Besluit interoperabiliteit

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 19-05-2004 t/m 04-06-2012

Besluit van 7 mei 2004, houdende regels met betrekking tot interoperabiliteit van openbare elektronische communicatiediensten, toegang tot de Europese telefoonnummeringsruimte en landsgrensoverschrijdende toegang tot niet-geografische nummers (Besluit interoperabiliteit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 10 juli 2003, nr. WJZ 3025200;

Gelet op artikel 5 van richtlijn nr. 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (PbEG L108) en de artikelen 27 en 28 van richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L108), alsmede de artikelen 6.3, eerste lid, 6.5 en 18.2 van de Telecommunicatiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 september 2003, nr. W 10.03.0307/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 3 mei 2004, nr. WJZ 4028513;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. wet: Telecommunicatiewet;

  • b. NEN-EN 301160: norm inzake het routeren van oproepen naar de Europese telefoonnummeringsruimte, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut;

  • c. niet-geografisch nummer: nummer uit een door Onze Minister krachtens artikel 4.1, eerste lid, van de wet vastgesteld nummerplan of uit een nationaal nummerplan van een andere lidstaat van de Europese Unie, anders dan een nummer waarvan een deel van de cijferstructuur een geografische betekenis heeft en dat krachtens zijn bestemming gebruikt mag worden voor het routeren van gesprekken naar de fysieke locatie van het netwerkaansluitpunt.

Artikel 2

Als categorie van openbare elektronische communicatiediensten als bedoeld in artikel 6.3, eerste lid, van de wet wordt aangewezen openbare telefoondiensten.

Artikel 3

  • 1 Een aanbieder van openbare telefoonnetwerken of openbare telefoondiensten behandelt, voor zover deze verplichting niet reeds voortvloeit uit artikel 6.3 van de wet juncto artikel 2, oproepen van zijn eindgebruikers naar eindgebruikers die gebruik maken van nummers die behoren tot de Europese telefoonnummeringsruimte, op zodanige wijze dat de oproepen die ruimte bereiken.

  • 2 Het college maakt jaarlijks op genoegzame wijze bekend welke hem bekende openbare telefoonnetwerken binnen de Europese Unie een serving netwerk betreffen als bedoeld in NEN-EN 301160.

Artikel 4

  • 1 Een aanbieder van openbare telefoonnetwerken of openbare telefoondiensten neemt, voor zover dit niet reeds voortvloeit uit artikel 6.3, tweede lid, van de wet juncto artikel 2, alle maatregelen die ertoe bijdragen dat:

    • a. een zich in Nederland bevindende abonnee die gebruik maakt van een door het college toegekend niet-geografisch nummer op dat nummer kan worden opgeroepen door zich in andere lidstaten van de Europese Unie bevindende eindgebruikers, en

    • b. een zich in een andere lidstaat van de Europese Unie bevindende abonnee die gebruik maakt van een niet-geografisch nummer, toegekend door een nationale regelgevende instantie, op dat nummer kan worden opgeroepen door zich in Nederland bevindende eindgebruikers.

  • 2 Het eerste lid, onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing op aanbieders van andere openbare elektronische communicatiediensten dan de openbare telefoondienst die abonnees die gebruik maken van een door het college toegekend niet-geografisch nummer de mogelijkheid bieden om binnenkomende oproepen te ontvangen en aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken wier medewerking noodzakelijk is om die dienst aan te bieden.

  • 3 De verplichting, bedoeld in het eerste en tweede lid, geldt niet:

    • a. voor zover het voor de desbetreffende aanbieder technisch niet uitvoerbaar dan wel economisch niet haalbaar is de maatregelen te nemen;

    • b. voor oproepen afkomstig uit specifieke gedeelten van het grondgebied van de Europese Unie waarvan de op te roepen abonnee heeft aangegeven dat hij deze om commerciële redenen niet wenst te ontvangen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 mei 2004

Beatrix

De Minister van Economische Zaken ,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de achttiende mei 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven