Ruilen van bewijzen van toelating 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-04-2005 t/m 31-12-2009

Ruilen van bewijzen van toelating 2005

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In overleg tussen de Informatie Beheer Groep en de minister van onderwijs cultuur en wetenschap is besloten de ruiling van bewijzen van toelating te laten verzorgen door de Informatie Beheer Groep. De Informatie Beheer Groep beschikt immers over de informatie die nodig is voor de ruiling: de ene gegadigde heeft een bewijs van toelating voor instelling A en wil naar B, de andere gegadigde heeft een bewijs van toelating voor instelling B en wil naar A.

2. Procedure

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Voor de ruiling geldt de volgende procedure:

De gegadigde die is ingeloot en die in aanmerking wil komen voor een bewijs van toelating voor een andere instelling dan waarvoor hij een toelatingsbewijs heeft ontvangen, dient bij de IB-Groep een verzoek in tot ruiling. Met behulp van Mijn IB-Groep1) kan de gegadigde reeds vanaf de datum van vrijgave van de gegevens zien bij welke instelling hij is geplaatst en hij kan vanaf dat moment eveneens met behulp van Mijn IB-Groep reeds zijn verzoek tot ruiling doen (de datum van vrijgave van de gegevens ligt vóór de datum dagtekening van het bewijs van toelating). De gegadigde kan zijn verzoek tot ruiling indienen tot 2 weken na dagtekening van zijn bewijs van toelating. De termijn voor het indienen van een verzoek tot ruiling sluit op 25 september. De gegadigde dient te voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden die worden gesteld door de instelling waar hij naar toe wil. De Informatie Beheer Groep probeert de verzoeken tot ruiling met elkaar te koppelen. Als dit is gelukt, ontvangen de betreffende gegadigden een nieuw bewijs van toelating voor de instelling waar hun voorkeur naar uitgaat.

Uitzondering op bovenstaande procedure

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De Informatie Beheer Groep neemt verzoeken tot ruiling van een bewijs van toelating dat is verkregen via decentrale selectie niet in behandeling, omdat dat niet zou strokenmet de gronden waarop het instellingsbestuur tot een dergelijke toelating heeft besloten.

Als de ruiling niet lukt, heeft de gegadigde twee mogelijkheden:

  • hij besluit toch de opleiding te gaan volgen aan de instelling waaraan hij is geplaatst. De gegadigde moet zich dan tijdig inschrijven aan deze instelling. Dit om te voorkomen dat de geldigheid van het bewijs van toelating verloopt terwijl de gegadigde wacht op ruiling.

  • hij ziet af van het volgen van de opleiding aan de instelling die niet zijn eerste voorkeur heeft. Hij levert zijn bewijs van toelating in gelijktijdig met het verzoek om ruiling.

Het verzoek tot ruiling blijft gedurende de lotingprocedure in portefeuille, zolang de ruiling nog niet tot stand is gekomen.

Overigens moet de kans dat verzoeken tot ruiling kunnen worden gekoppeld, niet al te groot worden ingeschat. Bij de verdeling van de plaatsen over de instellingen is immers al zo veel mogelijk rekening gehouden met de eerste voorkeur. Gegadigden doen er dan ook verstandig aan, gebruik te maken van hun bewijs van toelating.

De aanstaande studenten worden van deze regeling op de hoogte gebracht door de brochure ”Alles over opleidingen met een numerus fixus”. Deze brochure wordt begin mei aan alle aanstaande studenten gestuurd, die zich hebben aangemeld voor een opleiding waarvoor geloot moet worden.

De

hoofddirecteur van de Informatie Beheer Groep

,

Chr. G. Spanjaard

Naar boven