Bijlage Programma nieuw energieonderzoek (NEO 2005)
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
A. Doelstellingen en afbakening
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Doelstellingen en eisen
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Het doel van het energieprogramma nieuw energieonderzoek (hierna: het programma) is
het stimuleren van energieonderzoek dat nieuw is en dat kan bijdragen aan de verduurzaming
van de energiehuishouding. Het programma richt zich op nieuwe, niet-conventionele
ideeën voor energietechniek.
Aan een project in het kader van het programma wordt als eis gesteld dat:
-
1. het betreffende onderzoek naar energietechniek niet-conventioneel en nieuw is;
-
2. het onderzoek naar energietechniek van belang is voor de verduurzaming van de energiehuishouding;
-
3. het project uiteindelijk moet kunnen leiden tot een nieuw energieonderzoeksgebied
of een nieuwe richting binnen een bestaand energieonderzoeksgebied;
-
4. het project een hoge technologische risicograad heeft, en
-
5. het project innovatief is.
Afbakening
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
In het kader van het programma is verstrekking van subsidie mogelijk voor projecten
gericht op onderzoek naar energietechniek. Het dient te gaan om haalbaarheidsprojecten
of onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit subsidies energieprogramma’s. Projecten met betrekking tot kernfusie en projecten met betrekking tot nucleair
onderzoek vallen niet in het kader van dit programma.
Toelichting op de doelstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
De overheid wil energieonderzoek stimuleren om een duurzame energievoorziening dichterbij
te brengen. In de loop van 2004 is een nieuw instrument voor publiek gefinancierd
lange termijn energieonderzoek (het Besluit EOS: lange termijn) ingesteld dat voortkomt uit de nota ‘EOS’ (Energie Onderzoek Strategie). Dit nieuwe
instrument EOS: lange termijn ondersteunt alleen onderzoek dat past binnen een van
de thema’s die deel uitmaken van de door de Minister van Economische Zaken vastgestelde
onderzoeksprogramma’s. Om te voorkomen dat daardoor het onderzoeksveld verschraalt,
onderstreept EOS tegelijkertijd het belang van een (beperkte) stimulans voor niet-conventioneel
onderzoek buiten de vastgestelde speerpunten en kennisimportthema’s en voor niet-conventioneel
onderzoek dat volstrekt nieuwe richtingen opent binnen de vastgestelde speerpunten
en kennisimportthema’s. Hiervoor dient dit programma NEO. NEO is bedoeld om nieuwe
en niet-conventionele ideeën slechts een korte tijd te ondersteunen en een klein stukje
op weg te helpen. Projecten die, na ondersteuning door NEO, potentie blijken te hebben
om een sterke kennispositie in Nederland op te bouwen en een goede bijdrage kunnen
leveren aan de toekomstige duurzame energievoorziening, kunnen mogelijk doorstromen
naar het EOS: lange termijn of andere meer generieke innovatie-programma’s. NEO functioneert
als zodanig binnen het overheidsinstrumentarium als ‘kraamkamer’ voor nieuwe, niet-conventionele
ideeën voor energietechnieken die zich richten op de verduurzaming van de energiehuishouding
in Nederland.
Toelichting op de eisen
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Ad 1. Met niet-conventioneel en nieuw wordt bedoeld afwijkend van de bekende en gebaande
paden en zoekend naar afwijkende oplossingsrichtingen. In tegenstelling tot EOS: lange
termijn gaat het dan ook bij NEO om ideeën die pril zijn en dus nog niet of nauwelijks
onderzocht zijn. Dit betekent ook dat de projecten een hoog technologisch risico moeten
hebben. Een indicatie voor de prilheid en het hoge risico kan zijn dat deze projecten
niet in aanmerking komen voor subsidiëring op grond van andere subsidie-instrumenten,
zoals EOS: lange termijn of andere energieprogramma’s op grond van het Besluit subsidies energieprogramma’s.
Ad 2. Met verduurzaming van de energiehuishouding wordt bedoeld een bijdrage aan een
schone, betrouwbare en betaalbare energiehuishouding. Energiehuishouding is breder
dan energievoorziening: het gaat hier om de hele keten van bron, via conversie en
infrastructuur tot gebruik. Bij de inschatting van de mogelijke bijdrage aan de verduurzaming
van de energiehuishouding, kan de mate waarin het bedrijfsleven betrokken is bij het
voorgestelde project van belang zijn.
Ad 3. Projecten moeten kunnen leiden tot een nieuw energieonderzoeksgebied of een
nieuwe richting openen binnen een bestaand energieonderzoeksgebied. De bestaande energieonderzoeksgebieden
zijn beschreven in het vastgestelde onderzoeksprogramma (www.senternovem.nl/eos).
Bij de inschatting van de mogelijkheid tot opening van een nieuw onderzoeksgebied,
of een nieuwe richting binnen een bestaand gebied, is het van belang dat de Nederlandse
kennisinfrastructuur verdergaande ontwikkeling van het nieuwe gebied mogelijk kan
maken.
B. Beoordeling
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. Aanvragen die niet voldoen aan het Besluit subsidies energieprogramma’s of niet passen in de afbakening van onderdeel A van dit programma, worden door de
minister afgewezen.
2. Aanvragen betreffende haalbaarheidsprojecten, die voldoen aan de voorschriften
van het Besluit subsidies energieprogramma’s en die passen in de afbakening van onderdeel A van dit programma, worden door de
minister getoetst aan de voorwaarden van onderdeel C van dit programma.
3. De minister wint omtrent aanvragen betreffende onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten
die voldoen aan de voorschriften van het Besluit subsidies energieprogramma’s en die passen in de afbakening van onderdeel A van dit programma, advies in bij de
Adviescommissie nieuw energieonderzoek.
4. De commissie geeft de minister een negatief advies over de aanvragen, bedoeld onder
3 van dit onderdeel, die op grond van onderdeel C van dit programma niet voor subsidie
in aanmerking komen.
5. De commissie geeft inzake de aanvragen, bedoeld onder 3 van dit onderdeel, waarover
de commissie geen negatief advies als bedoeld onder 4 van dit onderdeel heeft gegeven,
een advies over de volgorde van rangschikking aan de hand van het criterium, bedoeld
in onderdeel D van dit programma.
6. De minister kan afwijken van een advies van de commissie, indien een advies van
de commissie in strijd is met het Besluit subsidies energieprogramma’s dan wel op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen.
Toelichting
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Haalbaarheidsprojecten worden behandeld in volgorde van ontvangst. Onderzoeks- of
ontwikkelingsprojecten worden in een tenderprocedure met elkaar vergeleken. De Adviescommissie
nieuw energieonderzoek adviseert de minister over de volgorde waarin deze aanvragen
worden gerangschikt.
C. Voorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Geen subsidie wordt verstrekt:
-
1. indien het project niet past binnen de doelstellingen, opgenomen in onderdeel A;
-
2. voor zover projectkosten zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;
-
3. indien het onaannemelijk is dat een haalbaarheidsproject binnen een jaar en een onderzoeks-
of ontwikkelingsproject binnen twee jaar na subsidieverlening kan worden voltooid;
-
4. indien onvoldoende vertrouwen bestaat in de haalbaarheid van het project;
-
5. indien het project onvoldoende potentie heeft om bij te dragen aan de opbouw van een
sterkere kennispositie in Nederland.
Toelichting
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Ad 1. Indien bijvoorbeeld duidelijk is dat het project geen effect heeft op de verduurzaming
van de energiehuishouding of in het geheel niet innovatief is, kan de aanvraag op
grond van deze voorwaarde worden afgewezen en komt het project niet aanmerking voor
subsidie op grond van dit programma.
Ad 2. Alleen kosten die worden gemaakt na de indiening van de aanvraag komen voor
subsidie in aanmerking. De kosten die voor de indiening van de aanvraag worden gemaakt,
worden bij de verlening van de subsidie buiten beschouwing gelaten. Met kosten gemaakt
voor de indiening van de aanvraag worden ook kosten bedoeld waarvoor reeds verplichtingen
zijn aangegaan, ook al zijn deze kosten nog niet betaald.
Ad 4. Bij de beoordeling van de haalbaarheid van een project kunnen worden betrokken
de belemmeringen en mogelijkheden voortvloeiend uit regelgeving, normen of certificatie.
Daarnaast zal een projectuitvoerder moeten beschikken over de noodzakelijke financiële
middelen en de benodigde organisatorische en technisch-wetenschappelijke kwaliteiten.
Ad 5. Hiermee wordt bedoeld dat het project na voltooiing voldoende moet aansluiten
bij de kennisinfrastructuur in Nederland.
D. Criterium rangschikking
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Rangschikking van de onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten vindt plaats op basis van
de bijdrage van het project aan de doelstellingen van het programma, opgenomen in
onderdeel A, waarbij het project dat hieraan het meeste bijdraagt het hoogste wordt
gerangschikt.
Toelichting
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Kenmerk van dit programma is dat van tevoren niet goed valt aan te geven welke projecten
in aanmerking komen. Het gaat immers om nieuwe ideeën. Daarom is er voor gekozen de
ruimte voor de Adviescommissie om te rangschikken betrekkelijk groot te houden. De
Adviescommissie zal zich bij de rangschikking laten leiden door de doelstellingen,
genoemd in onderdeel A van dit programma.
E. Subsidiepercentages en maximumbedragen
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. De subsidie bedraagt voor een:
-
a. haalbaarheidsproject: 90 procent van de projectkosten, maar niet meer dan € 45.000
per project;
-
b. onderzoeks- of ontwikkelingsproject:
-
1°. in het geval, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, onder 1°, van het Besluit subsidies energieprogramma’s, 90 procent van de projectkosten, maar niet meer dan € 100.000 per project;
-
2°. in het geval, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, onder 2°, van het Besluit subsidies energieprogramma’s, 60 procent van de projectkosten, maar niet meer dan € 100.000 per project;
-
3°. In de overige gevallen 50 procent van de projectkosten, maar niet meer dan € 100.000
per project.
2. Onverminderd het onder 1 bepaalde bedraagt de subsidie ten hoogste het gevraagde
bedrag.
F. Subsidieplafonds
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
De subsidieplafonds voor het in 2005 en 2006 verlenen van subsidies op grond van het
Programma nieuw energieonderzoek bedragen:
-
a. voor aanvragen inzake haalbaarheidsprojecten, ontvangen in de periode, bedoeld in
onderdeel G, onder 1, van dit programma, € 600 000;
-
b. voor aanvragen inzake onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten, ontvangen in de periode,
bedoeld in:
-
1°. onderdeel G, onder 2a, van dit programma, € 766.000;
-
2°. onderdeel G, onder 2b, van dit programma, € 700.000.
G. Aanvraagperioden
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. Aanvragen op grond van het Programma nieuw energieonderzoek voor haalbaarheidsprojecten
moeten worden ontvangen in de periode die loopt van de tweede dag na publicatie van
deze regeling in de Staatscourant tot en met 13 oktober 2005, uiterlijk 17.00 uur.
2. Als perioden na afloop waarvan de aanvragen op grond van het Programma nieuw energieonderzoek
voor onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten die in die perioden zijn ontvangen, worden
behandeld, worden vastgesteld:
-
a. de tweede dag na publicatie van deze regeling in de Staatscourant tot en met 23 juni
2005, uiterlijk 17.00 uur;
-
b. 24 juni 2005 tot en met 24 november 2005, uiterlijk 17.00 uur.
De aanvragen moeten worden ingediend bij:
SenterNovem, Catharijnesingel 59, Utrecht
Postbus 8242, 3503 RE Utrecht
Voor informatie: (030) 2393418,
neo@senternovem.nl, www.senternovem.nl/neo