Wet van 16 juni 2005, houdende regels met betrekking tot het in gebruik geven van
grond ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen aan wegen in beheer bij het
Rijk (Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is overeenkomsten voor het
gebruik van grond ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen aan wegen in beheer
bij de Staat door middel van een veiling toe te wijzen, teneinde aldus de prijsconcurrentie
op de markt van motorbrandstoffen langs wegen in beheer bij het Rijk te vergroten,
de toetredingsmogelijkheden tot die markt te verruimen, en de Staat een vergoeding
te bieden voor zijn bijdrage aan het tot stand brengen van die markt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: