Wijzigingswet Waterleidingwet (eigendom waterleidingbedrijven)

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 25-02-2005 t/m heden

Wet van 9 september 2004 tot wijziging van de Waterleidingwet (eigendom waterleidingbedrijven)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het gewenst is de Waterleidingwet te wijzigen teneinde te verzekeren dat de eigendom van waterleidingbedrijven in handen van de overheid blijft;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

In afwijking van artikel 3j van de Waterleidingwet kan, voor de periode gedurende welke dat nodig is voor de uitvoering van een plan tot reorganisatie als bedoeld in hoofdstuk III van die wet, een distributiegebied worden toegewezen aan een waterleidingbedrijf dat niet voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, onder 2°, van die wet.

Artikel IV

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 9 september 2004

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,

S. M. Dekker

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven