Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 03-03-2004 t/m heden

Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.

Overwegende,

dat de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2000, 302) regels stelt inzake de bescherming van persoonsgegevens;

dat artikel 25 van voornoemde wet aan een organisatie die voornemens is een gedragscode vast te stellen de mogelijkheid biedt het College bescherming persoonsgegevens te verzoeken te verklaren dat de daarin opgenomen regels een juiste uitwerking vormen van voornoemde wet of van andere wettelijke bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens;

dat het gewenst is te komen tot een Gedragscode teneinde een zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens te bevorderen en te waarborgen.

Gehoord het advies van de Ledenraad en de Algemene Ledenvergadering van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.

Besluit:

de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming van persoonsgegevens als volgt vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze gedragscode wordt verstaan onder:

  • a. persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

  • b. verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;

  • c. gerechtsdeurwaarder: de als zodanig benoemde openbaar ambtenaar, de als zodanig benoemde waarnemend openbaar ambtenaar en de toegevoegd-kandidaat-gerechtsdeurwaarder als bedoeld in artikel 1 onder e Gerechtsdeurwaarderswet, verantwoordelijke in de zin van de Wbp, die zelf of op wiens aanwijzing of onder wiens verantwoordelijkheid of medeverantwoordelijkheid persoonsgegevens worden verwerkt;

  • d. opdrachtgever: degene die aan de gerechtsdeurwaarder een opdracht bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 20 Gerechtsdeurwaarderswet verstrekt;

  • e. wederpartij: de natuurlijke persoon op wie een persoonsgegeven betrekking heeft en ten laste van wie de gerechtsdeurwaarder een opdracht uitvoert;

  • f. derde: ieder, niet zijnde de wederpartij, de gerechtsdeurwaarder of de persoon die onder rechtstreeks gezag van de gerechtsdeurwaarder gemachtigd is om persoonsgegevens te verwerken;

  • g. toestemming van de wederpartij elke vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting waarmee de wederpartij aanvaardt dat hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt;

  • h. verstrekken van persoonsgegevens: het bekend maken of ter beschikking stellen van persoonsgegevens;

  • i. Wbp : Wet bescherming persoonsgegevens;

  • j. verzamelen van persoonsgegevens: het verkrijgen van persoonsgegevens.

Artikel 2. Doelomschrijving

De verwerking van persoonsgegevens door de gerechtsdeurwaarder geschiedt ten behoeve van:

Artikel 3. Categorieën van wederpartijen

De persoonsgegevens die verwerkt worden en die onder deze Gedragscode vallen, hebben betrekking op de wederpartijen van opdrachtgevers en personen die tot die categorie hebben behoord.

Artikel 4. Categorieën van gegevens

  • 1 De verwerking van persoonsgegevens kan betrekking hebben op:

    • a. naam, adres, postbusnummer, postcode, woonplaats, geboortedatum, geslacht, burgerlijke staat, titulatuur, telefoonnummer, telefaxnummer, e-mail-adres;

    • b. GBA-nummer, Sofi-nummer en andere identificerende gegevens;

    • c. gegevens omtrent inkomen, bezittingen en schulden;

    • d. gegevens met betrekking tot het in het verleden verrichte of lopende acties of transacties in zaken welke van invloed kunnen zijn op respectievelijk voortvloeien uit de bij of krachtens wet of door de opdrachtgever opgedragen taken en werkzaamheden;

    • e. gegevens omtrent de in die zaken van de wederpartij ontvangen bedragen en op hem verhaalbare kosten;

    • f. andere voor het doel van de verwerking noodzakelijke niet te categoriseren gegevens.

  • 2 Tenzij de persoonsgegevens bedoeld in het eerste lid onder b. tot en met d. en f. van de wederpartij, diens gemachtigde of uit openbare bronnen zijn verkregen, is het de gerechtsdeurwaarder behoudens rechtvaardigingsgrond niet toegestaan deze gegevens te verwerken indien de verwerking van persoonsgegevens geschiedt ten behoeve van de uitoefening van niet ambtelijke werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 onder b. van deze code.

Artikel 5. Herkomst en verkrijging

  • 1 De persoonsgegevens genoemd in artikel 4 kunnen worden verkregen:

    • a. van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder;

    • b. van de wederpartij zelf of diens gemachtigde;

    • c. van een derde, die deze in het kader van de Wet heeft verstrekt;

    • d. uit openbare bronnen;

    • e. van informatiebureaus;

    • f. uit eigen waarneming van (werknemers van) de gerechtsdeurwaarder;

    • g. door combinatie van de op de wederpartij betrekking hebbende gegevens;

    • h. uit bronnen waar de gerechtsdeurwaarder in het kader van de uitoefening van zijn ambtelijke of niet-ambtelijke praktijk kennis van neemt;

  • 2 De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat de persoonsgegevens die worden verwerkt, voor zover redelijkerwijs mogelijk is, op hun juistheid en volledigheid worden gecontroleerd.

Artikel 6. Toegang tot de gegevens

Verwerking van persoonsgegevens is, voor zover nodig voor de uitoefening van hun taak en met inachtneming van het doel waarvoor de gegevens worden verwerkt, toegestaan aan alle werknemers van de gerechtsdeurwaarder die zijn belast met de behandeling van zaken. De gerechtsdeurwaarder verplicht zijn werknemers tot geheimhouding.

Artikel 7. Verstrekking van gegevens

  • 1 Tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de wederpartij, worden diens persoonsgegevens uitsluitend aan de volgende personen of instanties verstrekt:

    • a. aan de opdrachtgever voor zover nodig in het kader van de verstrekte opdracht en ter verantwoording van verrichte werkzaamheden;

    • b. aan de andere wederpartij van de opdrachtgever in éénzelfde of nauw verwante zaak, voor zover nodig bij het verrichten van de bij of krachtens de wet of door de opdrachtgever opgedragen taken en werkzaamheden;

    • c. aan rechterlijke instanties en andere derden voor zover noodzakelijk voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte;

    • d. aan bij de zaak betrokken derden, waaronder gerechtsdeurwaarders, openbare registers, banken, één en ander uitsluitend voor zover nodig bij het verrichten van de bij of krachtens de wet of door de opdrachtgever opgedragen taken en werkzaamheden.

  • 2 Verstrekking van gegevens vindt niet plaats indien de gerechtsdeurwaarder weet of redelijkerwijs kan aannemen dat degene aan wie de gegevens zullen worden verstrekt, deze in ruimere kring bekend zal maken of dat deze zullen worden benut voor een doel niet in overeenstemming met het doel van de verwerking.

  • 3 Verstrekking van gegevens vindt niet plaats voor zover dit in strijd zou komen met de geheimhoudingsplicht van de gerechtsdeurwaarder.

Artikel 8. Beveiliging

Overeenkomstig artikel 13 Wbp draagt de gerechtsdeurwaarder er zorg voor dat de persoonsgegevens die door hem in het kader van zijn praktijkuitoefening worden verwerkt op zodanige wijze beveiligd zijn dat verlies of onrechtmatige verwerking daarvan wordt voorkomen.

Artikel 9. Kennisgeving

  • 1 De gerechtsdeurwaarder brengt iedere wederpartij van wie persoonsgegevens worden verwerkt hiervan op de hoogte, tenzij deze gegevens bij de wederpartij zelf worden verkregen.

  • 2 Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt plaats:

    • a. op het moment van vastlegging van de hem betreffende gegevens, of

    • b. wanneer de gegevens bestemd zijn om te worden verstrekt aan een derde, uiterlijk op het moment van de eerste verstrekking.

  • 3 De verplichting tot kennisgeving als bedoeld in het eerste lid geldt niet:

    • a. indien de wederpartij van de verwerking reeds op de hoogte is;

    • b. indien de vastlegging van persoonsgegevens of de verstrekking daarvan bij of krachtens wet is voorgeschreven, in welk geval de gerechtsdeurwaarder de wederpartij op diens verzoek dient te informeren over het wettelijk voorschrift dat tot vastlegging of verstrekking van de hem betreffende gegevens heeft geleid;

    • c. indien een gewichtig belang van anderen, de verantwoordelijke daaronder begrepen, zich daartegen verzet;

    • d. voor zover het achterwege laten van de mededeling noodzakelijk is in het belang van de veiligheid van de Staat of de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • e. wanneer mededeling onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning vergt, in welk geval de gerechtsdeurwaarder de herkomst van de gegevens vastlegt.

  • 4 Voordat persoonsgegevens worden verkregen bij de wederpartij zelf deelt de gerechtsdeurwaarder hem zijn identiteit en de doeleinden van de verwerking mede.

  • 5 De gerechtsdeurwaarder verstrekt nadere informatie voor zover dat gelet op de aard van de gegevens, de omstandigheden waaronder zij worden verkregen of het gebruik dat ervan wordt gemaakt, nodig is om tegenover de wederpartij een behoorlijke en zorgvuldige verwerking te waarborgen.

Artikel 10. Verstrekken van overzichten

  • 1 De gerechtsdeurwaarder verstrekt de wederpartij overeenkomstig artikel 35 Wbp op diens schriftelijk verzoek en na deugdelijke vaststelling van diens identiteit, binnen vier weken nadat het verzoek is gedaan, een overzicht van de van hem verwerkte gegevens.

  • 2 De in lid 1 opgenomen verplichting geldt niet indien gewichtige belangen van anderen, de gerechtsdeurwaarder daaronder begrepen, zich tegen de verstrekking verzetten.

  • 3 De gerechtsdeurwaarder is, met inachtneming van het bij of krachtens artikel 39, eerste lid Wbp bepaalde, gerechtigd aan de wederpartij voor het op diens verzoek verstrekken van de gegevens met betrekking tot de verwerking, een vergoeding van kosten te vragen, welke vergoeding wordt teruggegeven in geval tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van verwerkte persoonsgegevens is overgegaan.

Artikel 11. Correctie en verzet

  • 1 De wederpartij aan wie overeenkomstig artikel 10 een overzicht is verstrekt van de van hem verwerkte gegevens, kan de gerechtsdeurwaarder schriftelijk verzoeken om de verwerkte persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn, dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift in de verwerking voor komen. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.

  • 2 De gerechtsdeurwaarder bericht de wederpartij binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk of, dan wel in hoeverre, aan zijn verzoek wordt voldaan. De gerechtsdeurwaarder draagt er voor zorg dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming zo spoedig wordt uitgevoerd. Een weigering wordt met redenen omkleed.

  • 3 Indien de persoonsgegevens zijn vastgelegd op een gegevensdrager waarin geen wijzigingen kunnen worden aangebracht, dan treft de gerechtsdeurwaarder de voorzieningen die nodig zijn om de gebruiker van de gegevens te informeren over de onmogelijkheid van verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming ondanks het feit dat er grond is voor aanpassing van de gegevens op grond van dit artikel.

  • 4 De gerechtsdeurwaarder die overeenkomstig het tweede lid van dit artikel persoonsgegevens heeft verbeterd, aangevuld, verwijderd of afgeschermd, is verplicht om aan derden aan wie de gegevens daaraan voorafgaand zijn verstrekt, zo spoedig mogelijk kennis te geven van de verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming, tenzij dit onmogelijk blijkt, een onevenredige inspanning kost of de wederpartij de gerechtsdeurwaarder schriftelijk van deze plicht ontslaat. De gerechtsdeurwaarder verstrekt aan de wederpartij desgevraagd een opgave van degenen aan wie hij kennis heeft geven van de verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming.

  • 5 Indien gegevens het voorwerp zijn van verwerking op grond van artikel 8, onder e. en f. Wbp, kan de wederpartij daartegen bij de gerechtsdeurwaarder te allen tijde verzet aantekenen in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheid.

  • 6 De gerechtsdeurwaarder beoordeelt binnen vier weken na ontvangst van het verzet of het verzet gerechtvaardigd is en beëindigt terstond de verwerking indien het verzet gerechtvaardigd is.

  • 7 De gerechtsdeurwaarder is, met inachtneming van het bij of krachtens artikel 40, derde lid Wbp bepaalde, gerechtigd aan de wederpartij voor het in behandeling nemen van een verzet een vergoeding van kosten te vragen, welke vergoeding wordt teruggegeven in geval het verzet gegrond wordt bevonden.

Artikel 12. Tekst Gedragscode

Op eerste verzoek wordt aan éénieder een afschrift van deze Gedragscode ter beschikking gesteld.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze Gedragscode treedt in werking op de veertiende dag nadat deze (met toelichting) in de Staatscourant is geplaatst.

Artikel 14. Citeertitel

Deze gedragscode wordt aangehaald als: Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens.

Baarn, 12 december 2003

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders,

F.J.M. van der Meer

voorzitter

Naar boven