Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Toelichting bij het aanvraagformulier opname in het centraal register buitenlandse
kinderopvang
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
1. Kinderopvang in het buitenland
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Ouders die buiten Nederland gebruik maken van kinderopvang, kunnen onder een aantal
voorwaarden in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang. De voorwaarden hebben betrekking op twee elementen:
Wonen en/of werken in Nederland
Dit element heeft betrekking op de persoonlijke situatie en de arbeidssituatie van
ouders. In de volgende situaties kunnen ouders recht hebben op een kinderopvangtoeslag:
-
– U woont en werkt in Nederland, maar maakt gebruik van kinderopvang in het buitenland;
-
– U en uw gezin in wonen in een EU-land of in Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland,
u maakt daar gebruik van kinderopvang en u werkt in Nederland;
-
– U woont in Nederland, maar werkt u in een EU-land of in Noorwegen, IJsland, Liechtenstein
of Zwitserland en maakt daar gebruik van kinderopvang.
Dit element wordt getoetst door de Belastingdienst/Toeslagen en/of de Sociale Verzekeringsbank,
die hiervoor als internationaal verbindingsorgaan is aangewezen. Uw aanvraag van de
toeslag dient u altijd in bij de Belastingdienst/Toeslagen. Ouders die buiten Nederland
wonen én werken, zullen over het algemeen niet voor de kinderopvangtoeslag in aanmerking
komen. Zie ook www.toeslagen.nl.
De buitenlandse kinderopvang komt overeen met Nederlandse kinderopvang
Om voor een kinderopvangtoeslag voor het gebruik van buitenlandse kinderopvang in
aanmerking te komen, moet deze opvang in voldoende mate overeen komen met de kinderopvang
die in Nederland onder de Wet kinderopvang valt. Voor dit element is het Ministerie van OCW verantwoordelijk.
Ouders die gebruik willen maken van kinderopvang buiten Nederland, moeten bij OCW
een verzoek tot registratie van deze opvang indienen. OCW beoordeelt dan of het kinderopvangstelsel
in het betreffende land voldoende waarborgen voor kwaliteit biedt en onderzoekt of
de betreffende opvang aan de nationale/lokale kwaliteitsregels voldoet. Bij een positief
oordeel wordt de opvang opgenomen in een centraal register buitenlandse kinderopvang.
Deze procedure is vastgelegd in de Regeling Wet kinderopvang. Het verzoek wordt gedaan via een aanvraagformulier. Een aanvraag die op een andere
wijze wordt ingediend, wordt niet in behandeling genomen. Ouders die gebruik maken
van opvang in België (Vlaanderen en Wallonië) en Duitsland (Nordrhein-Westfalen) hoeven
geen aanvraagformulier in te dienen.
2. Kinderopvang in België (Vlaanderen en Wallonië) en Duitsland (Nordrhein-Westfalen)
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Sinds de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang met ingang van 1 januari 2005, zijn meer dan 250 buitenlandse kinderopvangvoorzieningen
beoordeeld en opgenomen in het register buitenlandse kinderopvang. Het merendeel van
de registraties heeft betrekking op kinderopvang in België (Vlaanderen en Wallonië)
en Duitsland (met name Nordrhein-Westfalen). De opvang wordt gebruikt door ouders
die in de grensstreek wonen en/of werken. Als resultaat van de beoordeling van deze
verzoeken tot registratie is een uitgekristalliseerd beeld ontstaan van de kinderopvang
en van de kinderopvangstelsels in deze regio’s. Daaruit kan de conclusie worden getrokken
dat de eisen die in Vlaanderen, Wallonië en Nordrhein-Westfalen aan kinderopvang worden
gesteld, in grote mate vergelijkbaar zijn met de Nederlandse normen op grond van de
Wet kinderopvang. Ook wordt van overheidswege toezicht gehouden op de naleving van de regels. Omdat
voldoende zekerheid bestaat over de kwaliteit van de kinderopvang, hoeft deze opvang
niet meer in Nederland geregistreerd te worden.
Ouders die in Vlaanderen, Wallonië en Nordrhein-Westfalen gebruik maken van opvangvormen
die door de Staatssecretaris van OCW zijn aangewezen, hoeven geen verzoek tot registratie
in te dienen bij het Ministerie van OCW. Deze opvangvormen zijn in de tabel hieronder
weergegeven. De Belastingdienst/Toeslagen kan de status van de gebruikte opvang controleren
bij de aanvraag voor een kinderopvangtoeslag aan de hand van algemeen toegankelijke
lijsten van door de betreffende overheden erkende kindercentra en gastouderbureaus.
De volgende vormen van opvang in Vlaanderen, Wallonië en Nordrhein-Westfalen zijn
gelijk gesteld aan opvang in Nederland:
Overzichtstabel gelijkgestelde opvangvormen in België (Vlaanderen en Wallonië) en
Duitsland (Nordrhein-Westfalen)
|
Opvangvorm
|
Opvangvorm in Nederland
|
Toelichting
|
Overheidsinstantie
|
|
België/Vlaanderen
|
|
– Erkende
|
– Kinderdagverblijf
|
– Gesubsidieerd door de
|
Kind en Gezin
|
|
kinderdagverblijven
|
|
Vlaamse overheid, in bezit
|
Hallepoortlaan 27
|
|
– Erkende initiatieven voor
|
– Centrum voor
|
van een Erkenning van
|
1060 Brussel
|
|
buitenschoolse opvang
|
buitenschoolse opvang
|
Kind en Gezin
|
02 533.12. 11
|
|
– Erkende diensten voor
|
|
|
|
|
opvanggezinnen
|
– Gastouderopvang via een
|
|
Website en email:
|
|
– Zelfstandige
|
gastouderbureau
|
|
www.kindengezin.be
|
|
kinderdagverblijven met
|
– Kinderdagverblijf
|
– Niet-gesubsidieerd, voldoet
|
info@kindengezin.be
|
|
een Attest van toezicht
|
|
wel aan de kwaliteitseisen
|
|
| |
|
en heeft een Attest van
|
|
| |
|
toezicht van Kind en Gezin
|
|
| |
|
|
|
|
België/Wallonië
|
|
– Crèche
|
– Kinderdagverblijf
|
– 0–3 jarigen
|
Office de la Naissance et de
|
|
– Pregardiennat
|
– Kinderdagverblijf
|
– 1,5–3 jarigen
|
l’Enfance (ONE)
|
|
– Maison communale
|
– Kinderdagverblijf
|
– 0–3 jarigen
|
Chaussée de Charleroi 95
|
|
d’accueil de l’enfance
|
|
|
1060 Bruxelles
|
|
– Crèche parentale
|
– Ouderparticipatiecrèche
|
– 0–3 jarigen met
|
02 542.12.11
|
| |
|
ouderparticipatie
|
|
|
– Service d’accueillant(e)s
|
– Gastouderopvang via een
|
|
Website en email:
|
|
d’enfants
|
gastouderbureau
|
– De opvang beschikt over
|
www.one.be
|
|
conventionné(e)
|
|
een autorisation van ONE
|
info@one.be
|
| |
|
|
|
|
Duitsland/Nordrhein-
Westfalen
|
|
– Krippe
|
– Kinderdagverblijf
|
– 0–3-jarigen
|
Het Landesjugendamt in de
|
|
– Kindergarten
|
– Kinderdagverblijf
|
– 3–6 jarigen
|
deelstaat. Bijvoorbeeld het
|
|
– Hort
|
– Buitenschoolse opvang
|
– 6 tot 14 jarigen
|
Landschaftsverband
|
|
– Kindertagespflege
|
– Gastouderopvang
|
– Gastouderopvang
|
Rheinland
|
| |
|
|
|
| |
|
– De opvang beschikt over
een Betriebserlaubnis van
het Landesjugendamt
|
Website en email:
www.lvr.de
post@lvr.de
|
3. Kinderopvang in andere landen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Voor het gebruik van kinderopvang in alle andere landen is een verzoek tot registratie nodig. Bij gebruik van kinderopvang in andere Duitse
deelstaten dan Nordrhein-Westfalen moeten ouders nog wel een verzoek tot registratie indienen bij het Ministerie van OCW. Bij de aanvraag
moet een Betriebserlaubnis van het Landesjugendamt worden meegestuurd. Uit dat document
blijkt dat de opvang voldoet aan de geldende kwaliteitsregels.
De kans bestaat dat een bepaalde buitenlandse opvangvoorziening op grond van een eerdere
aanvraag al is opgenomen in het register. In dat geval is geen nieuw verzoek tot registratie
nodig. Als de Belastingdienst vraagt naar de registratie, kunt u in dat geval verwijzen
naar bestaande vermelding in het register en het registratienummer. Raadpleeg daarom
voordat u een aanvraag indient, eerst het actuele register op www.minocw.nl.
