Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005

[Regeling vervallen per 01-03-2008.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-07-2005 t/m 31-10-2006

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juni 2005, nr. WJZ/2005/24012 (8158), houdende vaststelling van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005 (Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gehoord de departementale ondernemingsraad;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. ministerie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • b. bewindspersoon: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • c. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • d. staatssecretaris: Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • e. secretaris-generaal: secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • f. plaatsvervangend secretaris-generaal: plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • g. directeur-generaal: directeur-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • h. inspecteur-generaal: inspecteur-generaal van het onderwijs,

  • i. hoofd van het agentschap: hoofddirecteur van het agentschap Centrale Financiën Instellingen of directeur van het agentschap Rijksarchiefdienst,

  • j. directeur: directeur van een directie, een programmadirectie of een dienst als bedoeld in bijlage 1,

  • k. budgethouder: functionaris die verantwoordelijk is voor een rechtmatig en doelmatig financieel beheer van de aan hem toegewezen budgetten,

  • l. budget: aan een budgethouder toegewezen verplichtingen- en kasbedrag(en) alsmede de te realiseren ontvangsten ter uitvoering van een deel van de begroting,

  • m. bestedingsplan: plan ter uitvoering van de begroting, opgesteld ten behoeve van het aangaan van verplichtingen, anders dan:

    • in het kader van de reguliere of aanvullende bekostiging van instellingen voor onderwijs of onderzoek op grond van een onderwijswet,

    • in het kader van het aangaan van verplichtingen uit hoofde van de cultuurnota,

    • subsidies op grond van artikel 34 van de Monumentenwet 1988, en

  • n. managementafspraak: afspraak omtrent de vertaling van beleidsdoelen in de begroting en de doelstellingen voor de interne bedrijfsvoering naar concrete acties en activiteiten, benodigde middelen en bevoegdheden of de prestatie- en kwaliteitsnormen ten aanzien van de te leveren producten of diensten, dan wel beide, met inbegrip van het bestedingsplan.

Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a. volmacht om in naam van een bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, en

  • b. machtiging om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3. Organisatie van het ministerie

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 Het ministerie bestaat uit:

    • a. de ondersteuningskolom waaronder de ondersteunende directies vallen,

    • b. drie beleidskolommen (directoraten-generaal) waaronder de beleidsdirecties vallen,

    • c. de Inspectie van het onderwijs,

    • d. de Erfgoedinspectie,

    • e. het agentschap Centrale Financiën Instellingen, en

    • f. het agentschap Rijksarchiefdienst.

  • 2 De secretaris-generaal kan programmadirecties en projecten instellen en mandaat verlenen aan projectleiders.

  • 4 De organisatie van het ministerie wordt nader vastgesteld door middel van de bij dit besluit behorende bijlage 1.

  • 5 Wijziging van bijlage 1 geschiedt door de secretaris-generaal.

  • 6 De directeur Human Resource Management draagt zorg voor bekendmaking van bijlage 1 door openbare ter inzage legging op het ministerie en door plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie.

Artikel 4. Voorbehouden aan bewindspersonen

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 Aan de bewindspersoon is voorbehouden het afdoen en ondertekenen van stukken:

    • a. gericht aan de Koningin,

    • b. gericht aan de Raad van Ministers van het Koninkrijk, de Raad van Ministers en de daaruit gevormde colleges,

    • c. gericht aan ministers en staatssecretarissen,

    • d. gericht aan autoriteiten in binnen- en buitenland, gelijk of hoger in rang dan een minister of staatssecretaris,

    • e. gericht aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en de voorzitters van de uit die Kamers gevormde commissies,

    • f. gericht aan de Raad van State van het Koninkrijk en de Raad van State,

    • g. gericht aan de Algemene Rekenkamer,

    • h. houdende beslissingen op een bezwaarschrift of een beroepschrift,

    • i. betreffende het nemen van beloningsbesluiten ten aanzien van ambtenaren waarbij de secretaris-generaal als direct-leidinggevende optreedt, en

    • j. houdende algemeen verbindende voorschriften.

  • 2 Aan de minister is voorbehouden het afdoen en ondertekenen van stukken:

    • a. houdende het sluiten van huur-, huurkoop- en lease-overeenkomsten voor een bedrag van meer dan € 2.500.000 voor de duur van de overeenkomst, en

    • b. de goedkeuring van het departementale bestedingsplan.

  • 3 De secretaris-generaal kan de stukken, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met h, afdoen en ondertekenen indien daarover afspraken zijn gemaakt tussen een bewindspersoon en de secretaris-generaal. De directeur Bestuursondersteuning en Advies draagt zorg voor bekendmaking van de afspraken, door openbare ter inzage legging op het ministerie en door plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie.

Artikel 5. Mandaat aan SG en PSG

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De secretaris-generaal heeft mandaat voor al hetgeen het ministerie betreft met inachtneming van de managementafspraak tussen de minister en de secretaris-generaal.

  • 2 De secretaris-generaal geeft rechtstreeks leiding aan de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, de inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie en de directeuren van de volgens bijlage 1 onder hem ressorterende dienstonderdelen.

  • 3 De plaatsvervangend secretaris-generaal geeft rechtstreeks leiding aan de hoofddirecteur van het agentschap Centrale Financiën Instellingen en de directeuren van de volgens bijlage 1 onder hem ressorterende dienstonderdelen.

  • 4 De plaatsvervangend secretaris-generaal vervangt de secretaris-generaal bij diens afwezigheid of verhindering en in de gevallen daartoe door de secretaris-generaal aangewezen. Hij treedt alsdan in de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de secretaris-generaal.

  • 5 Voorzover de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal rechtstreeks leiding geeft aan de directeuren van de volgens bijlage 1 onder hem ressorterende dienstonderdelen, zijn de voorschriften die van toepassing zijn op directeuren-generaal, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Mandaat aan DG’s

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De directeuren-generaal hebben, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal, binnen het kader van de managementafspraak mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden op het terrein van hun directoraat-generaal.

  • 2 De directeuren-generaal geven rechtstreeks leiding aan de directeuren van de onder hen ressorterende dienstonderdelen. De desbetreffende directeur-generaal geeft leiding aan de directeur van het agentschap Rijksarchiefdienst.

  • 3 De directeuren-generaal zijn budgethouder voor de hen door de secretaris-generaal toegewezen budgetten. De directeuren-generaal kennen aan de directeuren de budgetten toe waarover zij kunnen beschikken.

Artikel 7. Mandaat aan hoofden van de inspecties

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De inspecteur-generaal heeft, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal, met inachtneming van de Wet op het onderwijstoezicht en binnen het kader van de managementafspraak mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden die verband houden met de taken en verantwoordelijkheden op zijn werkterrein.

  • 2 De directeur van de Erfgoedinspectie heeft, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal, binnen het kader van de managementafspraak mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden die verband houden met de taken en verantwoordelijkheden op zijn werkterrein.

  • 3 De hoofden van de inspecties, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn budgethouder voor de hun door de secretaris-generaal toegewezen budgetten.

Artikel 8. Mandaat aan hoofden van de agentschappen

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De hoofden van de agentschappen hebben, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal, binnen het kader van de managementafspraak mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden die verband houden met de taken en verantwoordelijkheden op hun werkterrein.

  • 2 De hoofden van de agentschappen zijn budgethouder voor de hun door de secretaris-generaal toegewezen budgetten.

Artikel 9. Mandaat aan directeuren

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De directeuren hebben, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal en de directeuren-generaal, binnen het kader van de managementafspraak mandaat ten aanzien van de aangelegenheden die verband houden met de taken en verantwoordelijkheden op hun werkterrein.

  • 2 De directeuren zijn budgethouder voor de hun door de directeur-generaal toegewezen budgetten.

  • 4 Het verlenen van ondermandaat van de in het derde lid bedoelde bevoegdheden is niet mogelijk.

Artikel 10. Managementafspraken

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De secretaris-generaal maakt managementafspraken met de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, de inspecteur-generaal en de directeur van de Erfgoedinspectie.

  • 2 De secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de directeuren-generaal maken managementafspraken met de directeuren van de onder hen ressorterende directies en met de hoofden van de agentschappen.

  • 3 De directeur Human Resource Management draagt zorg voor bekendmaking van de managementafspraken voorzover het betreft daarin opgenomen beperkingen of uitbreidingen van een mandaat dat op grond van dit besluit is verleend, door openbare ter inzage legging op het ministerie en door plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie.

