Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006

[Regeling materieel uitgewerkt per 11-02-2007.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 15-12-2007 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 28 juni 2005, houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de handel in groenten en fruit voor het jaar 2006 (Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 12 tot en met 14, van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 7 juni 2005;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a. de handel

    :

    het aankopen en verkopen van producten aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften;

    b. het bewerken

    :

    alle handelingen waarbij van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren;

    c. de ondernemer

    :

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de handel wordt uitgeoefend in de verse of bewerkte producten:

    • 1. fruit, met uitzondering van slaggrondnoten en kopra;

    • 2. groenten, met uitzondering van zaden van groenten;

    d. de aankoopwaarde handel

    :

    het bedrag van de door de ondernemer, al dan niet via een afzetorganisatie, gedurende een kalenderjaar bij telers aangekochte en in Nederland geteelde groenten en fruitproducten;

    e. een afzetorganisatie

    :

    de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde producten verkoopt;

    f. uien

    :

    alle uien met uitzondering van zilveruien.

  • 4 Met de ondernemer als bedoeld in het derde lid, onder c, wordt gelijk gesteld de natuurlijke of rechtspersoon die groenten en fruit van telers aankoopt en deze zonder tussenkomst van andere handelaren verkoopt aan consumenten. Voor de aankoopwaarde handel wordt in dat geval uitsluitend in aanmerking genomen hetgeen van telers op deze wijze is aangekocht.

  • 5 Met de ondernemer als bedoeld in het derde lid, onder c, wordt ook gelijkgesteld de telersvereniging of afzetorganisatie die producten van telers aankoopt en deze vervolgens verkoopt aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is jaarlijks aan het Productschap Tuinbouw een heffing verschuldigd ten behoeve van aangelegenheden als milieuprojecten, kwaliteitscontrole, onderzoeken afzetbevordering.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd door de voorzitter, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag aankoopwaarde handel over het kalenderjaar 2006.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, wordt de heffing voor de handel in uien opgelegd over het aantal aangekochte netto kilogrammen. De heffing voor de handel ten behoeve van afzetbevordering van uien is voor 50% verschuldigd door degene die uien aankoopt bij telers en voor 50% verschuldigd door degenen die uien exporteert.

  • 3 De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde en bedraagt ten hoogste voor:

    a. groenten:

    0,14%;

    b. fruit:

    0,14%, en

    c. champignons:

    0,16%.

  • 4 De heffing als bedoeld in het tweede lid, wordt uitgedrukt in centen per aantal gekochte kilogrammen en bedraagt ten hoogste: € 31,70 per 100 ton voor kwaliteitscontrole en € 36,30 per 100 ton voor afzetbevordering.

  • 5 De hoogte van de heffing als bedoeld in het derde en vierde lid, wordt door middel van een besluit van het bestuur vastgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillende hoogten van de aankoopwaarde, onderscheidenlijk het aantal aangekochte kilogrammen, verschillende percentages respectievelijk bedragen.

  • 6 Geen heffing is verschuldigd, waar het kwaliteitscontrole betreft, indien en voor zover de ondernemer:

    • a. op contract teelt voor industrie die groenten en fruit verduurzaamt of bewerkt, of

    • b. voor producten (gewassen, groenten en fruit) waarvoor geen wettelijke kwaliteitseisen gelden. Tegelijk met de jaarlijkse vaststelling van de hoogte van de heffing als bedoeld in het vijfde lid, stelt het bestuur het percentage vast, waarmee de heffing voor die gevallen wordt verlaagd.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door de voorzitter door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan de voorzitter de heffingsplichtige een voorlopige heffing opleggen tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

  • 3 De heffingsplichtige kan bij wijze van voorschot de heffing ingeval van transacties via een afzetorganisatie in gedeelten voldoen. In dat geval houdt de afzetorganisaties per transactie in het door het bestuur vastgestelde percentage of vastgesteld tarief als bedoeld in artikel 3, vijfde lid.

  • 4 Voorschotten als bedoeld in het vierde lid, worden verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 5

De voorzitter kan, indien hem uit te zijner beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming blijkt met de werkelijkheid, een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens herzien en opnieuw opleggen.

Artikel 6

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

Artikel 7

  • 1 Het bestuur van het Productschap Tuinbouw is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is in verband daarmee bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven.

  • 2 Het bestuur van het Productschap Tuinbouw is bevoegd van het bij of krachtens deze verordening bepaalde gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen en aan zodanige ontheffing voorschriften te verbinden, bij welker niet, niet tijdig of niet behoorlijke nakoming de desbetreffende ontheffing geacht wordt niet te zijn verleend.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006.

De verordening en de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 28 juni 2005

J. van der Veen

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 22 september 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 17 augustus 2005, nr. TRCJZ/2005/2175.

Naar boven