Verordening onderwijsfonds aanvoersector 2005

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 24-12-2005 t/m 31-12-2005

Verordening van het Productschap Vis van 28 oktober 2004, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van onderwijs voor de aanvoersector voor het jaar 2005 (Verordening onderwijsfonds aanvoersector 2005)

Het bestuur van het Productschap Vis;

Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253);

Gehoord de Commissie aanvoeraangelegenheden en de Onderwijscommissie;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    Instellingsbesluit Productschap Vis

    : Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van een productschap voor ondernemingen op het gebied van de visserij, be- en verwerking van vis en de handel in vis en visproducten (Stb. 2003, 253);

    Productschap

    : het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis;

    Bestuur

    : het bestuur van het Productschap;

    Voorzitter

    : de voorzitter van het Productschap;

    Commissie aanvoeraangelegenheden

    : de commissie ingesteld door het bestuur voor het adviseren over aangelegenheden betreffende de aanvoer;

    Ondernemer

    : degene, die een onderneming drijft, waarvoor het Productschap is ingesteld;

    Vis

    : vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren, mosselen en oesters en alle door uitoefening van de binnenvisserij - niet zijnde de IJsselmeervisserij -, in de zin van artikel 1, vierde lid onder d, van de Visserijwet 1963 verkregen soorten vis;

    Mosselen

    : schelpdieren van de soorten Mytilus Spp. of de soorten Perna Spp. ;

    Platte oesters

    : schelpdieren van de soorten Ostrea Spp. ;

    Creuses

    : schelpdieren van de soorten Crassostrea Spp.;

    Oesters

    : platte oesters en creuses;

    Aanvoeren

    : het als eerste eigenaar voor de eerste keer of het met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis en/of mosselen;

    Aanvoerder

    : de ondernemer, die met een in Nederland geregistreerd vissersvaartuig of op andere wijze vis en/of mosselen aanvoert;

    Trawler

    : vaartuig waarvan de lengte over alles 60 meter of meer bedraagt;

    Kotter

    : vaartuig waarvan de lengte over alles minder dan 60 meter bedraagt;

    Afslag

    : een veiling van vis en/of mosselen;

    Onderwijsfonds aanvoersector

    : het fonds ingesteld krachtens artikel 1, eerste lid, van de Verordening instelling van een onderwijsfonds aanvoersector ;

    Ton

    : een inhoudsmaat van 1/7 m3 .

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen.

  • 3 Indien een vaartuig mosselen, niet zijnde ingevoerde mosselen, op een verwaterplaats stort voordat het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen, vindt het aanvoeren van mosselen, in afwijking van het bepaalde in het tweede lid, plaats op het tijdstip waarop de mosselen worden gestort op een verwaterplaats.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Een aanvoerder is aan het Productschap ten behoeve van het Onderwijsfonds voor de aanvoersector een heffing verschuldigd van 0,4 promille van de waarde van de door hem aangevoerde vis.

  • 2 Een aanvoerder is aan het Productschap ten behoeve van het Onderwijsfonds voor de aanvoersector een heffing verschuldigd van € 0,02 per elke door de aanvoerder aangevoerde ton mosselen.

  • 3 De waarde van de aangevoerde vis wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 3.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Indien de aangevoerde vis door tussenkomst van een afslag wordt verhandeld, wordt onder de in artikel 2, eerste lid, bedoelde waarde verstaan, de bruto besomming van de aangevoerde vis op de afslag.

  • 2 Indien de door een kotter aangevoerde vis zonder tussenkomst van een afslag wordt verhandeld, wordt onder de in artikel 2, eerste lid, bedoelde waarde verstaan, de door de koper van de aangevoerde vis betaalde koopsom.

  • 3 Indien de door een trawler aangevoerde vis zonder tussenkomst van een afslag wordt verhandeld, wordt onder de in artikel 2 , eerste lid, bedoelde waarde verstaan, 70 % van de door de koper van de aangevoerde vis betaalde koopsom.

Verstrekken van gegevens

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Een ondernemer verstrekt aan het productschap, op schriftelijk verzoek van de voorzitter, namens het bestuur, vóór de in dit verzoek genoemde datum, naar waarheid de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de door de ondernemer op grond van deze verordening verschuldigde heffing.

  • 2 Een ondernemer overlegt aan het productschap, op schriftelijk verzoek van de voorzitter, namens het bestuur, vóór de in dit verzoek genoemde datum een verklaring, van een accountant als bedoeld in de desbetreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, omtrent de getrouwheid en volledigheid van de in het eerste lid bedoelde gegevens.

  • 3 Indien blijkt dat de door de ondernemer verstrekte gegevens onjuist zijn of afwijken van aan het productschap ten dienste staande gegevens, kunnen aan de hand van deze nieuwe gegevens of overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 en/of in artikel 11 de in rekening gebrachte en/of te brengen bedragen worden herzien en het verschil worden nagevorderd of gerestitueerd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Indien een ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet of niet volledig aan het productschap heeft verstrekt vóór de in dat artikel bedoelde datum dan wel vóór de datum van de aan de ondernemer toegezonden herinnering, is de voorzitter, namens het bestuur, bevoegd de verzochte waarden, aankoopbedragen, inkoopbedragen, hoeveelheden of aantallen te schatten en op basis daarvan de verschuldigde heffing te berekenen.

  • 2 De voorzitter stelt, namens het bestuur, de betrokken ondernemer van de geschatte gegevens en het op basis daarvan berekende heffingsbedrag schriftelijk in kennis, onder mededeling dat hij alsnog in de gelegenheid wordt gesteld de eerder verzochte gegevens binnen 3 weken na verzending van de kennisgeving aan het productschap te verstrekken.

  • 3 Indien de betrokken ondernemer binnen de in het tweede lid bedoelde termijn alsnog de verzochte gegevens aan het productschap verstrekt, wordt de verschuldigde heffing berekend op basis van deze gegevens.

  • 4 Indien blijkt dat de door de ondernemer alsnog verstrekte gegevens, als bedoeld in het derde lid, onjuist zijn of afwijken van aan het productschap ten dienste staande gegevens, wordt de verschuldigde heffing berekend op basis van de door de voorzitter geschatte waarden, aankoopbedragen, inkoopbedragen, hoeveelheden of aantallen.

  • 5 Indien de betrokken ondernemer binnen de in het tweede lid bedoelde termijn wederom in gebreke blijft de verzochte gegevens aan het productschap te verstrekken, wordt het bedrag, zoals berekend op de wijze bedoeld in het eerste lid, in rekening gebracht.

Regeling betreffende de betaling

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Artikel 6. (mandatering afslagen)

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Indien vis en/of mosselen door tussenkomst van een afslag zijn verhandeld worden de op grond van deze verordening wegens het aanvoeren of kopen van de vis of mosselen verschuldigde heffingen door de ondernemer onmiddellijk na de verkoop aan het productschap betaald.

  • 2 In de gevallen bedoeld in het eerste lid kunnen de door de aanvoerder of koper verschuldigde heffingen door de afslagadministratie ten behoeve van het productschap worden geïnd door middel van inhouding op de op de afslag gemaakte bruto besomming respectievelijk verrekening met het betaalde aankoopbedrag. Indien de heffingen op deze wijze volledig zijn geïnd, wordt de ondernemer geacht te dier zake aan zijn verplichting te hebben voldaan.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Indien vis en/of mosselen zonder tussenkomst van een afslag zijn verhandeld worden de op grond van deze verordening wegens het aanvoeren van de vis verschuldigde heffingen door de ondernemer betaald uiterlijk binnen dertig dagen na de dag waarop zij hem door het productschap in rekening zijn gebracht.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Het productschap brengt vooruitlopend op de opgave bedoeld in artikel 4 de ondernemers jaarlijks één of meer voorschotbedragen in rekening.

  • 2 Indien en voor zover aan voorschotbedragen meer is betaald dan uit hoofde van deze verordening is verschuldigd, vindt restitutie plaats.

  • 3 Het voorschotbedrag wordt door de ondernemer betaald uiterlijk binnen dertig dagen na de dag waarop het hem door het productschap in rekening is gebracht.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Een nagevorderd bedrag als bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt door de ondernemer betaald uiterlijk binnen veertien dagen na de dag waarop het bedrag hem door het productschap in rekening is gebracht.

Artikel 10. (bescherming gegevens)

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2000 is van toepassing op de verwerking van gegevens, als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6.

Artikel 11. (mandatering voorzitter)

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 De voorzitter is, namens het bestuur, belast met de vaststelling en oplegging van de door een ondernemer verschuldigde heffing(en), als bedoeld in artikel 2, indien deze verschuldigde heffing(en) niet reeds op grond van artikel 6 door de afslagadministratie ten behoeve van het productschap is/zijn geïnd.

  • 2

    • a. De oplegging van de door een ondernemer verschuldigde heffing(en), geschiedt door de voorzitter, namens het bestuur, door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige ondernemer van een gedagtekende heffingsaanslag op basis van;

      • de gegevens als bedoeld in artikel 4 en/of artikel 5 en/of;

      • de bij het productschap bekende gegevens voor de heffing(en) als bedoeld in artikel 2.

    • b. De heffingsaanslag moet bevatten:

      • de naam en de woonplaats of vestigingsplaats van de heffingsplichtige ondernemer, conform de gegevens die bekend zijn bij het productschap;

      • een specificatie van het bedrag van de heffing(en) onder vermelding van de heffingsgrondslagen;

      • in de daarvoor in aanmerking komende gevallen: de toepasselijke vrijstellingen;

      • in de daarvoor in aanmerking komende gevallen: de toepasselijke verrekening met reeds betaalde voorschotbedragen;

      • het totaalbedrag van de heffingsaanslag;

      • het betalingstijdstip en informatie over de wijze van betaling;

      • de vermelding van de mogelijkheid van bezwaar met inachtneming van artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 De voorzitter kan, namens het bestuur, de termijn van inzending van de gegevens als bedoeld in artikel 4 en/of 5, op verzoek van een ondernemer verlengen met een termijn die de voorzitter redelijk acht.

  • 4

    • a. De voorzitter kan, namens het bestuur, een voorschotbedrag, als bedoeld in artikel 8, opleggen en in rekening brengen bij de heffingsplichtige ondernemer.

    • b. De voorzitter kan, namens het bestuur, het in rekening gebrachte voorschotbedrag herzien en/of opnieuw opleggen indien blijkt dat de gegevens van de heffingsplichtige ondernemer, die hier aan ten grondslag lagen, niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid.

  • 6 De voorzitter is, namens het bestuur, belast met het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten, als bedoeld in het tweede lid met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 7 De voorzitter is, namens het bestuur, belast met het beslissen op verzoeken om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter tegen besluiten, als bedoeld in het tweede lid met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 8 De voorzitter kan in afwijking van het vierde lid, namens het bestuur, de heffingsplichtige ondernemer op diens verzoek bij de indiening van zijn bezwaarschrift:

    • a. in bijzondere omstandigheden (ter beoordeling van de voorzitter) uitstel van betaling verlenen van de vastgestelde en opgelegde heffing(en), als bedoeld in het tweede lid, totdat de beslissing op het bezwaarschrift door de voorzitter is genomen;

    • b. een vergoeding toekennen als bedoeld in artikel 7:15 Algemene wet bestuursrecht;

    • c. ingeval beroep is ingesteld tegen een beslissing op het bezwaarschrift, in bijzondere omstandigheden (ter beoordeling van de voorzitter) uitstel van betaling verlenen van de vastgestelde en opgelegde heffing(en), als bedoeld in het tweede lid, totdat de bevoegde rechter uitspraak heeft gedaan.

  • 9 De voorzitter kan in afwijking van het eerste lid, namens het bestuur, de heffingsplichtige ondernemer vrijstellen van artikel 2 indien het totaal van de door deze ondernemer verschuldigde heffing(en) minder is dan € 10,-.

  • 10 De voorzitter is, namens het bestuur, belast met het kenbaar maken en stellen van nadere eisen aan het gebruik van de elektronische weg bij het verkeer van berichten tussen ondernemers en het productschap met betrekking tot het bepaalde in de onderhavige verordening met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 21-04-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

  • 2 De Verordening tot het instellen van een bestemmingsheffing ter financiering van een onderwijsfonds voor de aanvoersector 2004 wordt ingetrokken, behoudens ten aanzien van reeds verschuldigde heffingsbedragen.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening onderwijsfonds aanvoersector 2005.

Rijswijk, 28 oktober 2004

P.J.H.M. Loonen

voorzitter

G.J. van Balsfoort

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 26 mei 2005 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 4 mei 2005, nr. TRCJZ/2004/6007.

Naar boven