Artikel 11. Ondermandaat en mandaatregister

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, de inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie, de hoofden van de agentschappen en de directeuren kunnen ieder voor hun werkterrein ondermandaat verlenen, onverminderd artikel 9, vierde lid, artikel 12, tweede lid, en artikel 13, derde lid. Zij bepalen in hoeverre het verlenen van verder ondermandaat mogelijk is.

  • 2 Voor het verlenen van ondermandaat door een directeur die ressorteert onder de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of een directeur-generaal, is de goedkeuring door de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal onderscheidenlijk de directeur-generaal vereist. Voor machtiging om op treden in gerechtelijke procedures en ondermandaat inzake het passeren van notariële akten is de goedkeuring niet vereist.

  • 3 De directeur Human Resource Management draagt zorg voor bekendmaking van krachtens dit besluit verleende algemene ondermandaten en van de handtekeningen van de krachtens dit besluit gemandateerden, door openbare ter inzage legging op het ministerie en door plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie. De inspecteur-generaal en de hoofden van de agentschappen dragen zorg voor bekendmaking van de krachtens dit besluit door hen verleende ondermandaten, met inbegrip van de handtekeningen van de gemandateerden, door openbare ter inzage legging op het ministerie en plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie.

Artikel 12. Voorbehouden aan secretaris-generaal

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De secretaris-generaal is bij uitsluiting van anderen gemandateerd met betrekking tot:

    • a. koninklijke onderscheidingen,

    • b. voorstellen voor het vergezellen van de bewindspersoon bij buitenlandse dienstreizen,

    • c. stukken gericht aan de Nationale ombudsman,

    • d. de afwijzing van een verzoek om informatie ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur,

    • e. het nemen van beloningsbesluiten ten aanzien van ambtenaren, waarbij een directeur-generaal, de inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie of het hoofd van een agentschap als direct-leidinggevende optreedt,

    • f. besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van personele aangelegenheden betreffende ambtenaren in schaal 15 en hoger,

    • g. het verlenen van mandaat inzake een bevoegdheid, bedoeld in artikel 13,

    • h. het nemen van besluiten die voor alle ambtenaren van het ministerie gelden,

    • i. het openstellen van externe vacatures,

    • j. het bepalen van een standpunt inzake een gemeld vermoeden van een misstand,

    • k. besluiten inhoudende reorganisatieontslag, voorwaardelijk strafontslag of onvoorwaardelijk strafontslag,

    • l. voorstellen tot verzelfstandiging van een organisatieonderdeel,

    • m. de opstelling van het departementale bestedingsplan, waaronder inbegrepen het doen van voorstellen aan de minister met betrekking tot verschuiven van delen van budgetten tussen directeuren-generaal, inspecteur-generaal, directeur van de Erfgoedinspectie en hoofden van agentschappen,

    • n. de verlening van voorschotten als bedoeld in de Regeling verlening voorschotten 2004, voortvloeiend uit verplichtingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel h, van bedragen die hoger zijn dan € 5.000.000, en

    • o. de voorlopige buiteninvorderingstelling van vorderingen op derden, het kwijtschelden van vorderingen op derden, het deelnemen in een NV of BV met een financieel belang en het sluiten van huur-, huurkoop- en lease-overeenkomsten, een en ander voor een bedrag van meer dan € 500.000 voor de duur van de overeenkomst.

  • 2 Het verlenen van ondermandaat van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, is niet mogelijk.

Artikel 13. Voorbehouden aan DG, hoofd inspectie en hoofd agentschap

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De directeuren-generaal, de inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie en de hoofden van de agentschappen zijn bij uitsluiting van anderen, met uitzondering van de secretaris-generaal, gemandateerd met betrekking tot:

    • a. het instellen van bezwaar en beroep tegen besluiten van andere bestuursorganen,

    • b. het nemen van beloningsbesluiten ten aanzien van ambtenaren, waarbij de direct ondergeschikte van een directeur-generaal, de inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie of het hoofd van een agentschap als direct-leidinggevende optreedt,

    • c. het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 15, eerste lid, waaraan geen goedkeuring is verleend door de directeur Human Resource Management nadat dit aan de secretaris-generaal is voorgelegd,

    • d. goedkeuring van het voorbereiden van een reorganisatie door een directeur,

    • e. vaststelling of wijziging van het organisatie- en formatieplan van een onder hem ressorterend dienstonderdeel,

