Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2014

Besluit van 15 maart 2004, houdende de instelling van een productschap voor ondernemingen op het gebied van de pluimveehouderij, konijnenhouderij en edelpelsdierenhouderij, de be- en verwerking van en de handel in pluimvee, pluimveevlees, pluimveevleesproducten, eieren, eiproducten, wild en tamme konijnen, alsmede bont (Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 november 2003, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/CAM/2003/88540, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 67, 70, 70A, 73, 76, eerste lid, 102, tweede lid, en 126 derde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

De Raad van State gehoord (advies van 11 december 2003, nr. W12.03.0489/I/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 maart 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/CAM/2003/95708, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. pluimvee: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (ratites);

  • b. edelpelsdieren: nertsen, vossen en overige voor de bontproductie gehouden pelsdieren;

  • c. tamme konijnen: konijnen, zijnde landbouwhuisdieren;

  • d. pluimveevlees: vlees afkomstig van pluimvee;

  • e. eieren: vogeleieren welke al dan niet bestemd zijn voor menselijke consumptie;

  • f. technische eiproducten: eiproducten welke ongeschikt zijn voor menselijke consumptie;

  • g. wild: alle gedode, voor menselijke consumptie geschikte dieren die in het vrije veld plegen te leven.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In dit besluit wordt onder pluimveehouderij verstaan het al dan niet voor eigen rekening en risico bedrijfsmatig:

    • a. houden van pluimvee,

    • b. fokken van pluimvee,

    • c. opfokken van pluimvee,

    • d. uitoefenen van het pluimveevermeerderingsbedrijf, of

    • e. uitoefenen van kuikenbroederij.

  • 2 In dit besluit wordt onder handel mede de werkzaamheid van tussenpersonen verstaan.

  • 3 In dit besluit wordt onder handel niet de doorvoer- en driehoekshandel verstaan.

§ 2. Het productschap

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Er is een Productschap Pluimvee en Eieren.

  • 2 Het productschap is ingesteld voor ondernemingen waarin:

    • a. de pluimvee-, edelpelsdieren- of konijnenhouderij wordt uitgeoefend;

    • b. pluimvee, wild en tamme konijnen of daaruit verkregen producten worden be- of verwerkt tot producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen;

    • c. eieren of daaruit verkregen producten worden be- en verwerkt tot producten welke, al dan niet na verdere be- en verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen dan wel kunnen dienen als grondstof voor producten welke niet bestemd zijn tot menselijk voedsel;

    • d. de handel wordt uitgeoefend in:

      • pluimvee, eieren, wild of tamme konijnen of in daaruit verkregen producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen;

      • broedeieren en eendagskuikens;

      • bont, of

      • technische eiproducten.

  • 3 Het productschap is mede ingesteld voor veilingen van de in het tweede lid bedoelde producten.

  • 4 Het productschap is gevestigd te Zoetermeer.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het bestuur van het productschap bestaat uit 21 leden. Hiervan worden benoemd:

  • a. voor ondernemingen op het gebied van de pluimveehouderij: vijf leden door organisaties van ondernemers en vier leden door organisaties van werknemers;

  • b. voor ondernemingen op het gebied van de verwerkende industrie en de groothandel in eieren: twee leden door organisaties van ondernemers en twee leden door organisaties van werknemers;

  • c. voor ondernemingen op het gebied van de verwerkende industrie en de groothandel in pluimvee, wild en tamme konijnen: twee leden door organisaties van ondernemers en drie leden door organisaties van werknemers; en

  • d. voor ondernemingen op het gebied van de detailhandel in eieren en pluimvee: twee leden door organisaties van ondernemers en een lid door organisaties van werknemers.

§ 3. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het productschap is bevoegd tot de regeling of nadere regeling van de in artikel 93, tweede lid, van de wet vermelde onderwerpen of onderdelen daarvan, met uitzondering van onderdeel d: de lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bij een op grond van artikel 93, tweede lid, van de wet vastgestelde verordening kan worden bepaald dat deze mede andere dan de in artikel 102, eerste lid, van de wet bedoelde natuurlijke en rechtspersonen bindt, voorzover deze handelingen verrichten die bedrijfsmatig in de ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld, plegen te worden verricht.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het productschap legt een heffing als bedoeld in artikel 126, eerste lid van de wet op, gebaseerd op een grondslag die het bestuur passend acht, waarbij het tarief voor verschillende in de heffingsverordening aangewezen groepen van ondernemingen verschillend kan zijn. Boven of in de plaats van zodanige heffing kan een bedrag worden geheven dat voor alle ondernemingen of groepen daarvan gelijk is.

  • 2 Heffingen, waarvan de opbrengst een bijzondere bestemming heeft, kunnen worden opgelegd naar een grondslag welke het bestuur van het productschap in verband met die bestemming passend acht.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 21 augustus 1998 ingestelde Productschap voor Pluimvee en Eieren wordt opgeheven.

  • 2 Verordeningen en andere besluiten die zijn vastgesteld door het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 21 augustus 1998 ingestelde Productschap voor Pluimvee en Eieren blijven van kracht tot de datum waarop de door het op grond van dit besluit ingestelde Productschap voor Pluimvee en Eieren vastgestelde verordeningen en andere besluiten terzake in werking zullen treden.

  • 3 Het personeel, de rechten, de verplichtingen, de vermogensbestanddelen en de archiefbescheiden van het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 21 augustus 1998 ingestelde Productschap voor Pluimvee en Eieren, gaan over naar het op grond van dit besluit ingestelde Productschap voor Pluimvee en Eieren.

  • 4 Wettelijke procedures en rechtsgedingen, ingesteld door of tegen het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 21 augustus 1998 ingestelde Productschap Pluimvee en Eieren worden geacht te zijn ingesteld door of tegen het op grond van dit besluit ingestelde Productschap voor Pluimvee en Eieren.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De bestuursleden en hun plaatsvervangers van wie de zittingsperiode ingaat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, treden af op 1 januari 2006.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

's-Gravenhage, 15 maart 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,

A. J. de Geus

De Minister van Economische Zaken ,

L. J. Brinkhorst

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,

C. P. Veerman

Uitgegeven de zesde april 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven