Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2006

[Regeling materieel uitgewerkt per 03-06-2007.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 16-09-2006 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 28 juni 2005, houdende de vaststelling van een vakheffing voor bloemkwekerijproducten voor het jaar 2006 (Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2006)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

gelet op de artikelen 3, 7 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Sectorcommissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 18 mei 2005;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a. de bloemkwekerijproducten

    :

    siergewassen, bloemzaden daaronder begrepen, in blad-, bloem- of vruchtdragende toestand in hun geheel of gedeeltelijk, met uitzondering van:

    • 1: winterharde houtgewassen in hun geheel voorzover niet vervroegd of verlaat, alsmede kerstbomen zonder wortels en delen van winterharde houtgewassen welke voor vermeerdering zijn bestemd;

    • 2: voor zover in groene toestand de Japanse azalea's, alsmede variëteiten en hybriden daarvan;

    • 3: dahliastekken, begonia- en gloxiniaplantjes, uitsluitend bestemd voor de teelt van knollen, en

    • 4: aquariumplantenen niet-levende bloemkwekerijproducten;

    b. het uitgangsmateriaal

    :

    planten en plantendelen van bloemkwekerijproducten welke bestemd zijn voor de teelt van gebruiksklare (voor de consument geschikte) bloemkwekerijproducten, zoals stekken, zaaikisten en weefselkweekplanten

    c. het kweken van bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal

    :

    • 1: het ter verkrijging van een oogst brengen, hebben of houden in een al dan niet overdekt groeimedium van bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal;

    • 2: het ter bevordering van het verkrijgen van een oogst verrichten van alle wijzen van behandelen, bewerken, beschermen, bewaren en verzorgen van bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal, of

    • 3: het oogsten van bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal;

    d. de kweker

    :

    de ondernemer die bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal kweekt;

    e. de importeur

    :

    de ondernemer die bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal invoert;

    f. de omzet

    :

    het bruto-verkoopfactuurbedrag inclusief kosten doch exclusief BTW;

    g. de invoerwaarde

    :

    de cif-waarde van hetgeen de importeur heeft ingevoerd;

    h. de veiling

    :

    een organisatie die bemiddelt bij de aan- en verkopen van bloemkwekerijproducten.

  • 4 Onder het kweken van bloemkwekerijproducten en/of uitgangsmateriaal wordt mede begrepen het doen kweken.

  • 5 Deze verordening is niet van toepassing op bloemkwekerijproducten welke afkomstig zijn uit andere Lidstaten van de EU en in Nederland worden verhandeld.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De kweker, onderscheidenlijk de importeur, is over de door hem verhandelde, voor zover door hem gekweekte, onderscheidenlijk door hem geïmporteerde bloemkwekerijproducten of geïmporteerd uitgangsmateriaal, een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het jaar 2006, ten behoeve van aangelegenheden als: milieuaangelegenheden, onderzoek, kwaliteitscontrole en promotionele- en marketingsactiviteiten, alsmede ten behoeve van de algemene kosten van het productschap.

  • 3 De heffing als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

Artikel 3

  • 1 Ter uitvoering van artikel 2 doet de kweker of importeur bij het productschap aangifte van de door hem verhandelde, voor zover door hem gekweekte, onderscheidenlijk door hem geïmporteerde bloemkwekerijproducten of geïmporteerd uitgangsmateriaal.

  • 2 De opgave als bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 4

  • 1 De heffing die de kweker of importeur is verschuldigd, wordt opgelegd naar de omzet onderscheidenlijk het totaalbedrag van de invoerwaarde, gerealiseerd in het jaar waarover de heffing verschuldigd is.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de omzet en bedraagt voor:

    a.

    bloemkwekerijproducten (met uitzondering van bloemzaden):

    1,01%;

    b.

    uitgangsmateriaal:

    0,665%,en

    c.

    bloemzaden:

    1,000%.

    Voor kwekers van bloemzaden wordt bij de heffing, bij de berekening en oplegging van de heffing uitgegaan van een veronderstelde omzet van € 3.400 per hectare, welke omzet wordt toegepast naar rato van het areaal van de kweker van bloemzaden.

  • 3 Bij rechtstreekse verhandeling van geïmporteerde bloemkwekerijproducten door tussenkomst van een veiling wordt als invoerwaarde als bedoeld in het eerste lid aangemerkt de veilingwaarde.

  • 4 De importeur die aantoont dat:

    • a. hij de kweek van door hem geïmporteerde bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal binnen het eigen bedrijf heeft voortgezet,

    • b. die bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal vervolgens zijn verhandeld en dat door hem over die transacties de verschuldigde heffing is betaald,

    ontvangt van het productschap een restitutie ter grootte van de over de oorspronkelijke invoerwaarde van die bloemkwekerijproducten of uitgangsmateriaal betaalde heffing.

  • 5 De ondernemer die over door hem verhandelde bloemkwekerijproducten de heffing ter zake van de "Blumenwerbung" is verschuldigd ontvangt van het productschap een restitutie ter grootte van die heffing met een maximum van: 0,1% van de waarde van vorenbedoelde bloemkwekerijproducten, mits hij aantoont dat:

    • a. hij die heffing heeft betaald, en

    • b. hij over vorenbedoelde door hem verhandelde bloemkwekerijproducten de vakheffing was verschuldigd.

  • 6 De handelaar die aantoont dat hij via de veiling ingekochte bloemkwekerijproducten via de veiling heeft doorverkocht en dat over die inkoop- en verkoopwaarde vakheffing is betaald, ontvangt van het productschap een rèstitutie over de verkoopwaarde ten hoogste van: 1,01%.

  • 7 Voor de kweker, die aantoont dat hij uitgangsmateriaal heeft verhandeld aan een snijbloemen- of potplantenkweker en waarvoor ten behoeve van de verhandeling extra kosten zijn gemaakt, geldt dat de omzet waarover de vakheffing wordt berekend, wordt verminderd met: 60%.

  • 8

    • a. Bedrijven die in aanmerking willen komen voor een gedeeltelijke verlaging van het heffingstarief, dienen over het betrokken kalenderjaar de gecertificeerde jaarrekening aan het productschap te overleggen.

    • b. Wanneer het productschap vaststelt dat op jaarbasis de heffingsgrondslag van aangekochte bloemkwekerijproducten hoger is dan € 11.344.505,=, wordt over:

      • 1. het bedrag tussen € 0,0 - € 11.344.505,= het heffingstarief van 0,345% toegepast,

      • 2. het bedrag tussen € 11.344.505,= en € 50.000.000,= het verlaagde heffingstarief van 0,245% toegepast, en

      • 3. het bedrag groter dan € 50.000.000,=, het verlaagde heffingstarief van 0,45% toegepast.

    • c. Wanneer het productschap vaststelt dat op jaarbasis de heffingsgrondslag van zelfgekweekte bloemkwekerijproducten (niet zijnde uitgangsmateriaal) hoger is dan € 6.000.000,=, wordt over:

      • 1. de eerste € 6.000.000,= het heffingstarief van 1,01% toegepast, en

      • 2. het bedrag hoger dan € 6.000.000,= het verlaagde heffingstarief van 0,76% toegepast.

    • d. Aanvragen voor restitutie moeten worden ingediend binnen één jaar na afloop van het jaar waarover de restitutie wordt gevraagd en vergezeld gaan van een accountantsverklaring.

  • 9 Voor 2006 geldt dat het aan het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Bloemen en Planten (HAGBP) af te dragen bedrag wordt vastgesteld op de som van:

    • a. 90% van 9/109 deel van de jaarlijkse opbrengst van de in eerder genoemde verordening bedoelde heffing op het eindproduct;

    • b. 100% van 9/66,5 deel van de jaarlijkse opbrengst van de in eerder bedoelde heffing op het uitgangsmateriaal.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 5

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 6

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming, niet in overeenstemming met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 7

Een kweker, onderscheidenlijk een importeur van bloemkwekerijproducten wordt geacht, indien hij door hem gekweekte, onderscheidenlijk geïmporteerde bloemkwekerijproducten door tussenkomst van een veiling verhandelt, aan zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 2 ten aanzien van de op vorenbedoelde wijze verhandelde producten te hebben voldaan, indien hij de desbetreffende veiling heeft gemachtigd namens hem aan het productschap de door hem verschuldigde heffing te voldoen en deze heffing door het productschap is ontvangen.

Artikel 8

  • 1 De verkoper van bloemkwekerijproducten heeft het recht aan de afnemers van door hem gekweekte bloemkwekerijproducten onderscheidenlijk van door hem rechtstreeks doorverhandelde bloemkwekerijproducten, het hieronder genoemde heffingspercentage van het verkoopbedrag der door hem aan die afnemers verhandelde bloemkwekerijproducten in rekening te brengen van: 0,435%.

  • 2 Indien een verkoper van bloemkwekerijproducten, van het hem in het vorige lid toegekende recht gebruik maakt, zijn de desbetreffende afnemers verplicht het aan hen krachtens het bepaalde in het vorige lid in rekening gebracht, aan die verkoper te voldoen.

  • 3 Deze bepaling is niet van toepassing op de verkoop van bloemzaden en uitgangsmateriaal.

Artikel 9

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2006.

Deze verordening en de bijbehorende toelichting zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 28 juni 2005

J. van der Veen

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 11 augustus 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 13 september 2005, nr. TRCJZ/2005/2182.

Naar boven