Programma duurzame energie
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
A. Doel, afbakening
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
In het kader van het Besluit subsidies energieprogramma’s wordt via diverse energieprogramma’s subsidie verleend voor activiteiten op het gebied
van energiebesparing en duurzame energie. Het doel van het energieprogramma duurzame
energie (haalbaarheidstudies en kennisoverdrachtprojecten) (hierna: het programma)
is het bevorderen van projecten die een bijdrage leveren aan de doelstellingen van
het beleid inzake duurzame energie van de Nederlandse overheid en waarvan de resultaten
van betekenis zijn voor de Nederlandse energievoorziening, door middel van:
het wegnemen van knelpunten voor de toepassing van technologieën op het gebied van
duurzame energie.
In het kader van het programma is verstrekking van subsidie mogelijk voor de volgende
typen projecten (nadere omschrijving in artikel 1 van het Besluit subsidies energieprogramma’s):
Toelichting
Het programma moet een bijdrage leveren aan de doelstelling van de Nederlandse overheid
om in 2020 met behulp van duurzame energiebronnen in 10% van de Nederlandse energiebehoefte
te voorzien. Voor 2010 wordt een aandeel duurzame energie in de energievoorziening
van 5% nagestreefd. Voor het aandeel uit duurzame bronnen geproduceerde elektriciteit
in de elektriciteitsvoorziening zijn de overheidsdoelstellingen: 6% in 2005 en 9%
in 2010. Diverse malen (zie bijvoorbeeld Kamerstukken II 2004/05, 28 665, nr. 49)
over tussenevaluatie Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie heeft de regering kenbaar
gemaakt ten behoeve van het aandeel duurzame energie het opwekkingspotentieel in eigen
land te willen uitbreiden.
Onder duurzame energie wordt verstaan (combinaties van) windenergie, fotovoltaïsche
zonne-energie, thermische zonne-energie, passieve zonne-energie, omgevingswarmte,
thermische energieopslag in de bodem, waterkracht, aardwarmte, golfenergie, getijdenenergie,
energie uit biomassa en energie uit afval voor zover dat afval van organische oorsprong
is.
C. Voorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Geen subsidie wordt verstrekt:
1. indien het project niet betekenisvol bijdraagt aan de doelstelling van het programma;
2. indien onvoldoende vertrouwen bestaat in de haalbaarheid van het project;
3. indien het onaannemelijk is dat een haalbaarheidsproject binnen een jaar, en een
kennisoverdrachtproject binnen anderhalf jaar na subsidieverlening kan worden voltooid;
4. indien een kennisoverdrachtproject niet gericht is op het overdragen van kennis
en informatie inzake de toepassing van technologieën op het gebied van duurzame energie,
niet zijnde marketingactiviteiten voor een specifiek product, aan een doelgroep met
bijzondere betrokkenheid bij het onderwerp van de kennisoverdracht, op een wijze die
aansluit bij de doelgroep van de over te dragen kennis;
5. indien de met een kennisoverdrachtproject verkregen kennis en informatie inzake
de toepassing van technologieën op het gebied van duurzame energie niet op niet-discriminerende
basis aan communautaire ondernemingen op hun verzoek zal worden overgedragen;
6. indien een kennisoverdrachtproject onderdeel uitmaakt van een ander project;
7. indien een kennisoverdrachtproject niet een meting van het effect van het project
in relatie tot de doelstelling van het programma bevat;
8. voor projectkosten voor zover deze zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;
9. voor projectkosten voor zover met betrekking tot deze kosten verplichtingen zijn
aangegaan vóór de indiening van de aanvraag, onverminderd artikel 4, derde en vierde lid, van het Besluit subsidies energieprogramma’s;
10. voor haalbaarheidsprojecten die gericht zijn op het analyseren of beoordelen van
de mogelijkheden om een apparaat, systeem of techniek te ontwikkelen;
11. voor een duurzame-energiescan:
-
a. die niet kan worden aangemerkt als een haalbaarheidsproject voor een samenwerkingsverband
van bedrijven of een belangenvereniging van bedrijven waarmee, met behulp van de door
SenterNovem ontwikkelde duurzame-energiescan, bepaald kan worden waar de kansen voor
duurzame energie liggen;
-
b. die, in het geval van een duurzame-energiescan voor de industrie of bedrijventerreinen,
niet leidt tot ten minste één actieplan waarin de resultaten van de duurzame-energiescan
op haalbaarheid zijn onderzocht met betrekking tot de realisatie van de verschillende
duurzame energie-opties.
