Beleidsregels sponsoring commerciële omroep 2005

[Regeling vervallen per 01-09-2012.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 15-05-2007 t/m 31-08-2012

Regeling van het Commissariaat voor de Media van 5 juli 2005 houdende beleidsregels omtrent sponsoring commerciële omroep

Het Commissariaat voor de Media,

Gelet op de artikelen 134 en 135 van de Mediawet,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

Artikel 1. Strekking van de regeling

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

De beleidsregels vastgesteld in deze regeling hebben betrekking op de wettelijke voorschriften die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2. Definities

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Mediawet;

  • b. het besluit: het Mediabesluit;

  • c. leader: een inleidend gedeelte van een programmaonderdeel;

  • d. evenementensponsor: een persoon, bedrijf of instelling die een financiële of andere bijdrage heeft verstrekt aan de totstandkoming van een evenement.

Artikel 3. Definitie programmaonderdeel

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Onder ‘duidelijk afgebakend onderdeel van een programma’, bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de wet, wordt verstaan een onderdeel van een programma dat duidelijk is onderscheiden van het voorgaande en volgende onderdeel van een programma.

  • 2 Onder ‘als zodanig herkenbaar onderdeel van een programma’, bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de wet, wordt verstaan een onderdeel van een programma dat:

    • a. voor het gemiddelde publiek als programmaonderdeel herkenbaar is, en

    • b. zowel inhoudelijk als qua vormgeving verschilt van het voorgaande en volgende onderdeel van een programma.

Artikel 4. Bijdrage van ondergeschikte betekenis

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Onder ‘sponsoren van een programmaonderdeel’, bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, van de wet, wordt niet verstaan het verstrekken van een bijdrage die in het programmaonderdeel niet of niet identificeerbaar wordt getoond of vermeld en,

    • a. door een derde in bruikleen is gegeven of,

    • b. in verhouding tot de totale kosten van de totstandkoming of aankoop van het programmaonderdeel van ondergeschikte betekenis is maar in ieder geval niet hoger is dan € 500,– per bijdrage voor televisie en € 100,– per bijdrage voor radio.

  • 2 Het vermelden of tonen, aan het begin of aan het einde van een programmaonderdeel, van een naam of (beeld)merk van degene die een bijdrage, als bedoeld in het eerste lid, heeft verstrekt, wordt geacht te geschieden met het oogmerk bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet, tenzij:

    • a. de vermelding gebeurt op de titelrol of, voor zover het radio betreft, bij de afkondiging van het programmaonderdeel, en,

    • b. de vermelding uit niet meer bestaat dan de woorden ‘met dank aan’ gevolgd door de (handels)naam van degene die de bijdrage heeft verstrekt.

Artikel 5. Bijdrage van overheidsinstellingen, omroepinstellingen of (co)producenten

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Onder ‘sponsoren van een programmaonderdeel’, bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, van de wet, wordt niet verstaan het verstrekken van een bijdrage ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van een programmaonderdeel door:

    • a. overheidsinstellingen en andere instellingen die geen particuliere onderneming uitoefenen;

    • b. de omroepinstelling die het programmaonderdeel waarvoor de bijdrage wordt verstrekt, verzorgt;

    • c. de (co)producent die zich gewoonlijk bezighoudt met de vervaardiging van audiovisuele producties en geheel of gedeeltelijk is belast met de productie van het programmaonderdeel waarvoor de bijdrage wordt verstrekt.

  • 2 Vermelding aan het begin of aan het einde van het programmaonderdeel, van een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt niet geacht te geschieden met het oogmerk, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.

Artikel 6. Definitie van naam en (beeld)merk

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

In de artikelen 71k en 71l van de wet wordt verstaan onder:

  • a. naam: de statutaire naam of handelsnaam van de sponsor, onderscheidenlijk evenementensponsor zoals vermeld in het handelsregister;

  • b. merk: een handelsmerk, zijnde een vast herkenningsteken in de vorm van een woord of combinatie van letters, cijfers of tekens, die al dan niet op originele of karakteristieke wijze zijn vormgegeven waaronder de sponsor, onderscheidenlijk evenementensponsor, zijn producten of diensten in de handel brengt, ter onderscheiding van gelijksoortige producten of diensten die van anderen afkomstig zijn;

  • c. beeldmerk: een logo, zijnde een vast, herkenningsteken in de vorm van een figuur, of afbeelding of combinatie van letters, cijfers of tekens, die op originele of karakteristieke wijze zijn vormgegeven, ter onderscheiding van de producten, diensten of de onderneming van de sponsor, onderscheidenlijk de evenementensponsor.

Artikel 7. Plaats van de sponsorvermelding

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 2 Vermelding of vertoning van de sponsor als zodanig, op een andere plaats dan aan het begin of het einde van een programmaonderdeel, of op een andere plaats dan voorafgaand aan of aansluitend op een onderbreking van een programmaonderdeel voor reclame- of telewinkelboodschappen, wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.

  • 3 Vermelding of vertoning van de evenementensponsor als zodanig, op een andere plaats dan aan het begin of het einde van een programmaonderdeel, wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet. In afwijking van de eerste volzin wordt het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk van een evenementensponsor op een andere plaats dan aan het begin of het einde van een televisieprogrammaonderdeel, geacht niet te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet, indien:

    • a. het programmaonderdeel bestaat uit het verslag of de weergave van een sportwedstrijd als bedoeld in artikel 1, onderdeel qq van de wet,

    • b. de sportwedstrijd niet voornamelijk bestemd is om als programma te worden uitgezonden,

    • c. de sportwedstrijd niet is geproduceerd door of in opdracht van de omroepinstelling,

    • d. de evenementensponsor niet aan het begin of aan het einde van het programmaonderdeel is vermeld,

    • e. de vermelding of vertoning slechts gebeurt aan het begin of aan het einde van het verslag of de weergave van de sportwedstrijd, en

    • f. de vermelding of vertoning zodanig is vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk, van de wet.

  • 4 Het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk van een sponsor in de titel of leader van een (gedeelte van een) gesponsord programmaonderdeel is geen sponsorvermelding als bedoeld in artikel 71k, tweede lid, van de wet, en wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet, tenzij ontheffing wordt verleend.

  • 5 Het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk van een evenementensponsor in de titel of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement, is geen vermelding als bedoeld in artikel 71l, eerste lid, van de wet.

  • 6 Het vermelden of tonen van een beeldmerk van een evenementensponsor in de titel of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement, wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken als, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.

  • 7 Het vermelden of tonen van een naam of merk van een evenementensponsor in de titel of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement, wordt geacht niet te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet, voor zover deze vermeldingen en de vermelding van de titel in het programmaonderdeel, niet overheersend zijn in de zin van artikel 30a, eerste lid, van het besluit.

Artikel 8. Sponsorvermelding ter informatie van het publiek

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Het publiek wordt in ieder geval geacht geïnformeerd te zijn op de wijze, bedoeld in artikel 71k, tweede lid, van de wet, indien voorafgaande aan de vermelding van de naam of het (beeld)merk van de sponsor de volgende mededeling duidelijk leesbaar of hoorbaar wordt gedaan:

  • a. ‘dit programma is (mede) mogelijk gemaakt door’ of,

  • b. ‘dit programma is gesponsord door’.

Artikel 9. Naam, merk, en/of beeldmerk

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 2 Bij deze vermelding wordt per sponsor niet meer dan één naam, één merk en één beeldmerk vermeld of getoond.

Artikel 10. Wervende sponsorvermelding

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Een vermelding, als bedoeld in de artikelen 71k, tweede lid, en 71l, eerste lid, van de wet, voldoet in ieder geval aan de wettelijke definitie van reclameboodschap, indien:

  • a. aan een naam of een (beeld)merk kwalificaties worden gegeven;

  • b. een slagzin die aanspoort tot koop of huur van producten of diensten van de sponsor, in het bijzonder door specifieke aanprijzingen van die producten of diensten, wordt vermeld of getoond;

  • c. een herkenningsmelodie, geheel of gedeeltelijk, wordt gespeeld;

  • d. een adres, telefoonnummer, faxnummer, wordt vermeld of getoond;

Artikel 11. Producten of diensten van de programmasponsor

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Het publiek wordt geacht door middel van specifieke aanprijzingen of anderszins te zijn aangespoord tot het kopen of huren van de producten of tot het afnemen van de diensten van de sponsor, die in een gesponsord programmaonderdeel worden vermeld of getoond, als bedoeld in artikel 71k, derde lid, van de wet, indien:

  • a. de producten of diensten anders dan neutraal in beeld worden gebracht of worden vermeld;

  • b. de producten of diensten in een wervende context worden geplaatst.

Artikel 12. Programmaonderdelen bestaande uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Onder ‘programmaonderdelen bestaande uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie’ als bedoeld in artikel 71k, vijfde lid, van de wet, worden niet verstaan:

  • a. programmaonderdelen bestaande uit een weerbericht;

  • b. programmaonderdelen bestaande uit verkeersinformatie;

  • c. programmaonderdelen die mede bestaan uit enkele nieuwsfeiten of enige actualiteiten.

Artikel 13. Evenement niet bestemd om als programma te worden uitgezonden

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Een evenement, als bedoeld in artikel 71l, eerste lid, van de wet, wordt geacht niet voornamelijk bestemd te zijn om als programma te worden uitgezonden indien:

  • a. bij het evenement ook publiek aanwezig zou zijn geweest wanneer het niet als programmaonderdeel zou zijn of worden uitgezonden, en

  • b. het evenement ook zou hebben plaatsgevonden wanneer het niet als programmaonderdeel zou zijn of worden uitgezonden.

Artikel 14. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2005.

  • 2 De regeling van het Commissariaat voor de Media van 15 augustus 2000 houdende beleidsregels omtrent sponsoring commerciële omroep (Beleidsregels sponsoring commerciële omroep) wordt gelijktijdig ingetrokken.

  • 3 Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels sponsoring commerciële omroep 2005.

  • 4 Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).

Commissariaat voor de Media

Voorzitter

,

J. van Cuilenburg

Commissaris

,

I. Brakman

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Artikel 1, aanhef en onderdelen g, ll, pp en qq van de Mediawet

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • g. programma-onderdeel: een duidelijk afgebakend en als zodanig herkenbaar onderdeel van een programma;

  • ll. sponsoren van een programma-onderdeel: het verstrekken van financiële of andere bijdragen door een overheidsbedrijf of particuliere onderneming die zich gewoonlijk niet bezighoudt met omroepactiviteiten of met de vervaardiging van audiovisuele producties, ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van een programma-onderdeel, teneinde de uitzending daarvan als programma-onderdeel te bevorderen of mogelijk te maken;

  • pp. evenement: een tevoren georganiseerde publieke gebeurtenis op het terrein van sport en cultuur;

  • qq. sportwedstrijd: een wedstrijd of de voorbereiding op een wedstrijd, georganiseerd door of onder auspiciën van de door het NOC*NSF erkende nationale sportorganisaties en hun geledingen, of door vergelijkbare internationale, al dan niet overkoepelende sportorganisaties, dan wel een andere wedstrijd of de voorbereiding op een wedstrijd van een sport die door het NOC*NSF als sport is aangemerkt.

Artikel 71k van de Mediawet

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 De programmaonderdelen van een commerciële omroepinstelling worden uitsluitend gesponsord, indien die instelling een programmastatuut tot stand heeft gebracht waarin ten minste waarborgen zijn opgenomen voor de redactionele onafhankelijkheid van haar werknemers, belast met de samenstelling van de programma’s, ten opzichte van de sponsors.

  • 2 Aan het begin of aan het einde van een gesponsord programmaonderdeel worden, ter informatie van het publiek, alle sponsors vermeld. De vermelding gebeurt door middel van naam of (beeld)merk en is zodanig vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk.

  • 3 In een gesponsord programmaonderdeel mogen producten of diensten van een sponsor worden vermeld of getoond, indien het publiek niet door middel van specifieke aanprijzingen of anderszins wordt aangespoord tot het kopen of huren van die producten of tot het afnemen van die diensten.

  • 4 Commerciële omroepinstellingen bedingen of aanvaarden geen sponsorbijdragen van personen, bedrijven of instellingen:

    • a. die zich voornamelijk bezighouden met de productie of verkoop van sigaretten of andere tabaksproducten, of

    • b. die gebruik maken van namen of (beeld)merken die tevens worden gebruikt door personen, bedrijven of instellingen als bedoeld in onderdeel a, of daarmee een zo sterke gelijkenis vertonen dat het publiek redelijkerwijs de indruk krijgt dat het mede de naam of het (beeld)merk van een persoon, bedrijf of instelling als bedoeld in onderdeel a betreft.

  • 5 Programmaonderdelen van commerciële omroepinstellingen die toestemming hebben verkregen, bestaande uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie, worden niet gesponsord.

  • 6 Indien een gesponsord programmaonderdeel uit het buitenland is aangekocht en aldaar ten behoeve van het buitenlandse publiek reeds als programma is uitgezonden, is dit artikel slechts van toepassing voor zover de sponsorbijdragen worden verstrekt ten behoeve van de aankoop van het programmaonderdeel door de commerciële omroepinstelling.

  • 7 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een programmaonderdeel waarvoor een overheidsinstelling of een andere instelling dan bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, een financiële of andere bijdrage heeft verstrekt ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van dat programmaonderdeel, teneinde de uitzending daarvan als programmaonderdeel te bevorderen of mogelijk te maken.

Artikel 71l van de Mediawet

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Aan het begin of aan het einde van een programmaonderdeel van een commerciële omroepinstelling bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement dat niet voornamelijk bestemd is om als programmaonderdeel te worden uitgezonden, mogen de namen of (beeld)merken van die personen, bedrijven of instellingen, die een financiële of andere bijdrage hebben verstrekt aan de totstandkoming van het evenement, worden vermeld of getoond. De vermelding of vertoning is zodanig vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van personen, bedrijven of instellingen;

    • a. die zich voornamelijk bezighouden met de productie of verkoop van sigaretten of andere tabaksproducten; of

    • b. die gebruik maken van namen of (beeld)merken die tevens worden gebruikt door personen, bedrijven of instellingen als bedoeld in onderdeel a, of daarmee een zo sterke gelijkenis vertonen dat het publiek redelijkerwijs de indruk krijgt dat het mede de naam of het (beeld)merk van een persoon, bedrijf of instelling als bedoeld in onderdeel a betreft.

Artikel 71m van de Mediawet

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 71j, 71k, tweede en derde lid, en 71l, eerste lid, worden in de programma’s van commerciële omroepinstellingen geen namen, (beeld)merken, producten, diensten of activiteiten van personen, bedrijven of instellingen vermeld of getoond, indien de desbetreffende commerciële omroepinstelling, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, daarmee beoogt of mede beoogt het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen.

  • 2 Het vermelden of tonen van een naam, (beeld)merk, product, dienst of activiteit van een persoon, bedrijf of instelling in een programma wordt geacht te geschieden met het oogmerk, bedoeld in het eerste lid, indien zulks tegen betaling geschiedt.

  • 3 Het Commissariaat voor de Media kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het eerste lid.

  • 4 Dit artikel is niet van toepassing op reclameboodschappen en telewinkelboodschappen.

Naar boven