1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wet: Wet milieubeheer;
CO2: kooldioxide;
CO2-installatie: broeikasgasinstallatie waarin activiteiten worden verricht, die behoren
tot een categorie van activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid;
brandstof: gasvormige, vloeibare of vaste stof, met inbegrip van alle daaraan toegevoegde
stoffen, dienende voor verbranding;
meetinstantie: rechtspersoon als bedoeld in artikel 9, derde lid;
CEN-norm: norm die door het CEN, het Europese Comité voor Standaardisatie, is vastgesteld;
CO2-verbrandingsemissie: emissie van CO2 die plaatsvindt bij de exotherme reactie van een brandstof met zuurstof;
CO2-procesemissie: emissie van CO2, niet zijnde een CO2-verbrandingsemissie, die optreedt ten gevolge van bedoelde of onbedoelde reacties
tussen stoffen of bij de transformatie daarvan, waaronder de chemische of elektrolytische
reductie van metaalertsen, de thermische ontbinding van stoffen en de vorming van
stoffen, bedoeld om te worden gebruikt als product of als grondstof;
CO2-emissiefactor: factor die is gebaseerd op het koolstofgehalte, uitgedrukt als ton
CO2/TJ voor CO2-verbrandingsemissies;
NOx-verbrandingsinstallatie: NOx-installatie, niet zijnde een NOx-procesinstallatie, met een vermogen van één megawatt thermisch of meer, die een emissie
van stikstofoxiden in de lucht veroorzaakt als gevolg van het verstoken van brandstof,
met inbegrip van de bij de installatie behorende voorzieningen voor de reiniging van
het rookgas;
NOx-procesinstallatie: NOx-installatie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van een product, waarbij een
emissie van ten minste 1.000 kilogram stikstofoxiden per kalenderjaar in de lucht
wordt veroorzaakt.