Toelichting
Ad 2. Bij de beoordeling van de haalbaarheid van een project kunnen worden betrokken
de belemmeringen en mogelijkheden voortvloeiend uit regelgeving, normen of certificatie.
Daarnaast zal een projectuitvoerder moeten beschikken over de noodzakelijke financiële
middelen en de benodigde organisatorische en technisch-wetenschappelijke kwaliteiten.
Ad 4. Een kennisoverdrachtproject is een samenhangend geheel van activiteiten gericht
op het overdragen van kennis en informatie op het terrein van duurzame energie. Het
gaat in het kader van dit programma om projecten waarbij bepaalde doelgroepen met
een bijzondere betrokkenheid bij het onderwerp van de kennisoverdracht systematisch
worden gewezen op de concrete mogelijkheden van de toepassing van technologieën op
het gebied van duurzame energie aan de hand van voorbeelden en methodieken. Het moet
gaan om daadwerkelijk en actief overdragen van informatie. Hierbij kan worden gedacht
aan het organiseren van voorlichtingsdagen, workshops, presentaties, cursussen en
dergelijke. Het enkel genereren van kennis of ter beschikking stellen van informatie
is niet voldoende om voor een subsidie in aanmerking te komen.
Ad 5. Alle communautaire ondernemingen dienen, op niet-discriminerende basis, van
de resultaten van een kennisoverdrachtproject kennis te kunnen nemen. SenterNovem
zal in ieder geval de benodigde informatie verstrekken over de resultaten van een
op basis van deze regeling gesubsidieerd kennisoverdrachtproject. Aan de hand daarvan
zal detailinformatie bij de subsidieontvanger kunnen worden opgevraagd.
Ad 7. De aanvrager dient door middel van een meting aan te tonen in welke mate de
resultaten van het kennisoverdrachtproject een bijdrage leveren aan de doelstelling
van het programma.
Ad 8. Alleen de projectkosten die worden gemaakt na de indiening van de aanvraag komen
voor subsidie in aanmerking. De projectkosten die vóór de indiening van de aanvraag
worden gemaakt, worden bij de verlening van de subsidie buiten beschouwing gelaten.
Ad 9. De verplichtingen die vóór indiening van de aanvraag zijn aangegaan voor onder
andere werkzaamheden en levering van apparatuur zijn uitgesloten als subsidiabele
kosten. Dit onverminderd het bepaalde in artikel 4, derde en vierde lid, van het Besluit subsidies energieprogramma’s, waarin opgenomen is dat kosten die voortvloeien uit eerder aangegane verplichtingen
met betrekking tot de aanschaf van machines en apparatuur waarbij een deel direct
is toe te rekenen aan het project, wél subsidiabel zijn.
Ad 10. Binnen het kader van de in onderdeel A geformuleerde doelstelling beoogt het
programma duurzame energie (haalbaarheidstudies en kennisoverdrachtprojecten) 2005
met betrekking tot haalbaarheidsprojecten concrete initiatieven in de praktijk te
faciliteren die het potentieel hebben om binnen een periode van enkele jaren een goed
marktaandeel te verwerven. Haalbaarheidsprojecten met het karakter van vooronderzoek
naar de mogelijkheden om apparaten, systemen of technieken te ontwikkelen, vallen
daarmee buiten de reikwijdte van het programma.
Ad 11. Alleen duurzame-energiescans die voldoen aan de voorwaarden in dit onderdeel,
komen voor subsidie in aanmerking. Gemeentes of samenwerkingsverbanden van gemeentes
kunnen voor duurzame energiescans geen beroep meer doen op de regeling omdat voor
deze doelgroep het potentieel voor een groot deel is benut en omdat gemeentes gebruik
hebben kunnen maken van de zogenoemde BANS-gelden.