4. Toelichting bij het aanvraagformulier
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
1. Gegevens ouder
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Bij de aanvraag moet onder meer het land worden vermeld waar de ouder ten tijde van
het gebruik van kinderopvang woont. Dat zal in de meeste gevallen in Europa zijn,
want alleen ouders die in Nederland werken en in een ander land van de Europese Unie
(EU) of de Europese Economische Ruimte (EER) wonen, kunnen een tegemoetkoming in de
kosten van kinderopvang ontvangen. Vermeld ook uw emailadres, omdat op die manier
eventuele aanvullingen of verduidelijkingen bij uw aanvraag kunnen worden opgevraagd.
2. Gegevens kinderopvang
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
In het formulier wordt een onderscheid gemaakt tussen de kinderopvanglocatie (de plek
waar de opvang feitelijk plaatsvindt) en de opvangorganisatie (de rechtspersoon of
onderneming die de opvang exploiteert). Er kunnen twee locaties en organisaties op
het aanvraagformulier worden vermeld. Als meer dan twee opvanglocaties worden gebruikt,
kan een extra formulier worden ingevuld.
Alleen vormen van opvang die te vergelijken zijn met de Nederlandse opvangvormen kinderdagverblijf,
centrum voor buitenschoolse opvang en gastouderopvang via een gastouderbureau kunnen
in aanmerking komen voor opname in het centraal register buitenlandse kinderopvang.
3. De lokale kwaliteitsregels
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Als ouders gebruik maken van kinderopvang in andere landen dan de grensgebieden Vlaanderen,
Wallonië en Duitsland/Nordrhein-Westfalen, sturen zij de relevante kwaliteitsregels
mee en een document waaruit blijkt dat de gebruikte kinderopvang aan deze kwaliteitsregels
voldoet. Dat kan bijvoorbeeld een inspectierapport zijn. Indien één van de documenten
niet in de Nederlandse taal, maar in een vreemde taal is gesteld en een vertaling
daarvan noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag, kan de Staatssecretaris
van OCW besluiten de aanvraag niet te behandelen, mits de aanvrager in de gelegenheid
is gesteld binnen een nader te stellen termijn de aanvraag met een vertaling aan te
vullen.
4. Gewenste datum van registratie
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Bij een positief besluit op een verzoek tot registratie wordt de kinderopvang opgenomen
in het register met als ingangsdatum de datum van indiening van de aanvraag tot registratie.
Een eerdere registratiedatum is mogelijk, indien aan de hand van documenten kan worden
aangetoond dat het gebruik op een eerder moment is gestart. Dat kan bijvoorbeeld door
een opvangcontract of bewijs van inschrijving mee te sturen bij de aanvraag.
5. De aanvraagprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
De procedure voor opname van buitenlandse kinderopvang in het centraal register kent
de volgende stappen:
1. Wel of geen aanvraag voor registratie nodig?
Via het schema hieronder kunt u bepalen of u een aanvraag tot registratie moet indienen:
Een aanvraagformulier kunt u indien bij:
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Directie Primair Onderwijs/Afdeling Kinderopvang
IPC 2400
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
Nederland
2. Beslissing op de aanvraag
Het Ministerie van OCW beoordeelt of de kwaliteitsregels uit het betreffende land
naar aard en strekking overeen komen met de kwaliteitsregels van de Wet kinderopvang. Indien dat het geval is, wordt dit vermeld in de Regeling Wet kinderopvang. Indien uit de aanvraag eveneens blijkt dat de opvanglocatie aan deze eisen voldoet,
wordt de opvanglocatie vervolgens opgenomen in het centrale register. Het Ministerie
van OCW stelt de aanvrager en de betreffende kinderopvangorganisatie van het besluit
op de hoogte. Een ouder kan, indien hij aan de overige voorwaarden van de Wet kinderopvang voldoet, bij de Belastingdienst/Toeslagen een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming
in de kosten van kinderopvang.
3. Opname in het centraal register buitenlandse kinderopvang
Bij een positief besluit wordt de opvang opgenomen in het centraal register. De opname
in het centraal register wordt gepubliceerd in de Staatscourant. De opname in het
register heeft terugwerkende kracht tot en met het moment van indienen van de aanvraag.
Het actuele register is te vinden op www.minocw.nl.
4. Wijzigingen bij de kinderopvangorganisatie
De kinderopvangexploitant stelt het Ministerie van OCW op de hoogte van wijzigingen
ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn ingediend. Als deze wijzigingen
leiden tot een aanpassing van de vermelding in het centraal register, deelt het Ministerie
van OCW dit mee aan de exploitant.
