Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs 2005 - 2007

[Regeling vervallen per 31-10-2008.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-08-2007 t/m 30-10-2008

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs 2005 - 2007

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Gelet op:

de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCenW-subsidies;

Besluit

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Artikel 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister:

    de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap

  • b. bevoegd gezag:

    het bevoegd gezag van een school of instelling waarop de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra van toepassing is.

  • c. netwerk:

    een netwerk van culturele instellingen en scholen in de in de bijlage genoemde gemeenten of de provincies.

Artikel 2. Doelomschrijving

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

De Minister verstrekt aan het bevoegd gezag een subsidie voor de schooljaren 2005–2006, 2006–2007 en 2007–2008, of alleen voor de schooljaren 2006–2007 en 2007–2008, waarmee de desbetreffende school een visie ontwikkelt op de plaats van cultuureducatie in haar onderwijsprogramma en deze visie in samenwerking met haar culturele omgeving vertaalt in een samenhangend geheel van cultuureducatieve activiteiten.

Artikel 3. Aanvrager van een subsidie

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

  • 1 Een subsidie wordt op aanvraag verleend aan het bevoegd gezag ten behoeve van de in de aanvraag genoemde school.

Artikel 4. Omvang van de subsidie

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

De subsidie bestaat per schooljaar waarvoor subsidie wordt toegekend telkens uit een bedrag van €  10,90 per leerling van de school. Het aantal leerlingen per schooljaar wordt vastgesteld op basis van de teldatum 1 oktober van het voorafgaande schooljaar.

Artikel 5. Subsidieplafond en verdeling

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

  • 1 Voor subsidieverlening is een totaalbedrag beschikbaar van € 18.000.000,–. Voor toekenningen voor de schooljaren 2005–2006 en 2006–2007 is € 10.800.000,– bestemd, gelijkelijk verdeeld over beide jaren. Voor toekenningen voor het schooljaar 2006–2007 is € 7.200.000.– bestemd.

  • 2 De minister kent het voor subsidie beschikbare bedrag toe in volgorde van de datum van ontvangst van de aanvragen.

  • 3 Bij de toekenning van de subsidie voor de schooljaren 2005 - 2006 en 2006 - 2007 wordt, met inachtneming van het eerste en tweede lid, een evenredige toekenning aangehouden over de in de bijlage genoemde regio’s. Ten behoeve van aanvragende schoolbesturendie binnen deze regio’s vallen, is in het schooljaar 2005 - 2006 voor elke regio een bedrag beschikbaar dat maximaal overeenkomt met 30% van het aantal leerlingen dat onder de desbetreffende regio ressorteert op de teldatum 1 oktober 2004 in het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs.

  • 4 Indien met toekenning op grond van het derde lid, het subsidieplafond voor schooljaar 2005 - 2006 wordt bereikt, worden overige aanvragen toegekend voor het schooljaar 2006 - 2007 ten laste van het budget voor dat schooljaar, tot een maximum van €  7.200.000,-.

Hoofdstuk 2. Aanvraag van de subsidie

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Artikel 6. Aanvraag van een subsidie en aanvraagprocedure.

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend bij:

    CFI

    t.a.v. BPO/PPA

    postbus 606

    2700 ML Zoetermeer

  • 2 Een aanvraag vindt plaats door het inzenden van het volledig ingevulde en door het bevoegd gezag ondertekende aanvraag- en vragenformulier met het kenmerk CFI-65013. Dit formulier is te downloaden via www.cfi.nl. Het aanvraagformulier is eventueel ook te bestellen met het plaketiket CFI 84887.

  • 3 Met het indienen van de aanvraag verklaart het bevoegd gezag dat:

    • a. de school een meerjarige visie op de functie van cultuureducatie in zijn onderwijsprogramma ontwikkelt, deze opneemt in het schoolbeleid en hierbij passende activiteiten organiseert;

    • b. de school gaat deelnemen aan een netwerk van scholen en culturele instellingen, waarbij in ieder geval de afstemming tussen vraag en aanbod en kennisoverdracht naar andere scholen een rol spelen;

    • c. de school aandacht besteedt aan deskundigheidsbevordering van haar personeel op het gebied van cultuureducatie.

Artikel 7. Termijnen

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

  • 1 Aanvragen voor deze subsidie kunnen worden ingediend tot 15 maart 2006.

  • 2 Aanvragen ingediend op of na 15 maart 2006 worden afgewezen.

  • 3 Aanvragers ontvangen uiterlijk 3 maanden na indiening van de aanvraag, maar niet eerder dan 1 mei 2005, een beschikking.

Hoofdstuk 3. Verlening van de subsidie en voorwaarden

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Artikel 8. Subsidievoorwaarden

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

  • 1 Voor een subsidie kan een bevoegd gezag in aanmerking komen indien het voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • - de school vult het bij de aanvraag behorende vragenformulier volledig in;

    • - de school werkt mee aan nulmeting en (tussentijdse) evaluatie;

    • - na de verplichtstelling van het jaarverslag wordt de besteding van de subsidie conform de doelstelling van deze regeling hierin herkenbaar opgenomen.

  • 2 Het bevoegd gezag is verplicht de minister en de door haar aangewezen ambtenaren desgevraagd alle inlichtingen te geven die deze in verband met de ontvangen subsidie verlangen. Het bevoegd gezag geeft desgewenst aan voornoemde ambtenaren de boeken en bescheiden ter inzage.

  • 3 Indien het bevoegd gezag in enig schooljaar niet voldoet aan de subsidievoorwaarden kan de minister besluiten de subsidie voor de daarop volgende schooljaren niet toe te kennen.

Artikel 9. Verlening

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

De subsidie wordt per schooljaar verstrekt in twee termijnen.

Artikel 10. Niet vervullen begrotingsvoorwaarde

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Subsidie ten laste van een begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat door de wetgever voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Hoofdstuk 4. Vaststelling en verantwoording van de subsidie

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Artikel 11. Verantwoording van de subsidie

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

  • 1 De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de kosten die zijn verbonden aan het in artikel 2 van deze regeling omschreven doel. Eventuele niet bestede middelen of overschotten per 1 januari 2009 of middelen die in strijd met de voorwaarden van deze regeling zijn besteed, worden teruggevorderd.

  • 2 De verklaring van de accountant bij de aanvraag vaststelling rijksvergoeding (AVR) over het jaar waarin deze subsidie is besteed bevat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie.

  • 3 Na invoering van het jaarverslag moet de subsidie worden opgenomen op bijlage D2 bij het jaarverslag.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Artikel 12. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Gele katern waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs 2005 - 2007.

Deze regeling wordt met toelichting in het Gele katern geplaatst. Van deze plaatsing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Bijlage

[Regeling vervallen per 31-10-2008]

De evenredige verdeling die in artikel 5 wordt genoemd zal plaatsvinden over de convenantpartners van het Actieplan Cultuurbereik. Dit zijn de twaalf provincies en de volgende gemeenten:

  • 1. Alkmaar

  • 2. Almere

  • 3. Amersfoort

  • 4. Amsterdam

  • 5. Apeldoorn

  • 6. Arnhem

  • 7. Breda

  • 8. Delft

  • 9. Dordrecht

  • 10. Drenthe (zonder Emmen)

  • 11. Ede

  • 12. Eindhoven

  • 13. Emmen

  • 14. Enschede

  • 15. Flevoland (zonder Almere)

  • 16. Friesland (zonder Leeuwarden)

  • 17. Gelderland (zonder Arnhem, Apeldoorn, Ede en Nijmegen)

  • 18. Groningen

  • 19. Groningen (zonder de stad Groningen)

  • 20. Haarlem

  • 21. Haarlemmermeer

  • 22. Heerlen

  • 23. Hengelo Overijssel

  • 24. Leeuwarden

  • 25. Leiden

  • 26. Limburg (zonder Heerlen en Maastricht)

  • 27. Maastricht

  • 28. Nijmegen

  • 29. Noord-Brabant (zonder Breda, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg)

  • 30. Noord-Holland (zonder Amsterdam, Alkmaar, Haarlem, Zaanstad en Haarlemmermeer)

  • 31. Overijssel (zonder Enschede, Hengelo en Zwolle)

  • 32. Rotterdam

  • 33. ’s-Gravenhage

  • 34. ’s-Hertogenbosch

  • 35. Tilburg

  • 36. Utrecht

  • 37. Utrecht (zonder Utrecht en Amersfoort)

  • 38. Zaanstad

  • 39. Zeeland

  • 40. Zoetermeer

  • 41. Zuid-Holland (zonder Delft, Dordrecht, Leiden, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Zoetermeer)

  • 42. Zwolle

Naar boven