Aanwijzingsbesluit buitengewoon opsporingsambtenaren dienst Stadstoezicht gemeente Rotterdam

[Regeling materieel uitgewerkt per 27-12-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 31-12-2003 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie van 16 december 2003, kenmerk 5260247/DBZ/03, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van de algemeen directeur van de dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam;

Gelet op:

artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 2

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst van de dienst Stadstoezicht Rotterdam de functie van reinigingsagent vervullen, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van onderhavige besluit.

Dit besluit treed in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2003

De

Minister

van Justitie
namens deze:
de

coördinator Buitengewoon opsporingsambtenaar

,

A.A.A.M. Huldy

Naar boven