Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit plaatsvervangend secretaris-generaal SZW 2005

[Regeling vervallen per 19-12-2007.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 23-12-2006 t/m 18-12-2007

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 december 2004, nr. BSG/2004/86828, houdende toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan onder de plaatsvervangend secretaris-generaal ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit plaatsvervangend secretaris-generaal SZW 2005)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 6, vijfde lid, aanhef en onder a, en 22, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. directie: een van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdelen a tot en met h;

  • b. projectorganisatie: een van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdelen i tot en met k;

  • c. directeur: een functionaris die leiding geeft aan een directie;

  • d. projectleider: een functionaris die leiding geeft aan een projectorganisatie;

  • e. ICT: informatie- en communicatietechnologie.

§ 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Onder de plaatsvervangend secretaris-generaal ressorteren:

  • a. de Auditdienst;

  • b. de directie Facilitaire Zaken;

  • c. het Bureau SG;

  • d. de directie Communicatie;

  • e. de directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering;

  • f. de directie ICT-diensten;

  • g. de directie Personeel, Organisatie en Informatie;

  • h. de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst;

  • i. de projectorganisatie We Print Together;

  • j. de projectorganisatie InterCoach;

  • k. de projectorganisatie Bureau Huisvestingsprojecten Rijksoverheid.

§ 3. Verantwoordelijkheden directeuren en projectleiders

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

    • a. het leiding geven aan de eigen directie;

    • b. het door tussenkomst van de plaatsvervangend secretaris-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het attenderen van hen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

    • c. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de eigen directie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

    • d. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

    • e. de personeelsaangelegenheden van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, met inbegrip van de uitvoering van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, voor zover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal dan wel de plaatsvervangend secretaris-generaal;

    • f. het zorgdragen voor de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de eigen personeelsaangelegenheden, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering en de Stichting Pensioenfonds ABP;

    • g. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

    • h. het formuleren en uitvoeren van jaarplannen voor de eigen directie binnen de door de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal vastgestelde uitgangspunten;

    • i. het rapporteren aan de plaatsvervangend secretaris-generaal over de uitvoering van de jaarplannen betreffende de eigen directie;

    • j. het, na overeenstemming daarover met de plaatsvervangend secretaris-generaal, aanwijzen van een plaatsvervangend directeur;

    • k. het zorgdragen voor de vastlegging van de organisatie van de eigen directie en de daarbinnen geldende mandaten, volmachten en machtigingen in een Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit voor de eigen directie;

    • l. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen;

    • m. het dynamisch archiefbeheer van zijn directie, te weten postbehandeling, registratie, voortgang- en afdoeningsbewaking, dossierbeheer, informatievoorziening, selectie, vernietiging en overdracht aan de directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering, alsmede het opstellen, vaststellen en onderhouden van het ordeningsplan van de directie.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid, onder k, is niet van toepassing op directeuren die leiding geven aan een directie met een omvang van maximaal 12 fulltime-equivalenten.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 De artikelen 3, 12 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing op de projectleiders.

  • 2 De plaatsvervangend secretaris-generaal stelt de jaarplannen vast van de projectorganisaties. Gegeven het budget dat door de secretaris-generaal aan de plaatsvervangend secretaris-generaal ter beschikking is gesteld, kent de plaatsvervangend secretaris-generaal aan de projectleiders de budgetten toe waarover deze mogen beschikken. De plaatsvervangend secretaris-generaal bewaakt de voortgang van de uitvoering van jaarplannen van de projectorganisaties.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De Auditdienst is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken van de departementale Accountantsdienst, bedoeld in de Comptabiliteitswet 2001 en daarop gebaseerde regelgeving.

De Auditdienst controleert de financiële verantwoording van de departementsonderdelen en de bedrijfsvoering die daaraan ten grondslag ligt. De Auditdienst adviseert op het gebied van financieel beheer.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De directie Facilitaire Zaken is verantwoordelijk voor:

  • a. het beheren en exploiteren van de Haagse vestigingen van het ministerie voorzover daarin niet uitsluitend organisatieonderdelen die ressorteren onder de inspecteur-generaal of het Agentschap SZW gehuisvest zijn en het beheren en exploiteren van de vestigingen van organisatieonderdelen die ressorteren onder de inspecteur-generaal of het Agentschap SZW voorzover zij gebruik maken van de departementale infrastructuur dan wel gehuisvest zijn in een vestiging waar ook andere onderdelen van het ministerie gehuisvest zijn, dan wel indien dit met het Agentschap SZW respectievelijk de inspecteur-generaal is overeengekomen;

  • b. het vervaardigen en beschikbaar stellen van hoogwaardige postale-, grafische- en multimedia-producten en diensten;

  • c. het adviseren over en het ontwikkelen van strategisch beleid op het gebied van documentaire informatievoorziening;

  • d. de advisering en begeleiding op het gebied van inkoop, (Europese) aanbestedingen, huisvesting, milieumanagement en materieel beheer;

  • e. het verrichten van procedurele handelingen in het kader van (Europese) aanbestedingsprocedures;

  • f. het uitvoeren van het aspect-controllerschap ten aanzien van materieel beheer;

  • g. de beveiliging van het ministerie in het algemeen, uitgezonderd de persoonlijke beveiliging van de bewindspersonen en hun huisgenoten;

  • h. het technisch faciliteren van de crisisbeheersingsorganisatie en bedrijfshulpverlening.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Het Bureau SG is verantwoordelijk voor:

  • a. de inhoudelijke, logistieke en secretariële ondersteuning van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal;

  • b. de directe secretariële, logistieke en protocollaire ondersteuning van de bewindspersonen;

  • c. het beleid op het gebied van beveiliging, informatiebeveiliging en het toezicht houden op de naleving daarvan;

  • d. de persoonlijke beveiliging van de bewindspersonen en hun huisgenoten;

  • e. de coördinatie en de bemensing van de crisisbeheersingsorganisatie;

  • f. het fungeren als meldpunt voor integriteitsaangelegenheden en integriteitsschendingen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De directie Communicatie is verantwoordelijk voor:

  • a. het ontwikkelen van het departementale voorlichtingsbeleid, het geven van voorlichting aan publiek en pers en het beschikbaar stellen van documentaire informatie;

  • b. de ondersteuning van de bewindspersonen en de directies op het gebied van publiciteit en externe optredens en de advisering van de beleidsdirecties over de wijze waarop het beleid kan worden gecommuniceerd aan de voor hen relevante doelgroepen;

  • c. het functioneel en inhoudelijk beheer van de departementale websystemen, waaronder het content managementsysteem, het internetloket, de zoekmachine en het algemene deel van SZW-web.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 De directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor een efficiënte en kwalitatief goede uitvoering conform dienstverleningsafspraken van ondersteunende taken en werkzaamheden op de volgende gebieden:

    • a. personeelsbeheer en -administratie;

    • b. departementale salarisadministratie;

    • c. documentaire informatievoorziening en archivering;

    • d. registratie en afhandeling van verplichtingen;

    • e. kas- en vorderingenbeheer, alsmede financiële administratie;

    • f. functioneel beheer van departementale bedrijfsvoeringssystemen;

    • g. ondersteuning en voeren van het secretariaat van de medezeggenschap en het georganiseerd overleg.

  • 2 De directeur Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering, is onverminderd het bepaalde in artikel 3, eerste lid, onder l, verantwoordelijk voor de behandeling van klachten over de wijze waarop de bemiddelingsorganisatie, bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Regeling Kinderopvang SZW, uitvoering geeft aan de Regeling Kinderopvang SZW.

  • 3 De directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor het beheren van het semi statisch archief.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De directie ICT-diensten is verantwoordelijk voor:

  • a. het ontwikkelen van technologiebeleid, inclusief standaarden op het gebied van de ICT-infrastructuur, webtechnologie en kantoorautomatisering van het ministerie;

  • b. de ontwikkeling en implementatie van de ICT-infrastructuur en websystemen van het ministerie, waaronder netwerken binnen en tussen de verschillende vestigingen van het ministerie, centrale computerapparatuur en data-basesystemen, directiespecifieke en departementale informatiesystemen en werkplekapparatuur, inclusief apparatuur voor telewerkplekken;

  • c. het functioneel beheer van de kantoorautomatiseringstoepassingen en, op verzoek van de eigenaar daarvan, van ICT-systemen;

  • d. het uitvoeren van het technisch beheer en de exploitatie en beveiliging van de ICT-infrastructuur van het ministerie, voor zover dit geen betrekking heeft op digitaal bewijsmateriaal dat door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is opgeslagen en zich bevindt op door de directie ICT-diensten specifiek daartoe aangewezen computerapparatuur binnen het netwerkdomein van het ministerie;

  • e. het onderhouden van door de directie ICT-diensten ontwikkelde websystemen;

  • f. het controleren van en toezicht houden op extern beheer en exploitatie van informatiesystemen;

  • g. het beheer van de automatiseringsmiddelen van het ministerie.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De directie Personeel, Organisatie en Informatie is verantwoordelijk voor:

  • a. het adviseren van de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de inspecteur-generaal en de directeuren-generaal over het personeels-, organisatie-, informatie- en informatiseringsbeleid;

  • b. het beleid op het gebied van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, rechtspositionele aangelegenheden van (ex-)medewerkers van het ministerie, arbeidsomstandigheden, bedrijfsvoering, planning en control op de personele, informatieve en organisatorische processen, administratieve organisatie en medezeggenschap;

  • c. het adviseren van organisatieonderdelen bij de implementatie van departementaal beleid op bovengenoemde terreinen, alsmede het adviseren over en het leveren van projectleiding ten behoeve van directiespecifieke veranderingstrajecten;

  • d. het adviseren en ondersteunen van medewerkers over loopbaanontwikkeling en op het terrein van bedrijfsmaatschappelijk werk;

  • e. het behandelen van bezwaarschriften, beroepschriften en zaken van de Nationale ombudsman van (ex-)medewerkers van het ministerie inzake aangelegenheden verband houdend met de dienstbetrekking, met uitzondering van het nemen van beslissingen in bezwaar- en beroepsprocedures;

  • f. het ontwikkelen van beleid op het gebied van personele informatievoorzieningen en gegevensbescherming;

  • g. het ontwikkelen en uitvoeren van ministeriebrede opleidings- en leerprojecten, waaraan naast de medewerkers van het ministerie ook andere belanghebbenden kunnen deelnemen;

  • h. de advisering van de plaatsvervangend secretaris-generaal over de verdeling van de middelen uit de begroting voor ICT.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is – onder gezag van de officier van justitie – verantwoordelijk voor de opsporing van zware strafbare feiten op de beleidsterreinen waarvoor de minister verantwoordelijkheid draagt en de strafbare feiten, welke worden geconstateerd in het kader van genoemde opsporing en welke daarmee verband houden. In het kader van de opsporing van deze strafbare feiten is de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst verantwoordelijk voor het voeren van registers als genoemd in de Wet politieregisters en het verwerken van persoonsgegevens binnen het kader van de Wet bescherming persoongegevens.

  • 2 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is mede in verband met de opsporing, bedoeld in het eerste lid, belast met het toetsen van voorgenomen wet- en regelgeving op handhaafbaarheid en fraudegevoeligheid, het verzamelen van beleidsrelevante informatie, het opstellen van rapportages (criminaliteitsbeelden, risicoanalyses en onderzoeksevaluaties) en het adviseren van beleidsdirecties daarover.

  • 3 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het technisch beheer, de exploitatie en de beveiliging van de ICT-infrastructuur, voor zover dit betrekking heeft op digitaal bewijsmateriaal dat door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is opgeslagen en zich bevindt op door de directie ICT-diensten specifiek daartoe aangewezen computerapparatuur binnen het netwerkdomein van het ministerie.

  • 4 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is verantwoordelijk voor de beleidsvorming, de instrumentontwikkeling en de controle op de naleving van het beveiligingsbeleid welke specifiek is voor een bijzondere opsporingsdienst.

  • 5 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is verantwoordelijk voor de inrichting, het onderhoud en het beheer van de archieven met opsporingsinformatie van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst.

  • 6 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van diverse financiële processen welke specifiek zijn voor een bijzondere opsporingsdienst.

  • 7 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de uitvoering van opsporingsgerelateerde opleidings- en leertrajecten.

  • 8 De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken van het SZW-informatieknooppunt. Het SZW-informatieknooppunt verzamelt informatie, analyseert deze informatie en verstrekt deze vervolgens aan deelnemende partijen. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst borgt een uitvoeringspraktijk van het SZW-Informatieknooppunt, waarbij geheel onafhankelijk van het opsporingsproces van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst wordt geopereerd.

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De projectorganisatie We Print Together is verantwoordelijk voor:

  • a. het vervaardigen en beschikbaar stellen van reprografische hoog volume producten en diensten conform de afspraken in de Service Level Agreements zoals afgesloten met de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. het zorgvuldig, tijdig en veilig retour leveren van reproductieopdrachten aan de klant;

  • c. het aanleveren van productiegegevens en -informatie en managementrapportages aan de Service Level Agreement partners;

  • d. het nemen en onderhouden van maatregelen ter waarborging van de beschikbaarheid, de integriteit en de exclusiviteit van de documenten en de informatie daarin;

  • e. het hebben van een noodplan, waarop kan worden teruggevallen in geval van calamiteiten.

Artikel 11b

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De projectorganisatie InterCoach is verantwoordelijk voor:

  • a. het organiseren van een leergang en follow-up voor directeuren met talent voor coaching;

  • b. het bemiddelen bij coachtrajecten tussen tot coach opgeleide directeuren en collega's van andere ministeries;

  • c. het onderhouden van een kwaliteitssysteem ter borging van de coachtrajecten.

Artikel 11c

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

De projectorganisatie Bureau Huisvestingsprojecten Rijksoverheid is verantwoordelijk voor:

  • a. het bieden van ondersteuning aan ministeries bij huisvestingsvraagstukken en -projecten;

  • b. het adviseren aan ministeries over huisvestingsvraagstukken.

§ 4. Bevoegdheden directeuren

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 Elk van de directeuren is bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voorzover zij verband houden met de taken en verantwoordelijkheden van zijn directie, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal, dan wel dit ingevolge artikel 13 onder de volmacht van een andere directeur valt.

  • 2 Aan elke directeur wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid omvat de bevoegdheid tot het verlenen en vaststellen van subsidies en rijksvergoedingen, het aangaan van verbetertrajecten en het korten op bevoorschotting, voor zover het de uitvoering betreft van regelingen op zijn werkterrein.

  • 4 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde per overeenkomst onder de laagste drempel voor aanbesteding conform de Europese aanbestedingsrichtlijnen, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde van € 500.000,– per overeenkomst:

    • a. overeenkomsten welke gebaseerd zijn op een mantelovereenkomst;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de directie;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot raden en commissies;

    • f. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek;

    • g. overeenkomsten met betrekking tot systeemontwikkeling, functioneel beheer, onderhoud van applicaties en licenties van automatiseringssystemen, waarvoor de directeur schriftelijk door de plaatsvervangend secretaris-generaal is aangewezen als systeemeigenaar.

    • h. overeenkomsten als bedoeld in artikel 13.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 De directeur Facilitaire Zaken is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot:

    • a. voorzieningen op het gebied van telefonie en het technisch beheer daarvan;

    • b. systeemontwikkeling, licenties, functioneel beheer en onderhoud van applicaties van ICT-systemen van de directie Facilitaire Zaken.

  • 2 De directeur Communicatie is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot:

    • a. de organisatie van voorlichtings- en informatiecampagnes en de productie en distributie van voorlichtingsmateriaal;

    • b. systeemontwikkeling, licenties, functioneel beheer en onderhoud van applicaties van voorlichtings- en documentatiesystemen;

    • c. externe advisering in het kader van voorlichtingsprojecten.

  • 3 De directeur Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot

    • a. personeelsbeheerssystemen, salarissystemen en systemen voor documentregistratie en -verwerking, voorzover deze noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de taken en werkzaamheden, bedoeld in artikel 8;

    • b. systeemontwikkeling, licenties, functioneel beheer en onderhoud van applicaties van departementale financiële informatiesystemen;

    • c. de opvang van kinderen van medewerkers van het ministerie;

    • d. de gerechtelijke en buitengerechtelijke invordering van geldvorderingen van de Staat.

  • 4 De directeur ICT-diensten is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot websystemen, de technische infrastructuur, de hardware, kantoorautomatiseringstoepassingen, netwerkvoorzieningen en het technisch beheer van geautomatiseerde systemen.

  • 5 De directeur Personeel, Organisatie en Informatie is gevolmachtigd tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot:

    • a. departementsbrede informatievoorziening, waaronder informatiebeveiliging en privacybescherming;

    • b. de Landsadvocaat inzake advisering en procureurstelling alsmede het instellen van gerechtelijke procedures met betrekking tot beroepschriften van (ex-)medewerkers van het ministerie inzake aangelegenheden verband houdende met de dienstbetrekking;

    • c. de arbodienst en het centraal flankerend beleid ten behoeve van herplaatsers.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 De directeuren kunnen hun vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hen te bepalen omvang doorverlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, met dien verstande dat bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden slechts kunnen worden doorverleend aan rechtstreeks onder hen ressorterende functionarissen en slechts voor zover het betreft:

    • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • b. het houden van manager-medewerker gesprekken;

    • c. verlof van medewerkers;

    • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kunnen directeuren bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden, genoemd in het eerste lid, onder a tot en met d, doorverlenen aan functionarissen die rechtstreeks ressorteren onder rechtstreeks onder hen ressorterende functionarissen voor zover dit noodzakelijk is vanwege de organisatiestructuur van de directie en voorzover de plaatsvervangend secretaris-generaal daar schriftelijk mee instemt.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen directeuren, na voorafgaande schriftelijke toestemming van de plaatsvervangend secretaris-generaal, hun vertegenwoordigingsbevoegdheden doorverlenen aan functionarissen van een ander organisatieonderdeel, mits de betreffende functionaris daarmee schriftelijk instemt.

  • 4 De (door)verlening van (onder-)mandaat, volmacht en machtiging kan uitsluitend bij een schriftelijk besluit geschieden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 19-12-2007]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit plaatsvervangend secretaris-generaal SZW 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 december 2004

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de

plv. Secretaris-Generaal

,

P. Hennephof

Naar boven