    • f. het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van personele aangelegenheden betreffende ambtenaren in schaal 13 en 14, onverminderd artikel 12, onderdelen e en f, en artikel 15, voorzover het betreft:

    • g. opstellen van het bestedingsplan voor zijn directoraat-generaal, inspectie of agentschap op basis van de bestedingsplannen van de onder hem ressorterende organisatieonderdelen,

    • h. het aangaan van verplichtingen op basis van het door de minister goedgekeurde departementale bestedingsplan die hoger zijn dan € 150.000,

    • i. de verlening van voorschotten als bedoeld in de Regeling verlening voorschotten 2004, voortvloeiend uit verplichtingen als bedoeld in onderdeel h, van bedragen die lager zijn dan € 5.000.000, en

    • j. de voorlopige buiteninvorderingstelling van vorderingen op derden, het kwijtschelden van vorderingen op derden, het deelnemen in een NV of BV met een financieel belang en het sluiten van huur-, huurkoop- en lease-overeenkomsten, een en ander voor een bedrag tot € 500.000 voor de duur van de overeenkomst.

  • 2 Voor het inhuren van externe professionals en uitzendkrachten door een directeur is voorafgaande goedkeuring van de directeur-generaal vereist voorzover het betreft bedragen boven € 60 per uur.

  • 3 Het verlenen van ondermandaat van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, is niet mogelijk.

Artikel 14. Afwezigheid of verhindering

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 De secretaris-generaal voorziet in de vervanging bij afwezigheid of verhindering van de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of een directeur-generaal. Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of een directeur-generaal wordt voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens bevoegdheid uitgeoefend door de plaatsvervanger en bij diens afwezigheid door de tweede plaatsvervanger, met dien verstande dat het mandaat van de eerste vervanger niet de bevoegdheid omvat tot het verlenen, wijzigen of intrekken van mandaat en dat het mandaat van de tweede plaatsvervanger is beperkt tot het ondertekenen van stukken.

  • 2 De inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie, de hoofden van de agentschappen en de directeuren voorzien in de vervanging bij afwezigheid of verhindering. Bij afwezigheid of verhindering wordt voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens bevoegdheid uitgeoefend door de plaatsvervanger, met dien verstande dat het mandaat van de vervanger niet de bevoegdheid omvat tot het verlenen, wijzigen of intrekken van mandaat.

  • 3 De directeur Bestuursondersteuning en Advies draagt zorg voor bekendmaking van de vervanging, bedoeld in het eerste lid, door openbare ter inzage legging op het ministerie en door plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie. De inspecteur-generaal, de directeur van de Erfgoedinspectie, de hoofden van de agentschappen en de directeur dragen zorg voor bekendmaking van de vervanging, bedoeld in het tweede lid, door openbare ter inzage legging op het ministerie en plaatsing op het intranet en de internetsite van het ministerie.

Artikel 15. Personele aangelegenheden

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 1 Voorafgaande goedkeuring van de directeur Human Resource Management is vereist voor de volgende personele aangelegenheden:

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op besluiten van de inspecteur-generaal van het onderwijs en de hoofden van de agentschappen.

Artikel 16. Wijze van ondertekening

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De gemandateerde is gehouden in de ondertekening van stukken zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen door opneming van de formule:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

namens deze,

functie van de gemandateerde,

handtekening van de gemandateerde,

naam van de gemandateerde.

Artikel 17. Intrekking

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • 2 Mandaten die zijn verleend op grond van de Organisatie- en mandaatregeling OCW 2004 en die gelden op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, worden geacht te zijn verleend op grond van dit besluit met dien verstande dat beperkingen op grond van dit besluit ook gelden voor de verleende ondermandaten.

Artikel 18. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2005.

Artikel 19. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Bijlage 1. Organisatie van het Ministerie van OCW

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Organogram van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Minister, mw. M.J.A. van der Hoeven

Staatssecretaris, dhr. drs. M. Rutte

Staatssecretaris, mw. mr. M.C. van der Laan

Secretaris-generaal

 
 

plaatsvervangend secretaris-generaal (PSG)

directeur-generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs (DGHBW)

directeur-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs (DGPV)

directeur-generaal Cultuur en Media (DGCM)

         
   

directoraat-generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs (DGHBW)

directoraat-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs (DGPV)

directoraat-generaal Cultuur en Media (DGCM)

         

Ondersteunende directies:

Beleidsdirecties:

BOA

DI

BVE

PO

DK

ASEA

FM

HO

VO

DCE

VL

AD

OWB

AP

MLB

T&H

HRM

SFB

ICT

ICN

FEZ

WJZ

   

RDMZ

IB

     

ROB

         

Programma-directies:

Dialoog

Apollo

Leren en werken

Onderwijspersoneel

 
     

Cultuur en School

 

Projecten:

   

Departementaal Coördinator Innovatie (DCI)

 

Programma-management cultuur

       

DIORR

Inspecties:

Inspectie van het Onderwijs

       

Erfgoedinspectie

       

Agentschappen:

 

CFI

   

RAD

Ondersteunende bureaus voor:

COS

AWT

OR

   

RvC

1. Managementteam OCW

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Secretaris-generaal (SG), Plaatsvervangend Secretaris-generaal (PSG), Directeuren-generaal (DG)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De SG is ambtelijk eindverantwoordelijk voor het functioneren van het ministerie en voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid waarvoor de politieke leiding de politieke verantwoordelijkheid draagt. De SG heeft als hoogste ambtenaar tot taak te zorgen voor een goede onderlinge afstemming van de verschillende beleidsterreinen en voor de uitvoering en uitvoerbaarheid van het ontwikkelde beleid.

De SG wordt in de ambtelijke leiding van het departement bijgestaan door een vrijgestelde PSG. Deze vervangt hem bij zijn afwezigheid in al zijn taken en behartigt, namens de SG, de SG-taken op het gebied van het beheer van het departement.

Daarnaast wordt hij in zijn taak bijgestaan door de DG’s. Deze zijn ambtelijk verantwoordelijk voor de beleidsterreinen van de onder hen ressorterende directies en voor de samenhang tussen die beleidsterreinen. Zij zijn daarnaast ambtelijk eindverantwoordelijk voor één of meer specifieke beleidsonderwerpen of -projecten, die niet zonder meer tot de hierboven genoemde beleidsterreinen kunnen worden gerekend.

2. Ondersteunende directies

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Directie Bestuursondersteuning en Advies (BOA)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie BOA stelt de ministerstaf en de algemene leiding van het departement in staat te sturen op politiek-bestuurlijke en organisatorische samenhang zodat het verkeer tussen de politieke top en de ambtelijke organisatie goed verloopt. De directie ondersteunt de bewindslieden en de ambtelijke top inhoudelijk, procesmatig, instrumenteel en logistiek.

Directie Algemeen Strategische en Economische Advisering (ASEA)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie ASEA ondersteunt de ambtelijke top op het terrein van de kennisontwikkeling en verbindt daarbij de diverse departementale beleidsprocessen met (inter)departementale overkoepelende thema’s.

Directie Voorlichting (VL)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie VL ondersteunt de ambtelijke top op het terrein van de interne en externe communicatie.

Directie Toezicht- en Handhavingsbeleid (T&H)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie T&H ondersteunt de ambtelijke top bij:

  • De control op de toezichtketen, zowel de opzet als de werking hiervan;

  • De kwaliteit van het handhavend optreden naar aanleiding van signalen en bevindingen;

  • De kwaliteit van de regelgeving wat betreft toezicht- en handhaafbaarheidaspecten.

Ten behoeve van het gehele departement is de directie T&H verantwoordelijk voor de ontwikkeling (en het beheer) van de departementale expertisefunctie, beleid en instrumenten op het gebied van handhaving en toezicht.

Specifiek bestaat verantwoordelijkheid voor het houden van toezicht ex artikel 62 tot en met 64 van de Wet bescherming persoonsgegevens op departementale persoonsverwerkingen en de advisering op dit terrein.

Ten slotte ondersteunt T&H de SG in de aansturing van de inspecties.

Directie Financieel-Economische Zaken (FEZ)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie FEZ is verantwoordelijk voor het begrotingsproces en bewaakt de uitkomsten daarvan. Tevens is de directie verantwoordelijk voor de interne planning & control cyclus van het ministerie. Vanuit de financiële expertise ondersteunt zij de ambtelijke leiding over alle aspecten van beleid en bedrijfsvoering. Dit gebeurt zowel op het niveau van de DG (DG control) als op het niveau van SG respectievelijk minister (Concern control).

Directie Internationaal Beleid (IB)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie IB ondersteunt de ambtelijke top bij de inbreng van Nederland overal waar onderwerpen op het terrein van OCW in internationale verbanden aan de orde zijn. Omgekeerd brengt de directie relevante informatie uit het buitenland op de tafel van betrokken directies binnen het ministerie – en via hen – van relevante delen van het onderwijs-, onderzoek- en cultuurveld.

Directie Informatiestrategie en -⁠diensten (DI)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie DI is verantwoordelijk voor de ondersteuning bij het realiseren van ambities en doelstellingen op het terrein van informatiestrategie, -beleid en het in stand houden van (geautomatiseerde) informatievoorziening.

Directie Facilitair Management (FM)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie Facilitair Management ondersteunt de ambtelijke top bij de uitvoering van de facilitaire dienstverlening aan het Bestuursdepartement. De dienstverlening reikt van locatiegebonden faciliteiten via organisatiegerichte services tot en met persoonsgebonden diensten.

Tevens is de directie Facilitair Management verantwoordelijk voor de totstandkoming van de departementale concernbrede visie, kaderstelling, advisering, toetsing en uitvoering ten aanzien van inkoop, veiligheid, huisvesting, milieu en energie.

Auditdienst (AD)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De Auditdienst is ‘partner in betrouwbare managementinformatie’.

De Auditdienst kent drie strategische functies:

  • De certificerende functie: de controle van de financiële verantwoording.

  • De onderzoeksfunctie: (preventieve) toetsing van en advisering over beheersing en verbetering van bedrijfsvoeringprocessen, als tool of management voor het integraal verantwoordelijk lijnmanagement.

  • Rekenschapsfunctie: certificerende taken en onderzoekstaken gericht op de bekostigde en gesubsidieerde instellingen van OCW.

De Auditdienst werkt primair voor en in opdracht van het verantwoordelijk lijnmanagement van OCW, maar neemt bij de taakuitoefening overeenkomstig de eigen beroepsethiek een onafhankelijke positie in.

Directie Human Resource Management (HRM)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie HRM is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de departementale concernbrede visie, kaderstelling, advisering, toetsing en uitvoering op het gebied van personeel en organisatie. Zij ontwikkelt en onderhoudt daartoe beleid en instrumenten, ondersteunt bij de eenduidige toepassing daarvan en genereert managementinfomatie.

Directie Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie WJZ ondersteunt de ambtelijke top bij de totstandkoming van de wet- en regelgeving van OCW, met uitzondering van wet- en regelgeving op het terrein van media, letteren en bibliotheken. Voorts adviseert de directie WJZ op het terrein van bestuurlijke en juridische aangelegenheden en toetst zij internationale- en EU-regelgeving alsmede beleid en regels waarvan de totstandkoming tot de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de andere directies behoort.

3. Beleidsdirecties

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

A Directoraat-generaal Hoger Onderwijs, Beroepsonderwijs en Wetenschapsbeleid (DGHBW)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Directie Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (BVE)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie BVE is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.

Directie Hoger Onderwijs (HO)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie HO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van het Hoger Onderwijs en de Academische Ziekenhuizen.

Directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie OWB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling ten aanzien van het publiek gefinancierde onderzoeksbestel en het bestuur van de door OCW gefinancierde onderzoeksorganisaties, de interdepartementale aangelegenheden op het gebied van het wetenschapsbeleid (inclusief de OCW inbreng in het Innovatieplatform en de CWTI), en het internationale wetenschaps- en technologiebeleid voorzover de Minister van OCW daarvoor verantwoordelijk is. Ook is de directie beleidsmatig verantwoordelijk voor de Nederlandse Taal.

Directie Studiefinancieringsbeleid (SFB)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie SFB is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en het behoud van een samenhangend stelsel van studiefinanciering en les- en cursusgelden.

B Directoraat-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs (DGPV)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Directie Primair Onderwijs (PO)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie PO is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor het primair onderwijs.

Tevens is zij verantwoordelijk voor het OCW-beleid tav burgerschap/normen en waarden, het onderwijs in het buitenland, en de departementale inbreng ten aanzien van het minderheden- en asielzoekersbeleid.

Directie Voortgezet Onderwijs (VO)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleids- en besturingskaders voor het voortgezet onderwijs. In samenhang daarmee ontwikkelt de directie beleidsvoorstellen op onderwijsinhoudelijk, financieel, bekostigingstechnisch, juridisch en personeels gebied. Tevens coördineert de directie de inzet van het departement rond het jeugdbeleid voor de hele onderwijssector en meer in het bijzonder voor de operatie Jong en sport.

De directie is tenslotte verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling voor de onderwijsondersteuning en coördineert dit beleid voor de directies PO, VO en BVE.

Het beleidsterrein van het voortgezet onderwijs omvat de scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), praktijkonderwijs en de landelijke ondersteunende instellingen (landelijke pedagogische centra: APS, CPS en KPC-groep, alsmede CITO en SLO).

Directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid (AP)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie AP is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en instandhouding van een adequaat instrumentarium voor de strategische personeelsplanning in het onderwijsveld, in het bijzonder voor het funderend onderwijs.

Directie Informatie- en Communicatietechnologie (ICT)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie ICT is verantwoordelijk voor bevordering van het gebruik en de integratie van ict in het onderwijs. In ieder geval valt daaronder het in stand (laten) houden van voorzieningen en het bevorderen van standaardisering.

C Directoraat-generaal Cultuur en Media (DGCM)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Directie Kunsten (DK)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

DK is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het kunstbeleid van de rijksoverheid.

Directie Cultureel Erfgoed (DCE)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

DCE is verantwoordelijk voor het beleid voor het cultureel erfgoed verdeeld over de sectoren: archiefdocumenten, museale voorwerpen, archeologische voorwerpen en monumenten.

Directie Media, Letteren en Bibliotheken (MLB)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De directie MLB is verantwoordelijk voor het beleid voor omroep, pers, nieuwe media, het boek en lezen (letteren, bibliotheken en leesbevordering). Doel is dat zoveel mogelijk burgers toegang hebben tot een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand media- en informatieaanbod.

Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De RDMZ voert, namens de minister, de Monumentenwet 1988 met uitzondering van de archeologische monumentenzorg, uit en fungeert als kenniscentrum voor de instandhouding van het gebouwde en cultuurlandschappelijke erfgoed van Nederland. Tevens is de RDMZ (mede) verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid m.b.t. de monumentenzorg.

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De ROB voert, namens de minister, de Monumentenwet 1988 voorzover het betreft de archeologische monumentenzorg, uit en fungeert als kennisinstituut voor de bescherming van waardevolle sporen van menselijke bewoning. De ROB is (mede) verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van beleid m.b.t. de archeologische monumentenzorg.

Instituut Collectie Nederland (ICN)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Het ICN beheert op basis van het KB 21, 1984 de Rijkscollectie voor zover niet ondergebracht bij rijksmusea. Tevens is ICN (mede)verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid ten aanzien van roerend cultureel erfgoed en fungeert het op dat terrein als kenniscentrum.

4. Programmadirecties:

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Apollo

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De programmadirectie Apollo verzorgt de advisering en voert de regie bij de volgende onderwerpen:

  • a. De veranderagenda Apollo plus de bijbehorende communicatieparagraaf.

  • b. Realisatie hiervan door directies.

  • c. Het trekken of ondersteunen van (deel)projecten die voortvloeien uit Apollo.

Cultuur en School

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Hoofddoel van het programma is het bewerkstelligen van meer (structurele) samenwerking tussen scholen en culturele instellingen. Het projectleiderschap is ondergebracht bij de directie Kunsten. De projectgroep is ondergebracht in de portefeuille van de DGPV. Cultuur en School bestrijkt de volle breedte van het onderwijs en cultuurveld. Daarbinnen zijn drie prioritaire aandachtsgebieden geformuleerd: culturele diversiteit, het VMBO en cultureel erfgoed.

Dialoog

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Hoofddoel is het inventariseren en aansturen van activiteiten op het terrein van voorkomen/tegengaan van extremisme en radicalisering in het onderwijs. Tevens is de programmadirectie vanuit dezelfde invalshoek verantwoordelijk voor het ontplooien van activiteiten m.b.t. sociale cohesie, integratie en veiligheid.

Onderwijspersoneel

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Hoofddoel van het programma onderwijspersoneel is de positie van onderwijsinstellingen PO, VO en BVE op de onderwijsarbeidsmarkt dusdanig te verstevigen dat zij zelfstandig in staat zijn in te spelen op conjuncturele schommelingen en beleidswijzigingen. Tevens is het doel meer samenhang aan te brengen in de kwalificatiestructuur en het opleidingenstelsel voor beroepen in het onderwijs.

