Wijzigingswet Politiewet 1993 (stellen van regels voor treffen van samenwerkingsvoorzieningen [...] en communicatievoorzieningen van de politie)

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 01-08-2006 t/m heden

Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels voor het treffen van samenwerkingsvoorzieningen op initiatief van politiekorpsen en voor de informatie- en communicatievoorzieningen van de politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de politiekorpsen publiekrechtelijke instrumenten te bieden om de mogelijkheden voor onderlinge samenwerking op het gebied van het beheer te verbeteren, alsmede Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de bevoegdheid te geven regels te stellen over de informatie- en communicatievoorzieningen van de politie teneinde de eenduidige toepassing van deze voorzieningen binnen de politie te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

Tot het tijdstip waarop artikel I, onderdeel E, in werking treedt is artikel 47a, vijfde lid, van de Politiewet 1993 van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren die werkzaam zijn bij de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV, bedoeld in artikel 53d, vijfde lid, van de Politiewet 1993.

Artikel IV

Alle op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bestaande samenwerkingsverbanden met betrekking tot het beheer van de politie tussen regio's onderling, dan wel tussen regio's en het Rijk of andere rechtspersonen, waarbij een rechtspersoon naar burgerlijk recht is opgericht, dienen uiterlijk twee jaar na dat tijdstip te zijn ontbonden.

Artikel V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden vastgesteld waarop artikel I, onderdeel E, in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 28 april 2005

Beatrix

De Minister van Justitie

J. P. H. Donner

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

J. W. Remkes

Uitgegeven de negentiende mei 2005

De Minister van Justitie

J. P. H. Donner

Naar boven