Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-06-2005 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 9 juni 2005, nr. VG 2005-0051M, houdende bepalingen inzake taken en werkwijze van de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid)

De Staatssecretaris van Financiën,

Mede namens de Ministers van Verkeer en Waterstaat, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Defensie;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. RVR: Raad voor Vastgoed Rijksoverheid;

  • b. regio-RVR: regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid;

  • c. diensten: de in artikel 3, eerste lid genoemde directies en directoraten-generaal;

  • d. bewindspersonen: de in artikel 3, eerste lid genoemde ministers en staatssecretaris;

  • e. ProRail: taakorganisatie belast met de aanleg en het beheer van spoorweginfrastrucuur onder aansturing van de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 3. Samenstelling RVR

  • 1 De RVR bestaat uit een voorzitter, een secretaris en de navolgende leden:

    • a. de directeur van de dienst Domeinen, namens de Staatssecretaris van Financiën;

    • b. de plaatsvervangend directeur-generaal van de Rijkswaterstaat, namens de Minister van Verkeer en Waterstaat;

    • c. de directeur van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen, namens de Staatssecretaris van Defensie;

    • d. de directeur Vastgoed van de Rijksgebouwendienst, namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • e. de directeur van de Dienst Landelijk Gebied, namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

  • 2 Het lid namens de Minister van Verkeer en Waterstaat vertegenwoordigt ProRail in de RVR op een door ProRail en de RVR nader overeen te komen wijze.

Artikel 4. Werkwijze RVR

  • 1 De leden van de RVR kunnen zich bij afwezigheid of ontstentenis laten vertegenwoordigen door een in overleg met de voorzitter aangewezen vaste plaatsvervanger.

  • 2 Aan de voorzitter en de secretaris komt geen stemrecht toe.

  • 3 Besluitvorming vindt plaats op basis van unanimiteit, dan wel bij meerderheidsbeslissing indien de RVR unaniem aangeeft hiermee in te stemmen.

  • 5 De functie van secretaris wordt uitgeoefend door de directeur van de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën.

  • 6 De RVR regelt zijn werkwijze nader in een reglement van orde.

Artikel 5. Regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid

  • 1 Er zijn regionale Raden voor Vastgoed Rijksoverheid.

  • 2 De RVR stelt de grenzen van de regio-RVR vast.

Artikel 6. Samenstelling regio-RVR

  • 1 De regio-RVR bestaat uit een voorzitter, een of meer secretarissen en leden vertegenwoordigende de navolgende diensten:

    • a. dienst Domeinen (Ministerie van Financiën);

    • b. Rijkswaterstaat (Ministerie van Verkeer en Waterstaat);

    • c. Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (Ministerie van Defensie);

    • d. Rijksgebouwendienst (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer);

    • e. Dienst Landelijk Gebied (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit);

    • f. ProRail.

  • 2 Bij de invulling van de functies van voorzitter en secretaris geldt een evenredige vertegenwoordiging van de in het eerste lid onder a tot en met e genoemde diensten.

Artikel 7. Werkwijze regio-RVR

  • 1 De voorzitter bekleedt tevens het lidmaatschap namens de dienst die hij vertegenwoordigt.

  • 2 De voorzitter en de secretaris worden op voordracht van de regio-RVR benoemd door de RVR.

  • 3 De voorzitter en de leden hebben stemrecht. Aan de secretaris komt geen stemrecht toe.

  • 4 Besluitvorming vindt plaats op basis van unanimiteit, dan wel bij meerderheidsbeslissing indien de regio-RVR unaniem aangeeft hiermee in te stemmen.

  • 5 De nadere werkwijze van de regio-RVR wordt geregeld in het reglement van orde bedoeld in artikel 4, zesde lid.

Artikel 8. Taken RVR en regio-RVR

  • 1 De RVR heeft de navolgende taken:

    • a. het nemen van maatregelen die de rol van het Rijk als partij op de vastgoedmarkt in Nederland versterken binnen de kaders van het grondbeleid van het Rijk;

    • b. het waarborgen van samenwerking tussen de diensten gericht op het doelmatig aankopen, verkopen en beheren van vastgoed door het Rijk, om tijdig en tegen zo laag mogelijke kosten vastgoed beschikbaar te hebben voor het realiseren van publieke doelstellingen;

    • c. het bevorderen van bedrijfseconomische afwegingen bij beslissingen van het Rijk over anticiperende transacties met vastgoed;

    • d. het adviseren van de bewindspersonen gevraagd of ongevraagd over het vastgoedbeleid van het Rijk.

  • 2 De regio-RVR heeft de taken genoemd in het eerste lid onder a tot en met c.

Artikel 9. Verplichte afstemming

  • 1 De RVR waarborgt dat grondtransacties (aan- en verkoop) waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze vanwege hun aard, locatie of omvang de belangen van het Rijk als geheel, dan wel van meer dan één dienst raken, tussen de diensten worden afgestemd. De RVR stelt daartoe een zodanige werkwijze vast dat slagvaardig handelen van de diensten eveneens is gewaarborgd.

  • 2 De RVR of de regio-RVR worden in elk geval gehoord over voornemens van de diensten tot:

    • a. vaststelling of wijziging van beleid op het gebied van aankoop, verkoop en daarmee verband houdend beheer van grond;

    • b. investering in informatiesystemen voor zover deze het werkgebied van de RVR raken;

    • c. samenwerking met andere organisaties binnen en buiten de overheid op het werkterrein van de RVR.

  • 3 Elk lid van de RVR of de regio-RVR kan verzoeken een voornemen verband houdende met het operationeel vastgoedbeleid van een dienst tot onderwerp van verplichte afstemming in de RVR of de regio-RVR te maken.

  • 4 Indien de RVR geen gehoor geeft aan een verzoek als bedoeld in het derde lid, brengt de voorzitter van de RVR dit schriftelijk ter kennis van de bewindspersonen. De bewindspersonen nemen terzake een bindend besluit.

  • 5 Indien de regio-RVR geen gehoor geeft aan een verzoek als bedoeld in het derde lid, brengt de voorzitter van de betreffende regio-RVR dit schriftelijk ter kennis van de RVR. De RVR neemt terzake een bindend besluit.

Artikel 10. Werkprogramma

  • 1 De RVR stelt jaarlijks een werkprogramma op. Een beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden van de regio-RVR wordt bij het werkprogramma gevoegd.

  • 2 De RVR stelt het werkprogramma eerst vast nadat dit aan de bewindspersonen ter goedkeuring is voorgelegd en instemming is verkregen.

  • 3 De RVR en de regio-RVR kunnen besluiten andere werkzaamheden dan welke in het werkprogramma zijn genoemd ter hand te nemen.

  • 4 Ingeval de RVR daartoe besluit stelt de voorzitter van de RVR de bewindspersonen daarvan vooraf schriftelijk in kennis.

  • 5 Ingeval de regio-RVR daartoe besluit stelt de voorzitter van de regio-RVR de RVR daarvan vooraf in kennis.

Artikel 11. Jaarverslag

  • 1 De RVR biedt de bewindspersonen jaarlijks een verslag aan van de verrichte werkzaamheden.

  • 2 Een beschrijving van de door de regio-RVR verrichte werkzaamheden wordt bij het jaarverslag gevoegd.

Artikel 12. Commissies, project- of werkgroepen

  • 1 De RVR en de regio-RVR kunnen besluiten vaste of tijdelijke commissies, project- of werkgroepen in te stellen.

  • 2 De RVR en de regio-RVR stellen de taakstelling, de werkzaamheden en de bezetting van commissies, project- of werkgroepen vast.

Artikel 13. Ondersteuning

  • 1 De ondersteuning van de RVR berust bij de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën.

  • 2 De ondersteuning van de regio-RVR berust bij het secretariaat van de regio-RVR.

  • 3 De diensten detacheren ieder minimaal één medewerker ten behoeve van de projectdirectie vastgoed van het Ministerie van Financiën.

  • 4 De diensten dragen ieder de eigen kosten die voortkomen uit te verrichten werkzaamheden voor de RVR en de regio-RVR.

Artikel 14. Evaluatie

  • 1 De RVR stelt in 2007 een verslag op over de doelmatigheid en de effecten van het Rijksvastgoedbeleid en de werkzaamheden van de RVR.

  • 2 Nadat het verslag is vastgesteld door de RVR wordt het toegezonden aan de bewindspersonen.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst.

Artikel 18. Citeertitel

Deze regeling wordt aangeduid als: Regeling taken en werkwijze Raad voor Vastgoed Rijksoverheid.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

J.G. Wijn

Naar boven