Circulaire Onderhoudsbaggerspecie

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 06-07-2005 t/m heden

Circulaire Onderhoudsbaggerspecie

Geacht college, geacht waterschapsbestuur,

In deze circulaire vraag ik uw aandacht voor de regionale onderhoudsbaggerspecie. Ik verwijs naar het Tienjarenscenario waterbodems (TJS) voor de urgentie van de problematiek en de noodzaak om in afwachting van toekomstige regelgeving die is aangekondigd in de Beleidsbrief bodem nu reeds de mogelijkheden van de huidige regelgeving te benutten om problemen te verlichten. Ik schets het toekomstperspectief van de regelgeving voor grond en bagger, specifiek gericht op de veranderingen ten opzichte van de huidige regelgeving voor onderhoudsbaggerspecie. In dit verband vraag ik uw aandacht voor de resultaten van het project Bagger en Bodem dat in opdracht van het bestuurlijk overleg TJS voorwerk heeft gedaan voor de herziening van de regelgeving voor het op land brengen van onderhoudsbaggerspecie. Als eerste breng ik twee onderdelen in de regelgeving voor het verspreiden en toepassen van baggerspecie onder uw aandacht waarbij een nadere interpretatie kan helpen de knelpunten in de praktijk te verlichten. Bovendien wijs ik u op de ‘Handreiking verspreiding en toepassing van bagger’ en de mogelijkheden die het Bouwstoffenbesluit en de bevoegdheid van GS om ontheffing van het stortverbod buiten inrichtingen te verlenen bieden. Ik doe een beroep op u als betrokken overheden om waar dat nodig is in gezamenlijk overleg, actief te zoeken naar mogelijkheden en locaties om onderhoudsbaggerspecie toe te passen, waarbij het huidige beleid met betrekking tot stand-still en instemming van de perceelseigenaar uiteraard van toepassing blijft. Daarbij is het van belang de perceelseigenaar van de relevante informatie te voorzien, zodat deze een beargumenteerde beslissing kan nemen over het accepteren van de bagger. Tenslotte wijs ik u op de mogelijkheid gebruik te maken van ondersteuning door de organisatie Bodem+.

Tienjarenscenario waterbodems

Het TJS, dat het kabinet met een begeleidende brief aan de Tweede Kamer heeft aangeboden (kamerstukken II 2001/02, 26 401, nr 28), heeft gesignaleerd dat er een grote baggerachterstand is in Nederland. In de beleidsaanbevelingen van het TJS is onder andere aangedrongen op een impuls voor het hergebruik van baggerspecie als bodem en als bouwstof. Ook vragen die beleidsaanbevelingen aandacht voor de complexe regelgeving die op met name hergebruik van bagger als bodem van toepassing is.

Beleidsbrief bodem en toekomstperspectief onderhoudsbaggerspecie

In de Beleidsbrief bodem (kamerstukken II 2003/04, 28 663 en 28 199, nr. 13) is aangekondigd dat de regels voor het op land brengen van onderhoudsbaggerspecie, die nu zijn vastgelegd in het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen, zullen worden herzien en zullen worden geïntegreerd met de regels voor het toepassen en hergebruik van grond. Die nieuwe regelgeving is gepland in werking te treden met ingang van 1 januari 2007.

Onder de regie van het Bestuurlijk overleg TJS hebben de betrokken overheden, in het project Bagger en Bodem, gewerkt aan de voorbereiding van die herziening voor zover die betrekking heeft op het op land verspreiden van baggerspecie. De resultaten daarvan worden in overweging genomenbij het ontwikkelen van de integrale regelgeving voor het toepassen en hergebruik van grond en baggerspecie.

Ruimte in de huidige regelgeving

Omdat de nieuwe regelgeving niet voor 2007 in werking zal treden heeft het Bestuurlijk overleg TJS er, gelet op de achterstand bij het onderhoudsbaggeren, op aangedrongen goed te bezien welke extra ruimte de huidige regelgeving biedt voor het verantwoord op land brengen van onderhoudsbaggerspecie.

Die exercitie heeft het volgende opgeleverd:

  • een nadere interpretatie op twee punten van bestaande regels die beoogt meer ruimte voor verspreiding van baggerspecie te bieden.

  • Informatie over ruimte die de huidige regelgeving al biedt; deze is bijeengebracht in de Handreiking verspreiding en toepassing van baggerspecie

Nadere interpretatie bestaande regels

Bezien is waar de huidige regelgeving, zonder deze aan te passen extra ruimte biedt voor het op land toepassen van onderhoudsbaggerspecie. Dit heeft geresulteerd in twee elementen van de regelgeving voor verspreiden en toepassen van baggerspecie die een nadere toelichting behoeven. Dit betreft het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen en de Vrijstellingsregeling grondverzet.

Het begrip ‘direct aan het oppervlaktewater grenzende percelen’ in het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen

Het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen bepaalt dat baggerspecie klasse 1 en 2 alleen op de direct aan het oppervlaktewater grenzende percelen mag worden gebracht, waarbij voor klasse 2 specie geldt dat dit alleen over een breedte van maximaal 20 meter mag worden opgebracht. In de praktijk wordt de bepaling ‘direct aan het oppervlaktewater grenzende percelen’ soms heel strikt gehanteerd, waardoor baggerspecie bijvoorbeeld wordt afgevoerd naar een opslag- of stortlocatie wanneer over een beperkte lengte langs de watergang geen ruimte is om de baggerspecie op de kant te zetten, omdat daar bebouwing met aanpalende erven aanwezig is. Een dergelijke strikte interpretatie van het begrip ‘direct aan de watergang grenzend perceel’ is onnodig en ongewenst. Het begrip direct aan het oppervlaktewater grenzend perceel biedt een zekere ruimte om dit soort situaties praktisch te benaderen. Vaak is er voor de betreffende baggerspecie op een ander perceel dat grenst aan dezelfde watergang wél ruimte. Het begrip direct aan het oppervlaktewater grenzend perceel laat afzet van baggerspecie op zo’n perceel toe. Bepalend is dat het perceel aan dezelfde watergang is gelegen. De normale regels uit het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen blijven daarbij van toepassing, dat wil zeggen dat klasse 1 specie over het aangrenzende perceel, en klasse 2 specie binnen 20 meter uit de grens van de watergang op land mag worden gebracht. Ook mag de hier geschetste werkwijze er niet toe leiden dat de baggerspecie op die percelen waar wél ruimte is in onevenredige hoeveelheden wordt opgebracht.

Vrijstellingsregeling grondverzet ook van toepassing op hergebruik als bodem van natte baggerspecie

De Vrijstellingsregeling grondverzet is een vrijstellingsregeling onder het Bouwstoffenbesluit en biedt ruimte om licht verontreinigde grond onder voorwaarden als bodem toe te passen. In de huidige toelichting bij de Vrijstellingsregeling grondverzet wordt het als bodem toepassen van niet-gerijpte baggerspecie uitgesloten. De vrijstellingsregeling zelf en het Bouwstoffenbesluit waarop de vrijstellingsregeling is gebaseerd bieden echter wel de ruimte om ook niet-gerijpte baggerspecie als bodem toe te passen. Met deze circulaire wijs ik u op deze mogelijkheid. Onder het regime van de Vrijstellingsregeling grondverzet mag ook natte baggerspecie als bodem worden toegepast. Bij die toepassing gelden voor baggerspecie dezelfde voorwaarden die ook voor het toepassen van licht verontreinigde grond gelden.

De milieuhygiënisch belangrijkste voorwaarde in dit verband is het stand-still-principe. De Vrijstellingsregeling grondverzet staat alleen hergebruik van grond en baggerspecie als bodem toe wanneer de kwaliteit van de op te brengen grond of baggerspecie gelijk is aan of beter is dan de kwaliteit van de ontvangende bodem. Ook de procesvoorwaarden uit de Vrijstellingsregeling grondverzet, een door gemeente of provincie vastgestelde bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan voor de locatie van de ontvangende bodem zijn van toepassing.

Tot slot geldt natuurlijk dat toepassing van grond en baggerspecie op basis van de Vrijstellingsregeling grondverzet alleen kan plaatsvinden met instemming van de eigenaar van de ontvangende bodem. Ik hecht temeer aan deze interpretatie van de Vrijstellingsregeling grondverzet, omdat daarmee een eerste stap wordt gezet op weg naar de in de Beleidsbrief bodem aangekondigde integratie van de regels voor hergebruik van grond en baggerspecie. Door de Vrijstellingsregeling grondverzet ook van kracht te laten zijn voor niet-gerijpte baggerspecie worden grond en baggerspecie gelijk behandeld bij het als bodem toepassen. Dit biedt ruimte om baggerspecie, inclusief delen van klasse 3 baggerspecie, als bodem te gebruiken op bodems van vergelijkbare of slechtere kwaliteit.

Overige relevante regels: Handreiking verspreiding en toepassing van bagger

Het project Bagger en Bodem heeft een ‘Handreiking verspreiding en toepassing van bagger’ ontwikkeld. In deze handreiking worden de mogelijkheden voor het verspreiden, toepassen en hergebruik van baggerspecie op een rijtje gezet en toegelicht aan de hand van voorbeelden. De handreiking doet een dringend beroep op alle betrokkenen om actief te verkennen welke mogelijkheden voor hergebruik van baggerspecie er in de huidige situatie zijn. De handreiking gaat in op de bevoegdheid van GS om in individuele gevallen ontheffing te verlenen van het stortverbod buiten inrichtingen en behandelt ook de mogelijkheden die het toepassen in een werk als bouwstof onder het Bouwstoffenbesluit biedt. Ik beveel die handreiking van harte bij u aan omdat deze de problematiek verduidelijkt en oplossingen aanreikt.

De handreiking is te downloaden vanaf de website van de organisatie Bodem+ (zie hieronder).

Bevoegdheid van GS om ontheffing te verlenen van het stortverbod buiten inrichtingen

Gedeputeerde Staten hebben op grond van artikel 10.63 van de Wet milieubeheer de bevoegdheid om in individuele gevallen ontheffing te verlenen van het stortverbod buiten inrichtingen uit de Wet milieubeheer. Deze bevoegdheid biedt ruimte om in individuele gevallen waarin daar aanleiding voor is baggerverspreiding toe te staan die op grond van het Besluit vrijstellingen stortverbod buiten inrichtingen niet mogelijk is. Hierbij kan worden gedacht aan het verspreiden van klasse 2 baggerspecie op aan het oppervlaktewater grenzende percelen buiten de 20 meter grens, wanneer het hanteren van de 20 metergrens tot een ongewenste ophoging van de perceelsranden leidt.

Toepassing als bouwstof

Baggerspecie kan ook als bouwstof worden toegepast onder het regime van het Bouwstoffenbesluit. In 2004 is de Tijdelijke vrijstellingsregeling eisen grond en bagger van kracht geworden, om ervoor te zorgen dat grond en baggerspecie niet als bouwstof werden afgekeurd op grond van van nature in grond en baggerspecie voorkomende stoffen. Deze vrijstellingsregeling maakt het mogelijk om een groot deel van de klasse 1, 2 en 3 baggerspecie in werken toe te passen.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Bij het verwijderen van onderhoudsbaggerspecie komt deze uit de waterbodem en wordt veelal op de landbodem gebracht. De baggerspecie gaat daarmee ook in bestuurlijke zin over van de waterbeheerder, naar het bevoegd gezag voor de landbodem. Met name voor de niet meteen verspreidbare baggerspecie geldt dat de betrokken overheden gezamenlijk er aan kunnen bijdragen dat er ruimte wordt gevonden voor bestemmingen voor die onderhoudsspecie. Ik vestig hier nog eens de aandacht op een passage in de Beleidsbrief bodem over dit onderwerp.

‘Het verplaatsen van verontreinigd bodemmateriaal (grond en baggerspecie) wordt in het perspectief van bodembeheer niet zozeer beschouwd als een probleem, maar als toepassing van bodemmateriaal onder voorwaarden. Het is zaak dat vroegtijdig in de ruimtelijke planvorming rekening wordt gehouden met vrijkomende grond en baggerspecie. Zo zouden locaties in kaart moeten worden gebracht waar die grond en baggerspecie weer als bodem kunnen worden toegepast. Dit draagt bij aan het realiseren van doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer.’

Ik doe een beroep op de betrokken overheden (waterschappen, gemeenten en provincies) om invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid om op die manier bij te dragen aan het vinden van verantwoorde oplossingen voor de onderhoudsbaggerspecie.

Informatiepunt bij Bodem+

De organisatie Bodem+ fungeert met ingang van 1 januari 2005 als informatiepunt voor de Handreiking verspreiding en toepassing van baggerspecie.

Het informatiepunt geeft antwoord op vragen over de verspreiding en toepassing van baggerspecie binnen het huidige beleidsmatige en juridische kader. Het geeft uitleg over milieuregelgeving en biedt informatie over praktijksituaties. Daarnaast is het informatiepunt behulpzaam bij het verkennen van de mogelijkheden voor hergebruik van baggerspecie. Het informatiepunt staat in nauw contact met mijn ministerie zodat het u tevens kan informeren over de laatste stand van zaken met betrekking tot de nieuwe regels die worden ontwikkeld voor het toepassen en hergebruik van grond en baggerspecie. Bodem+ is te bereiken op deze website: www.bodemplus.nl

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Naar boven