Beleidsregel koel- en vriesinstallatie aan boord van vissersvaartuigen met een koudemiddel inhoud van meer dan 3 kg

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 13-05-2004 t/m heden

Beleidsregel koel- en vriesinstallatie aan boord van vissersvaartuigen met een koudemiddel inhoud van meer dan 3 kg

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie,

Gelet op artikel 4.15, eerste lid, van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;

Besluit:

Artikel 2

Aan het gestelde in artikel 4.15, lid 1, van het Vissersvaartuigenbesluit 2002 wordt voldaan, indien:

  • a. de installatie is ontworpen en geconstrueerd in overeenstemming met de regels van een erkend klassenbureau;

  • b. in aanvulling op het gestelde onder a een risico analyse is uitgevoerd;

  • c. voor de geklasseerde vissersvaartuigen is voorzien in een klasse notatie.

Artikel 3

  • 1 De schipper draagt zorg voor het periodiek doen uitvoeren van de noodzakelijke controles en onderhoudswerkzaamheden.

  • 2 De schipper ziet er op toe dat het verlies van koudemiddel zo veel mogelijk wordt voorkomen.

  • 3 Een installatie waaruit door lekkage of ander defect koudemiddel is ontsnapt wordt pas bijgevuld met koudemiddel als de lekkage of het defect is verholpen.

  • 4 Lekkage van koudemiddelen en andere defecten dienen zo spoedig mogelijk te worden verholpen.

Artikel 4

Voor controle van de goede werking van de installatie gelden de volgende maatregelen:

  • 1 Controle en lekdetectie

    • a. controle op correct functioneren en lekkage ten minste 1 keer per 12 maanden bij installaties met een inhoud van 3 kilogram koudemiddelinhoud of meer;

    • b. controle op correct functioneren en lekkage ten minste 1 keer per 3 maanden bij installaties met een inhoud van 30 kilogram koudemiddelinhoud of meer;

    • c. controle op correct functioneren en lekkage ten minste 1 keer per maand bij installaties met een inhoud van 300 kilogram koudemiddelinhoud of meer;

    • d. elke ruimte waarin een installatie met een koudemiddelinhoud van 1000 kilogram of meer is ondergebracht, is voorzien van permanent werkende detectieapparatuur;

    • e. in elke visverwerkingruimte waar als gevolg van lekkage van het toegepaste koudemiddel de MAC-waarde kan worden overschreden is permanent werkende detectieapparatuur aanwezig.

  • 2 De schipper is in staat op verzoek informatie te verschaffen over de staat van onderhoud van de koel- en vriesinstallatie.

  • 3 De controles en reparaties worden uitgevoerd door een ter zake kundig persoon.

Artikel 5

Onder een ter zake kundig persoon, als genoemd in artikel4, lid 3, wordt verstaan:

  • a. een gediplomeerde monteur;

  • b. een bemanningslid met een werktuigkundige bevoegdheid krachtens de Zeevaartbemanningswet.

Het

hoofd van de Scheepvaartinspectie

,

H.G.H. ten Hoopen

Naar boven