Subsidieregeling Europese milieusamenwerking 2005

[Regeling vervallen per 25-12-2005.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 02-01-2005 t/m 24-12-2005

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 december 2004, nr. DGM/IMZ/2004126916, tot vaststelling van het Subsidieprogramma Europese milieusamenwerking 2005

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b. Memorandum of Understanding: schriftelijke samenwerkingsovereenkomst tussen de Minister of diens vertegenwoordiger en zijn buitenlandse ambtgenoot of diens vertegenwoordiger om op het gebied van milieubeheer gezamenlijk activiteiten ter hand te nemen;

  • c. Europese Instellingen: Europese Commissie, het Europees Parlement, Agentschappen van de Europese Unie, de Europese Raad en de verschillende Raadsformaties.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

De Minister kan aan een aanvrager subsidie verstrekken in de kosten van een project ter bevordering van Europese milieusamenwerking met in het bijzonder als doel:

  • a. het leveren van een bijdrage aan met name de volgende onderwerpen:

    • 1°. beïnvloeding van de Europese instellingen en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid bij de verstevigde verankering van de milieupijler in de Lissabon strategie en de Europese Duurzame Ontwikkelingsstrategie, waarbij de nadruk ligt op het bevorderen en benutten van kansen voor eco-efficiënte innovaties;

    • 2°. beïnvloeding van de Europese instellingen en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid bij de verdere uitwerking, invoering en uitvoering van beleid op het terrein van duurzaam wegtransport;

  • b. beïnvloeding van de Europese instellingen en bevordering van de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties, teneinde vergroening van het Europees financieel instrumentarium te bereiken, zowel wat betreft het benutten van bestaand instrumentarium als de uitwerking en invoering van nieuw instrumentarium;

  • c. nadere invulling geven, voor zover het beleidsterrein van VROM betreffend, aan de Memoranda of Understanding en de daarvan afgeleide werkprogramma’s zoals die zijn overeengekomen met Bulgarije, Roemenië en Turkije;

  • d. nadere invulling geven aan de afspraken van de 5e Ministeriële Conferentie ‘Environment for Europe’ (Kiev, 21–23 mei 2003), in het bijzonder met betrekking tot de uitvoering van de Milieustrategie voor de landen van Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië (EECCA Environment Strategy), waarbij de nadruk ligt op capaciteitsopbouw van NGO’s en overheidsinstellingen op het terrein van publieke participatie, vergunningverlening en handhaving, milieu-effectrapportage en strategische milieubeoordeling.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

Een project komt niet voor subsidie in aanmerking, indien het naar het oordeel van de Minister valt binnen de reikwijdte van:

  • a. het Matra Projecten Programma in het kader waarvan subsidie kan worden aangevraagd op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • b. van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • c. het Programma Samenwerking Oost Europa (PSO) van het Ministerie van Economische Zaken, alsmede onderdelen van dit programma waaraan wordt bijgedragen door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

  • 1 Subsidie kan worden verleend aan een volkenrechtelijke organisatie of een rechtspersoon.

  • 2 Subsidie kan niet worden verleend aan:

    • a. de Nederlandse rijksoverheid, provinciale overheden, gemeentelijke overheden of waterschappen;

    • b. organisaties met een winstoogmerk of organisaties die zijn opgericht door organisaties met een winstoogmerk;

    • c. ondernemingen in de zin van artikel 87 van het EG Verdrag indien zij geen de minimis-verklaring als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de de minimis-verordening van de Europese Commissie (verordening (EG) nr. 69/2001 van 12 januari 2002 (PbEG 2001, L 10/30))kunnen overleggen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

Bij de aanvraag tot subsidieverlening wordt aangegeven:

  • a. op welke wijze het project bijdraagt aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen;

  • b. wat de doelstellingen van het project zijn;

  • c. op welke wijze kan worden vastgesteld of de geformuleerde doelstellingen zijn behaald;

  • d. welke activiteiten worden verricht, gespecificeerd naar tijd en kosten;

  • e. welke factoren de uitkomst van het project negatief kunnen beïnvloeden en op welke wijze dit wordt ondervangen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

  • 1 Indien de aanvraag voor subsidie wordt ingediend door een rechtspersoon die krachtens privaatrecht is opgericht, dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

    • a. een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon of van de geldende statuten, en

    • b. de laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.

  • 2 De in het eerste lid, onder b, bedoelde bescheiden, dan wel het verslag over de financiële positie dienen te zijn voorzien van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek afkomstige schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid onderscheidenlijk een mededeling, inhoudende dat van onjuistheden niet is gebleken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

De Minister neemt bij de beoordeling van de aanvraag in acht de mate waarin:

  • a. het project bijdraagt aan een evenwichtige spreiding van het beschikbare subsidiebudget over de verschillende subdoelstellingen, doelgroepen, landen en thema’s van het subsidieprogramma als bedoeld in artikel 2 van deze regeling;

  • b. de gevraagde subsidie in evenredige verhouding staat tot de aard en omvang van de beoogde resultaten van het project;

  • c. het project een meer dan incidentele uitwerking zal hebben;

  • d. de subsidie wordt gebruikt voor de voorbereiding van een project waarvoor subsidies in breder Nederlands of Europees verband kunnen worden aangevraagd;

  • e. er sprake is van draagvlak voor het project bij de betrokken organisaties en overheden, bijvoorbeeld blijkend uit bijdragen die organisaties of overheden hebben toegezegd ten behoeve van het project of uit documenten waarin is vastgelegd dat die organisaties of overheden met het project hebben ingestemd;

  • f. het project een reële slaagkans heeft.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden in aanmerking genomen de noodzakelijke, rechtstreeks aan het project toe te rekenen en door de subsidieaanvrager gemaakte kosten.

  • 2 Beoordeling van de hoogte van de personeelskosten vindt plaats op basis van curricula vitae van de personen die aan het project zullen gaan werken en aan de hand van personeelstarieven die vergelijkbaar zijn met de door de Rijksoverheid gehanteerde personeelstarieven.

  • 3 Verrekenbare omzetbelasting, winst- en reserveringsopslagen zijn geen subsidiabele kosten.

  • 4 Exploitatiekosten kunnen voor vergoeding in aanmerking komen tot maximaal 7,5% van de totale projectkosten.

  • 5 Vergoeding van voor het project aangeschafte goederen is alleen mogelijk indien deze voor een goede uitvoering van het project noodzakelijk zijn. Alleen de afschrijvingskosten gedurende de projectduur komen voor vergoeding in aanmerking. De afschrijvingskosten dienen gebaseerd te zijn op een reële afschrijvingsmethode.

  • 6 De ingediende projectbegroting wordt zoveel mogelijk gespecificeerd en heeft een herleidbare relatie met de beschrijving van de uit te voeren activiteiten.

  • 7 Kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag zijn geen subsidiabele kosten.

  • 8 Het maximale subsidiebedrag voor een project als bedoeld in artikel 2 bedraagt € 75.000,–.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2005 bedraagt € 400.000,–.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

De aanvragen worden gelijktijdig beoordeeld aan de hand van de in artikel 7 genoemde criteria.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

De Minister kan bij de subsidieverlening bepalen dat:

  • a. hij vrijelijk en om niet gebruik kan maken van alle voortbrengselen waarop auteurs- of andere intellectuele eigendomsrechten kunnen gelden en die geheel of gedeeltelijk met de subsidie worden vervaardigd, en

  • b. de subsidieontvanger bij publicaties met betrekking tot het gesubsidieerde project en in correspondentie met derden die bij de uitvoering van het project zijn betrokken, meldt dat het project geheel of gedeeltelijk bekostigd is uit een subsidie, verleend door de Staatssecretaris, tenzij de aard van het project, de hoedanigheid van de subsidieontvanger of andere gewichtige omstandigheden zich naar het oordeel van de Staatssecretaris daar tegen verzetten.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

  • 1 Voor het indienen van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van een aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de Directie Internationale Milieuzaken van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Postbus 30945, 2500 GX te Den Haag (tel.: +31 (0) 70-3394578, fax: +31 (0) 70 339 1306) en op de website van het Ministerie van VROM (www.vrom.nl).

  • 2 Aanvragen tot subsidieverlening kunnen tot en met 1 mei 2005 schriftelijk of per fax worden ingediend.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

  • 2 Voor zover er nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening met betrekking tot subsidieaanvragen ingediend in 2004, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig de Subsidieregeling Europese milieusamenwerking 2004 plaats.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 25-12-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Europese milieusamenwerking 2005’.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 december 2004

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Naar boven