Leren en Werken

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Hoofddoel van het project is om in lijn met de Lissabondoelstellingen te bereiken dat in verschillende leeftijdscategorieën meer Nederlanders een opleiding in het hoger onderwijs hebben afgerond. Tevens is het doel om het aantal werkenden en werkzoekenden met een startkwalificatie substantieel te verhogen.

5. Projecten

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Project Departementaal Coördinator Innovatie (DCI)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Het interne innovatieplatform OCW initieert binnen OCW activiteiten die gericht zijn op innovatie in het onderwijs, en verzorgt daarover de interne communicatie in het departement. DCI valt onder de verantwoordelijkheid van DGHB.

Project dienst in oprichting ROB/RDMZ (DIORR)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Het project DIORR is ingesteld om het reorganisatieproces van beide genoemde diensten voor te bereiden en uit te voeren. Het project moet uitmonden in één samengevoegde en geïntegreerde nieuwe eenheid voor de thans nog op zich staande ROB en RDMZ. DIORR valt onder de verantwoordelijkheid van DGCM.

Project Programmamanagement cultuur

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Het project is ingesteld om zorg te dragen voor de implementatie van programmamanagement als sturingsmethode binnen het Directoraat Generaal Cultuur en Media. Dat gebeurt zowel in de organisatorische zin (rollen, taken en bevoegdheden) als via de inrichting en aansturing van concrete programma’s. Daartoe behoren in ieder geval het beleidsprogramma Meer dan de Som (MDDS) en het interne veranderprogramma Cultuur, Sturing en Structuur (CSS). Het project valt onder de verantwoordelijkheid van DGCM.

6. Inspecties

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Inspectie van het onderwijs (IvhO)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De Inspectie van het onderwijs houdt met inachtneming van de Wet op het onderwijstoezicht (WOT), toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en rapporteert hierover aan bewindspersonen en het parlement. De Inspectie let hierbij op de naleving van de bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften en andere aspecten van kwaliteit. Daarnaast rapporteert de Inspectie jaarlijks over de ontwikkelingen in het onderwijs en verricht zij ook bijzondere taken voor zover deze bij of krachtens een wet aan haar zijn opgedragen. Bij de uitoefening van haar taken tracht de Inspectie de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen.

Erfgoedinspectie

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De Erfgoedinspectie ziet toe op de naleving van:

  • wet en regelgeving op het gebied van het behoud en beheer van de rijkscollectie en van beschermde cultuurgoederen;

  • de Archiefwet en andere regelgeving op het gebied van het archiefbeheer door overheidsorganen;

  • de Monumentenwet 1988 en andere regelgeving op het gebied van archeologische monumenten, opgravingen en vondsten;

  • de Monumentenwet 1988 en Besluiten op het gebied van beheer en behoud van gebouwde monumenten en beschermde stads en dorpsgezichten.

Zij rapporteert via de Secretaris-Generaal aan de bewindspersoon over de bevindingen en doet daarbij aanbevelingen.

7. Agentschappen

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

Centrale Financiën Instellingen (CFI)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

CFI heeft als taak het uitvoeren van wet- en regelgeving voor het onderwijs, het bekostigen van onderwijsinstellingen en in dat verband het ontwikkelen en beheren van informatieproducten. Tevens is zij verantwoordelijk voor de advisering over uitvoering en handhaafbaarheid in alle fasen van het beleidsproces en het adviseren in het kader van Geïntegreerd Toezicht.

Rijksarchiefdienst (RAD, het Nationaal Archief)

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

De RAD voert, namens de minister en voorzover de Organisatie en Mandaatregeling en de daarbij behorende bijlagen niet anders bepalen, de Archiefwet en het Archiefbesluit uit en functioneert als kenniscentrum op het gebied van digitalisering, conservering en beheer van archieven, als gedocumenteerde verschijningsvorm van het cultureel erfgoed. Artikel 4, lid 2 van het statuut voor het agentschap Rijksarchiefdienst draagt de RAD een aantal specifieke taken op.

8. Ondersteunende bureaus van adviesraden:

[Regeling vervallen per 01-03-2008]

  • Onderwijsraad (OR)

  • Raad voor Cultuur (RvC)

  • Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT)

  • Commissie van Overleg Sectorraden (COS)

Naar boven