemen en voor ten minste vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van subsidieverlening, in de ondernemingsbalans te laten blijven en te exploiteren, tenzij deze investeringen overeenstemmen met duidelijk achterhaalde technieken.

  • 2 Indien het binnenvaartschip gedurende de vijf jaar, bedoeld onder b, wordt verkocht, kan het verleende subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling dieselmotoren voor binnenvaartschepen.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 september 2005

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Forfaitaire bedragen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • A. Voor de aanschaf van een emissiearme motor in plaats van een conventionele motor bij de nieuwbouw van een schip:

    meerkosten van een emissiearme motor:

    • voor een motorvermogen van minder dan 500 kW: € 22,50 per kW,

    • voor een motorvermogen van 500 kW of meer maar minder dan 750 kW: € 27 per kW,

    • voor een motorvermogen van meer dan 750 kW: € 23,40 per kW.

  • B. Voor de vervanging van een conventionele motor door een emissiearme motor bij een bestaand schip:

    • 1. meerkosten van een emissiearme motor:

      • voor een motorvermogen van minder dan 500 kW: € 22,50 per kW,

      • voor een motorvermogen van 500 kW of meer maar minder dan 750 kW: € 27 per kW,

      • voor een motorvermogen van meer dan 750 kW: € 23,40 per kW;

    • 2. extra uitbouw- en inbouwkosten:

      • voor een motor, niet zijnde een motor die de boegschroef, een generator of een (lading)pomp aandrijft, met een motorvermogen van 350 kW of meer: € 20.000,–,

      • voor een motor, niet zijnde een motor die de boegschroef, een generator of een (lading)pomp aandrijft, met een motorvermogen van minder dan 350 kW: € 10.000,–,

      • voor een motor die de boegschroef aandrijft: € 5.000,–,

      • voor een motor die een generator aandrijft: € 3.000,–,

      • voor een motor die een (lading)pomp aandrijft: € 3.000,–.

    • 3. stilligkosten: € 6 per kW motorvermogen.

  • C. Voor het retrofitten van een dieselmotor:

    • 1. investeringskosten van de retrofitinstallatie: € 99 per kW tot 750 kW motorvermogen en € 86 per kW vanaf 750 kW motorvermogen;

    • 2. inbouwkosten:

      • a. voor nieuwgebouwde schepen: € 20.000;

      • b. voor bestaande schepen: gelijk aan de investeringskosten;

    • 3. kosten van het ureumverbruik bij een motorvermogen van:

      • minder dan 500 kW: € 36 per kW,

      • 500 kW of meer, maar minder dan 750 kW: € 72 per kW,

      • 750 kW of meer, maar minder dan 1000 kW: € 108 per kW, en

      • 1000 kW of meer: € 144 per kW;

    • 4. stilligkosten: € 6 per kW motorvermogen, uitsluitend voor bestaande schepen;

    • 5. extra onderhoudskosten: € 13 per kW motorvermogen, en

    • 6. kosten van een emissiemeting: € 4.500.

Naar boven