-
a. samenwerkingsverband: verband van twee of meer Nederlandse gemeenten die aan de hand
van een regeling als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dan wel van een schriftelijke verklaring, kunnen aantonen dat zij samenwerken bij
het uitvoeren van projecten als bedoeld onder h, i, k, l, of r;
-
b. afvalpreventie: het voorkomen of beperken van het ontstaan van afvalstoffen of het
verminderen van de milieuschadelijkheid daarvan door interne nuttige toepassing of
reductie aan de bron;
-
c. afvalscheiding: het scheiden en gescheiden houden van afvalstoffen en het gescheiden
afgeven daarvan;
-
d. energiebesparing: het verbeteren van de energie-efficiency door het treffen van maatregelen
binnen een inrichting;
-
e. sorteeranalyse: sorteeranalyse die is of wordt uitgevoerd overeenkomstig ‘Sorteeranalyses
Handreiking voor gemeenten’ (SenterNovem, AOO 2003-15);
-
f. nulmeting huishoudelijke afvalstoffen: inventarisatie van gegevens over afvalscheiding
en afvalpreventie, voorzover het huishoudelijke afvalstoffen betreft, volgens de opgave
in bijlage I bij deze regeling;
-
g. plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen: beschrijving van feitelijk voorgenomen
activiteiten met betrekking tot huishoudelijke afvalstoffen ter bereiking van de in
artikel 2, onder a, beschreven doelen, waarin in elk geval de volgende onderdelen zijn uitgewerkt en
opgenomen:
-
1°. activiteiten, gericht op het optimaliseren van voorzieningen en werkprocessen ten
behoeve van afvalscheiding, en die in elk geval betrekking hebben op twee huishoudelijke
afvalstoffen, waarvan één afvalstof groente-, fruit- en tuinafval, papier en karton
of grove huishoudelijke afvalstoffen betreft;
-
2°. activiteiten, gericht op het optimaliseren van afvalpreventie;
-
3°. communicatie-activiteiten met burgers ten behoeve van afvalscheiding en afvalpreventie;
-
4°. monitoring;
-
h. basisproject huishoudelijke afvalstoffen: samenhangend geheel van activiteiten, inhoudende
het uitvoeren van een nulmeting huishoudelijke afvalstoffen en, gebaseerd op de resultaten
daarvan, het opstellen van een plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen;
-
i. plusproject huishoudelijke afvalstoffen: samenhangend geheel van activiteiten, inhoudende
het uitvoeren van een plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen;
-
j. beleidsplan inrichtingen: beschrijving van voorgenomen activiteiten ter bereiking
van het in artikel 2, onder b, beschreven doel, waarin in elk geval de volgende onderdelen zijn uitgewerkt en opgenomen:
-
1°. de samenstelling van het gemeentelijk inrichtingenbestand;
-
2°. het bestaande niveau van de vergunningverlening en de handhaving en de aanwezige kennis
en vaardigheden met betrekking tot afvalpreventie, afvalscheiding en energiebesparing;
-
3°. maatregelen, gericht op het verhogen van het in onderdeel 2° bedoelde niveau om voor
de vergunningverlening en de handhaving met betrekking tot afvalpreventie, afvalscheiding
en energiebesparing een adequaat niveau te bereiken;
-
4°. monitoring;
-
k. uitvoeringsproject inrichtingen: samenhangend geheel van activiteiten, gericht op:
-
1°. de verbetering van de vergunningverlening of de handhaving op het gebied van afvalpreventie,
afvalscheiding en energiebesparing, of
-
2°. de stimulering van categorieën van inrichtingen tot het nemen van maatregelen op het
gebied van afvalpreventie, afvalscheiding en energiebesparing, waarbij de wijze en
het tijdstip waarop vergunningverlening of handhaving plaatsvindt, is aangegeven;
-
l. combinatieproject inrichtingen: project waarin activiteiten, gericht op het verkrijgen
van specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van de vergunningverlening en
de handhaving met betrekking tot afvalpreventie, afvalscheiding en energiebesparing
en een uitvoeringsproject inrichtingen zijn samengevoegd;
-
m. project ‘Professionalisering van de handhaving’: project, gericht op een kwaliteitsverbetering
van het proces van de milieuhandhaving, waarover bestuurlijke afspraken zijn gemaakt
tussen het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het
Interprovinciaal Overlegorgaan en de Unie van Waterschappen op 28 januari 2002;
-
n. kwaliteitscriterium: kwaliteitscriterium als bedoeld in het document “Kwaliteitscriteria
‘Doe je voordeel met het oordeel’” dat op 1 november 2002 door het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Ministerie van Verkeer
en Waterstaat, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overlegorgaan
en de Unie van Waterschappen is vastgesteld in het kader van het project ‘Professionalisering
van de handhaving’;
-
o. handhavingsuitvoeringsprogramma: handhavingsuitvoeringsprogramma als bedoeld in kwaliteitscriterium
3.1;
-
p. nulmeting zwerfafval: inventarisatie van gegevens over zwerfafval, volgens de opgave
in bijlage II bij deze regeling;
-
q. plan van aanpak zwerfafval: beschrijving van feitelijk voorgenomen activiteiten om
het ontstaan van zwerfafval te voorkomen en de aanwezigheid daarvan zoveel mogelijk
te verminderen en die is opgesteld volgens de opgave in bijlage III bij deze regeling;
-
r. basisproject zwerfafval: samenhangend geheel van activiteiten, inhoudende het uitvoeren
van een nulmeting zwerfafval en, gebaseerd op de resultaten daarvan, het opstellen
en vaststellen van een plan van aanpak zwerfafval;
-
s. plusproject zwerfafval handhaving: samenhangend geheel van activiteiten, gericht op
de voorbereiding en uitvoering van de handhaving ten aanzien van zwerfafval, waarbij
de wijze en het tijdstip waarop de handhaving plaatsvindt, is aangegeven;
-
t. plusproject zwerfafval afvalbakken in de openbare ruimte: samenhangend geheel van
activiteiten, gericht op de voorbereiding en uitvoering van plaatsing van afvalbakken
in de openbare ruimte van gemeenten conform de leidraad ‘Afvalbakken in de openbare
ruimte’;
-
u. leidraad ‘Afvalbakken in de openbare ruimte’: leidraad ‘Afvalbakken in de openbare
ruimte’, opgesteld door de Stichting Nederland Schoon, CROW en de NVRD, uitgave januari
2005;
-
v. groep: economische eenheid waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
w. inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer.