Besluit mandaat aan Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (ontslaguitkeringsregelingen sector Rijk)

[Regeling vervallen per 01-04-2006.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 03-09-2004 t/m 31-03-2006

Besluit tot het verlenen van mandaat aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ter zake van de uitvoering van de ontslaguitkeringsregelingen van de sector Rijk

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

regelingen: Rijkswachtgeldbesluit 1959, Uitkeringsregeling 1966, de Regeling wachtgeld en uitkering privatisering, het Sociaal Beleidskader 1987, het Sociaal Beleidskader 1991, het besluit aanvullende regels ten aanzien van de rechtspositie van ambtenaren bij de BVD, de tijdelijke regeling WWV-vervangende uitkering, het besluit SBK reorganisatie Politiebestel, de wachtgeld-vut-uitkeringsregeling ten aanzien van rechthebbende die na 1-10-1995 zijn ontslagen en onderstand overdracht West-Nieuw Guinea/voormalig personeel Suriname, Besluit bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid sector Rijk en Suppletieregeling gedeeltelijke arbeidsongeschikten sector Rijk.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

De Minister verleent aan UWV het volgende mandaat:

  • 1. UWV is bevoegd om namens de Minister al die besluiten te nemen die de opdrachtgever bij of krachtens de regelingen bevoegd is te nemen;

  • 2. UWV is bevoegd om in het kader van de uitvoering van de regelingen namens de Minister te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg;

  • 3. UWV is bevoegd om inzake de uitvoering van de regelingen namens de Minister in rechte op te treden en om namens de Minister tegen rechterlijke uitspraken ter zake hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanmerkelijk financieel of rechtspositioneel belang, oefent UWV deze bevoegdheid niet uit dan na verkregen instemming van de Minister en in voorkomend geval de ex-werkgever van de wederpartij in de desbetreffende zaak. UWV is in dat geval wel bevoegd om vooruitlopend hierop zo nodig voorlopig hoger beroep of cassatie in te stellen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

UWV is niet bevoegd om zelfstandig verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet nationale ombudsman, dan wel verzoeken van gelijksoortig karakter, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, namens de Minister af te handelen. Dergelijke zaken worden door UWV inhoudelijk voorbereid en formeel door de Minister afgehandeld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

UWV is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan bij UWV in dienst zijnde functionarissen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-04-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 april 2004.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven