Regeling tarieven Kadaster

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 01-05-2024.
Geldend van 01-04-2010 t/m 31-12-2010

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 december 2003, nr. MJZ2003124448, houdende vaststelling van de kadastrale tarieven (Regeling tarieven Kadaster)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet,

Besluit:

Hoofdstuk 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

landelijke voorziening: landelijke voorziening als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken;

netwerk: net, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, dat in, op of boven de grond is of wordt aangelegd;

object: in een rechtszekerheidsregistratie vermeld perceel, appartementsrecht, netwerk, schip of luchtvaartuig;

rechtszekerheidsregistratie: registratie als bedoeld in artikel 48, 85 of 92 van de wet;

wet: Kadasterwet.

Hoofdstuk 2. Tarieven

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Onverminderd de verschuldigdheid van het tarief overeenkomstig artikel 4, eerste lid, onderdeel a of b, is voor de inschrijving van een stuk, dat aanleiding is tot het vormen van percelen, per onroerende zaak verschuldigd:

    • a. indien die onroerende zaak een oppervlakte heeft van ten hoogste 100 centiare en ten aanzien van die onroerende zaak sprake is van een koopsom van ten hoogste € 5000,– of een tegenprestatie met een waarde van ten hoogste € 5000,–: € 60,75;

    • b. in andere gevallen: € 995,–.

  • 2 Het aantal onroerende zaken waarop een stuk als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft, wordt gelijk gesteld met het aantal in dat stuk genoemde kadastrale perceelnummers waarop het betrokken in te schrijven feit betrekking heeft, tenzij uit het stuk blijkt dat van een ander aantal onroerende zaken sprake is.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor inschrijving van een stuk dat leidt tot wijziging van een rechthebbende in een rechtszekerheidsregistratie is per nieuwe rechthebbende of per gezamenlijke nieuwe rechthebbende verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 162,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 145,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze, die naar het oordeel van de Dienst, gelet op de bij haar aanwezige stand van de techniek, haar in staat stelt om een rechtszekerheidsregistratie gedeeltelijk, respectievelijk volledig, geautomatiseerd bij te houden: € 116,– respectievelijk € 87,–.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving in papieren of elektronische vorm van een stuk inhoudende de splitsing in appartementsrechten of een verzoek tot teboekstelling van een luchtvaartuig.

  • 3 Voor de inschrijving van een stuk betreffende de vestiging van het recht van hypotheek en de koop van een registergoed is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 137,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 120,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze, die naar het oordeel van de Dienst, gelet op de bij haar aanwezige stand van de techniek, haar in staat stelt om een rechtszekerheidsregistratie gedeeltelijk, respectievelijk volledig, geautomatiseerd bij te houden: € 96,– respectievelijk € 72,–.

  • 4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving in papieren of elektronische vorm van een stuk inhoudende een koopoptie of voorovereenkomst tot koop, onverminderd het verschuldigd zijn van het tarief ingevolge het eerste lid indien het stuk tevens leidt tot wijziging van een rechthebbende.

  • 5 Voor de inschrijving van een stuk betreffende doorhaling van een proces-verbaal van inbeslagneming is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 34,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 17,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze, die naar het oordeel van de Dienst, gelet op de bij haar aanwezige stand van de techniek, haar in staat stelt om een rechtszekerheidsregistratie gedeeltelijk, respectievelijk volledig, geautomatiseerd bij te houden: € 13,60 respectievelijk € 10,20.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de inschrijving van een ander stuk dan bedoeld in de artikelen 2 en 4, alsmede voor de boeking van een stuk in een register van voorlopige aantekeningen, is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 68,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden: € 51,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze, die naar het oordeel van de Dienst, gelet op de bij haar aanwezige stand van de techniek, haar in staat stelt om een rechtszekerheidsregistratie gedeeltelijk, respectievelijk volledig, geautomatiseerd bij te houden: € 40,80 respectievelijk € 30,60.

  • 2 Kosteloos is de inschrijving van:

    • a. een aangifte of verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een schip of luchtvaartuig;

    • b. een aangifte tot wijziging van de beschrijving van een te boek staand schip;

    • c. een mededeling omtrent de gekozen woonplaats inzake een schip;

    • d. een akte van vernieuwing als bedoeld in artikel 77, vijfde lid, van de wet,

    • e. een stuk dat overeenkomstig artikel 20, vierde lid, tweede volzin, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bij de Dienst is aangeboden door middel van een hernieuwd verzoek tot inschrijving, en

    • f. een stuk dat uitsluitend op verzoek van de Dienst ter inschrijving wordt aangeboden, ten einde de registratie te verbeteren.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor digitale raadpleging van gegevens uit een rechtszekerheidsregistratie of de landelijke voorziening is verschuldigd per object:

    • a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: € 2,95;

    • b. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a: € 2,95.

  • 2 Onverminderd het eerste lid is degene die een abonnement heeft op digitale raadpleging van een rechtszekerheidsregistratie, als vergoeding voor de vaste kosten, per abonnementsperiode van een maand verschuldigd: € 4,40.

  • 3 In afwijking van het tweede lid is per abonnementsperiode van een maand een bedrag verschuldigd van € 2,20, indien de krachtens het eerste lid verschuldigde bedragen automatisch door de Dienst worden geïncasseerd.

  • 4 Voor digitale raadpleging van de objectlijst is per 20 objecten verschuldigd: € 0,80.

  • 5 Voor digitale raadpleging van gegevens uit een rechtszekerheidsregistratie of de landelijke voorziening door middel van een geautomatiseerd proces is verschuldigd, indien:

    • a. het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: € 2,95;

    • b. het een negatieve mededeling betreft: € 1,30;

    • c. het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a en b: € 2,95.

  • 6 Bij een jaarabonnement op de raadpleging, bedoeld in het vijfde lid, is in afwijking van dat lid verschuldigd:

    • a. ingeval in dat jaar meer dan 100.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 2,36 per object en € 1,04 per negatieve mededeling;

    • b. ingeval in dat jaar meer dan 500.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 1,77 per object en € 0,78 per negatieve mededeling;

    • c. ingeval in dat jaar meer dan 1.000.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 1,18 per object en € 0,52 per negatieve mededeling;

    • d. ingeval in dat jaar meer dan 5.000.000 objecten of negatieve mededelingen worden geleverd: € 0,89 per object en € 0,39 per negatieve mededeling.

  • 7 Onder een negatieve mededeling als bedoeld in het vijfde en zesde lid wordt verstaan: een mededeling, inhoudende dat de gevraagde gegevens ontbreken.

  • 8 Voor het ter plekke bij de Dienst raadplegen van een rechtszekerheidsregistratie of de toezending van een afschrift of een uittreksel als bedoeld in artikel 100, 101, eerste lid, of 102, eerste lid, van de wet, respectievelijk van een verklaring als bedoeld in artikel 101, eerste lid, of 102, tweede lid, van de wet is verschuldigd per geraadpleegd object of per object in het afschrift, uittreksel of verklaring:

    • a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: € 14,80;

    • b. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a: € 14,80, of

    • c. bij een mededeling aan de adressant, inhoudende dat de door hem gevraagde gegevens omtrent een object ontbreken: € 14,80.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel worden onder gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, niet begrepen gegevens inzake hypotheken, gegevens inzake beslagen en de landelijke kadastrale kaart.

  • 2 Voor het verstrekken aan gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen van gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, is per object dat in het afschrift is betrokken verschuldigd: € 1,04, met dien verstande dat:

    • a. ingeval in het afschrift meer dan 100.000 objecten worden betrokken, per object verschuldigd is: € 0,87, en

    • b. ingeval in het afschrift meer dan 1.000.000 objecten worden betrokken, per object verschuldigd is: € 0,65.

  • 3 In afwijking van het eerste lid is verschuldigd voor het verstrekken van:

    • a. de totale registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet: € 1.495.000,–, en

    • b. alle gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, betreffende de provincie:

      • 1°. Drenthe: € 83.000,–;

      • 2°. Flevoland: € 35.000,–;

      • 3°. Friesland: € 120.000,–;

      • 4°. Gelderland: € 267.000,–;

      • 5°. Groningen: € 87.000,–;

      • 6°. Limburg: € 178.000,–;

      • 7°. Noord-Brabant: € 317.000,–;

      • 8°. Noord-Holland: € 274.000,–;

      • 9°. Overijssel: € 155.000,–;

      • 10°. Utrecht: € 131.000,–;

      • 11°. Zeeland: € 69.000,–, en

      • 12°. Zuid-Holland: € 380.000,–.

  • 4 Per jaar is voor een abonnement op de wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, per 1000 objecten verschuldigd:

    • a. indien de wijzigingen worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager: € 296,–, en

    • b. indien de wijzigingen worden verstrekt door middel van het openbare internet: € 185,–.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Een persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen inzake hypotheken en beslagen, alsmede inzake rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op hypotheken en beslagen, is per registergoed verschuldigd: € 5,90.

  • 2 Een persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen inzake het recht van eigendom of een ander beperkt recht dan bedoeld in het eerste lid, is per registergoed verschuldigd: € 5,90.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een afschrift van een in de openbare registers ingeschreven of geboekt stuk of van een in een logische databank voor archiefbestanden opgeslagen stuk in elektronische vorm is per te verstrekken afschrift verschuldigd € 2,95.

  • 2 Voor het raadplegen van de openbare registers of een archief ter plekke bij de Dienst dan wel het verstrekken van een afschrift van een in de openbare registers ingeschreven of geboekt stuk of van een in het archief opgeborgen stuk is per te raadplegen stuk of te verstrekken afschrift verschuldigd € 14,80.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor het op verzoek door de Dienst technisch vervaardigen, aanpassen of vormgeven van een onderdeel van een bestand voor een in elektronische vorm aan te bieden stuk ter inschrijving in de openbare registers, waardoor de bijhouding van een rechtszekerheidsregistratie geautomatiseerd kan plaatsvinden, is per besteed kwartier verschuldigd: € 36,50.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verrichten van onderzoeken in de openbare registers is per perceel verschuldigd:

    • a. indien het een onderzoek betreft naar de laatste akte waarbij het perceel is verkregen: € 40,–;

    • b. indien het een onderzoek naar erfdienstbaarheden of andere gegevens betreft, teruggaand tot maximaal:

      • 1°. het jaar 1929: € 130,–;

      • 2°. het jaar 1838: € 235,–.

  • 2 Voor het verrichten van overige werkzaamheden is per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed verschuldigd € 22,–.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het raadplegen van de door Dienst gehouden kadastrale kaarten of daaraan ten grondslag liggende bescheiden is verschuldigd:

    • a. in geval van digitale raadpleging via een publieksnetwerk:

      • per maphit: € 0,40;

      • bij meer dan 2500 maphits per jaar, per maphit: € 0,20;

      • bij meer dan 25.000 maphits per jaar, per maphit: € 0,10;

      • bij meer dan 250.000 maphits per jaar, per maphit: € 0,05;

      • bij meer dan 2.500.000 maphits per jaar, per maphit: € 0,025;

    • b. in geval van raadpleging ter plekke bij de Dienst, per raadpleging: € 14,80.

  • 2 Voor de verstrekking van afschriften of uittreksels van de kadastrale kaarten of van de daaraan ten grondslag liggende bescheiden is verschuldigd:

    • 1°. in geval van verstrekking op maximaal formaat A0: € 40,–;

    • 2°. in geval van verstrekking op maximaal formaat A3 of A4: € 14,80;

    • 3°. in geval van digitale verstrekking op formaat A4: € 2,95.

  • 3 Voor het raadplegen van een hulpkaart of de verstrekking van afschriften of uittreksels van een hulpkaart zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken aan gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen van een gedeelte van de landelijke kadastrale kaart is per perceel dat in het afschrift wordt betrokken, verschuldigd: € 0,66, met dien verstande dat:

    • a. ingeval in het afschrift meer dan 100.000 percelen worden betrokken, per perceel verschuldigd is: € 0,53, en

    • b. ingeval in het afschrift meer dan 1.000.000 percelen worden betrokken, per perceel verschuldigd is: € 0,40.

  • 2 Voor het verstrekken van de landelijke kadastrale kaart is verschuldigd: € 870.000,–.

  • 3 In afwijking van het eerste lid is verschuldigd voor het verstrekken van het gedeelte van de landelijke kadastrale kaart dat overeenkomt met de provincie:

    • 1°. Drenthe: € 51.000,–;

    • 2°. Flevoland: € 22.000,–;

    • 3°. Friesland: € 74.000,–;

    • 4°. Gelderland: € 160.000,–;

    • 5°. Groningen: € 51.000,–;

    • 6°. Limburg: € 103.000,–;

    • 7°. Noord-Brabant: € 192.000,–;

    • 8°. Noord-Holland: € 150.000,–;

    • 9°. Overijssel: € 96.000,–;

    • 10°. Utrecht: € 74.000,–;

    • 11°. Zeeland: € 43.000,–, en

    • 12°. Zuid-Holland: € 182.000,–.

  • 4 Per jaar is voor een abonnement op de wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, per 1000 percelen verschuldigd:

    • a. indien de wijzigingen worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager: € 209,–, en

    • b. indien de wijzigingen worden verstrekt door middel van het openbare internet: € 133,–.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de ligging van de kadastrale grenzen van een perceel is per grens tussen twee percelen zonder eindpunten verschuldigd € 710,–.

  • 2 Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de eindpunten van kadastrale grenzen is naast het tarief, bedoeld in het eerste lid, per eindpunt verschuldigd: € 710,–.

  • 3 Ingeval inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen op andere wijze dan te velde worden verstrekt is per grens tussen twee percelen verschuldigd € 36,50.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor het op verzoek vormen van percelen, anders dan bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is per nieuw te vormen perceel verschuldigd, indien:

  • a. percelen moeten worden gesplitst met voorlopige grenzen: € 895,–;

  • b. percelen moeten worden gesplitst anders dan bedoeld in onderdeel a: € 550,–;

  • c. uitsluitend percelen moeten worden samengevoegd: € 263,–.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de afgifte van een verklaring inhoudende de complexaanduiding ter zake van appartementsrechten of inhoudende een netwerkaanduiding is verschuldigd: € 208,–.

  • 2 Voor de vervaardiging van een tekening van een netwerk op schaal 1:5000 of op een kleinere schaal, met een strookbreedte van tenminste 500 meter, is verschuldigd: € 176,–, vermeerderd met € 40,– per tekening en € 0,60 per afgebeelde hectare.

  • 3 Voor het actualiseren van een in de afgelopen drie jaren ingeschreven tekening van een netwerk, binnen het op die tekening weergegeven gebied, is verschuldigd: € 176,–, vermeerderd met € 40,– per tekening en € 0,10 per afgebeelde hectare.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor het in depot nemen van tekeningen en andere stukken in papieren vorm die deel uitmaken van een stuk dat in elektronische vorm ter inschrijving zal worden aangeboden als bedoeld in artikel 11b, vijfde lid, van de wet is verschuldigd € 105,–.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave in papieren of elektronische vorm betreffende punten uit het net van coördinaatpunten, bedoeld in artikel 100, eerste en derde lid, van de wet, is verschuldigd:

    • a. In geval van eenmalige verstrekking:

      • 1°. per kernnetpunt op analoge wijze of op een gegevensdrager € 36,80;

      • 2°. per ander punt op analoge wijze of op een gegevensdrager € 13,35;

      • 3°. per lijst van coördinaten van kernnetpunten € 74,–;

    • b. door abonnees, per jaar:

      • 1°. voor digitale raadpleging per kernnetpunt € 13,35, met dien verstande dat bij een abonnement op verschillende kernnetpunten ten hoogste € 4.000,– per jaar is verschuldigd;

      • 2°. per kernnetpunt dat op analoge wijze of op een gegevensdrager wordt verstrekt € 26,65, met dien verstande dat bij een abonnement op verschillende kernnetpunten ten hoogste € 8.000,– per jaar is verschuldigd .

  • 2 Voor het verstrekken van een opgave in papieren of elektronische vorm betreffende de overige tot de meetkundige grondslag behorende vaste punten is verschuldigd: per coördinatenpaar € 38,–.

  • 3 Voor het certificeren van de coördinaten van stations voor satellietplaatsbepaling is per station verschuldigd € 285,–, met dien verstande dat ingeval bij de certificatie meer dan vijf stations betrokken worden, verschuldigd is:

    per station boven de vijf: € 228,–;

    per station boven de tien: € 171,–;

    per station boven de vijftien: € 114,–;

    per station boven de twintig: € 57,–.

  • 4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op het inrekenen van coördinaten van tijdelijke stations voor satellietplaatsbepaling.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het teboekstellen van een schip is verschuldigd:

    • a. indien bij het aanbrengen van het brandmerk gebruik wordt gemaakt van microdots: € 550,–;

    • b. in andere gevallen: € 400,–.

  • 2 In het tarief, bedoeld in het eerste lid, is inbegrepen de in depotname en inschrijving van het stuk, het aanbrengen van het brandmerk en het verstrekken van een certificaat van teboekstelling.

  • 3 In geval van een spoedteboekstelling wordt het tarief, bedoeld in het eerste lid, verhoogd met € 100,– en vermeerderd met € 22,– per kwartier dat de Dienst langer dan een uur op een bewijsstuk moet wachten.

  • 4 Voor het opnieuw aanbrengen van een brandmerk is verschuldigd:

    • a. indien gebruik wordt gemaakt van microdots: € 374,–;

    • b. in andere gevallen: € 224,–.

  • 5 Indien de werkzaamheden buiten Nederland moeten worden verricht, zijn eveneens de reis- en verblijfkosten van de desbetreffende medewerker verschuldigd, zoals die van tevoren door de Dienst kenbaar worden gemaakt.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave van gegevens, die de Dienst heeft samengesteld uit gegevens die de Dienst heeft verkregen bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3 van de wet, is verschuldigd:

    • a. voor een opgave inzake vastgoedtransacties of hypotheken, indien:

      • 1°. het de gegevens per referentiepand betreft: € 1,04;

      • 2°. het individuele koopsommen betreft, per stuk: € 1,25;

      • 3°. het de gegevens van een hypotheekinschrijving betreft:

        • a. per stuk, inclusief de gegevens van de hypotheekhouder:€ 1,32;

        • b. indien per jaar meer dan 50.000 stukken worden geleverd, per stuk: € 0,99;

        • c. indien per jaar meer dan 100.000 stukken worden geleverd, per stuk: € 0,66;

        • d. per stuk, zonder de gegevens van de hypotheekhouder: € 0,66.

      • 4°. het andere gegevens betreft dan bedoeld onder 1° tot en met 3°, per akte indien de gegevens:

        • a. niet ouder zijn dan twee jaar: € 1,90;

        • b. ouder zijn dan twee jaar maar niet ouder dan drie jaar: € 1,43;

        • c. ouder zijn dan drie jaar maar niet ouder dan vier jaar: € 0,95;

        • d. ouder zijn dan vier jaar: € 0,48.

      • 5°. de gegevens, bedoeld onder 1° tot en met 4°, beschikbaar worden gesteld aan derden:

        • a. per relatie tussen perceel en rechthebbende: € 1,32;

        • b. bij meer dan 50.000 relaties tussen perceel en rechthebbende, per relatie: € 0,99;

        • c. bij meer dan 100.000 relaties tussen perceel en rechthebbende en bij andere relaties dan de relatie tussen perceel en rechthebbende, bedoeld onder a tot en met b, per relatie: 0,66;

    • b. voor een opgave inzake statistische waarden, zijnde gemiddelden, aantallen of totalen van vastgoedtransacties, hypotheken of koopsommen:

      • 1°. per verstrekte statistische waarde, indien het de gegevens betreft:

        • a. per gemeente: € 10,–;

        • b. per 4 -positie postcodegebied: € 1,60;

        • c. per 6-positie postcodegebied: € 0,02.

      • 2°. indien in de opgave meer dan een statistische waarde per gebied wordt verstrekt: per aanvullende statistische waarde 10% van de tarieven, bedoeld onder 1°;

      • 3°. per jaar voor een abonnement op de opgaven, bedoeld onder 1° en 2°: tweeënhalf maal het tarief, bedoeld onder 1° en 2°.

    • c. voor een standaardrapport met statistische waarden:

      • 1°. per stuk: € 16,–;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op een standaardrapport: € 66,–.

    • d. voor een woningrapport:

      • 1°. per stuk: € 23,50;

      • 2°. indien in een jaar meer dan 10.000 woningrapporten worden verstrekt, per stuk: € 18,80;

      • 3°. indien in een jaar meer dan 50.000 woningrapporten worden verstrekt, per stuk: € 14,10;

    • e. voor een opgave inzake de koppeling tussen een adres en een adrescoördinaat, dan wel tussen een perceel, een adres en een plaatscoördinaat:

      • 1°. per koppeling: € 0,04;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op alle door de Dienst gehouden gegevens betreffende de koppeling tussen een adres en een adrescoördinaat, dan wel tussen een perceel, een adres en een plaatscoördinaat: 20% van het tarief, bedoeld onder 1°, met dien verstande dat per jaar ten hoogste € 48.000,– verschuldigd is;

    • f. voor een opgave inzake de centroïden of de vlakken van de postcodegebieden:

      • 1°. indien het betreft het gehele 6-positie postcode bestand: € 13.325,–;

      • 2°. indien het betreft het gehele 5-positie postcode bestand: € 1.340,–;

      • 3°. indien het betreft het gehele 4-positie postcode bestand: € 178,–;

      • 4°. per jaar voor een abonnement op de onder 1° en 2° bedoelde gegevens, een bedrag gelijk aan 20% van de aldaar genoemde tarieven;

      • 5°. indien tevens de opgave, bedoeld in onderdeel e, wordt verstrekt: € 265,–;

    • g. voor een opgave inzake cartografische gegevens zonder de kadastrale grenzen:

      • 1°. indien het een kaart met gebouwen betreft, per bebouwd perceel:€ 0,18;

      • 2°. indien het een bestand met gebiedsgrenzen betreft: € 995,–;

    • h. voor een opgave inzake de postcodes per bedrijfsterrein:

      • 1°. indien het betreft het gehele bestand: € 2.675,–;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op het gehele bestand: € 535,–;

    • i. voor een opgave inzake de postcodes per bestaande wijk:

      • 1°. indien het betreft het gehele bestand: € 1.995,–;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op het gehele bestand: € 399,–, en

    • j. voor een opgave inzake andere gegevens dan de gegevens, bedoeld onder a tot en met i: per minuut die aan het opmaken van die opgave is besteed door middel van een computer: € 36,50.

  • 2 Indien de opgave, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met i, in een andere vorm of met een uitgebreidere inhoud dan de standaardopgave wordt verstrekt, is naast het tarief, bedoeld in die onderdelen, verschuldigd:

    • a. per minuut die daaraan is besteed door middel van een computer: € 36,50, en

    • b. per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed: € 22,–.

  • 3 Indien de opgave, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met i, met een beperktere inhoud dan de standaardopgave wordt verstrekt, is verschuldigd een tarief dat gelijk is aan de tarieven, bedoeld in die onderdelen, waarbij per minuut minder bestede tijd een vermindering met € 36,50 wordt toegepast.

  • 4 Voor het digitaal raadplegen van bestanden bestaande uit gegevens die zijn samengesteld uit de gegevens welke door de Dienst bij het vervullen van de door hem opgedragen taken, bedoeld in artikel 3 van de wet, zijn verkregen is verschuldigd:

    • a. indien het bestanden inzake de gemiddelde koopsom per 6-positie postcodegebied betreft, per raadpleging: € 0,66;

    • b. indien het bestanden inzake vastgoedtransacties per 6-positie postcodegebied betreft, per raadpleging: € 2,10;

    • c. indien het bestanden inzake vastgoedtransacties agrarische gronden betreft, per transactie: € 0,66.

  • 5 Voor het digitaal raadplegen of verstrekken van een opgave van gegevens uit andere dan door de Dienst gehouden registraties is de inkoopprijs van het betreffende gegeven verschuldigd, vermeerderd met het bedrag bedoeld in het tweede lid.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave van gegevens, die de Dienst heeft verkregen bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen f en g, van de wet, of die de Dienst uit die gegevens heeft samengesteld, is verschuldigd:

    • a. voor een opgave inzake gegevens uit het geografisch basisbestand TOP10NL:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 1,50;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 425,–;

    • b. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP25raster:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 0,05;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 12,50;

    • c. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP50NL:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 0,30;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 100,–;

    • d. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP50raster:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 0,02;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 5,–;

    • e. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP100NL:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 0,11;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 37,50;

    • f. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP250NL:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 0,01;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 6,25;

    • g. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP250raster per jaar voor een abonnement: € 85,–;

    • h. voor een opgave inzake het bestand TOP500NL per jaar voor een abonnement: € 250,–;

    • i. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP1000NL per jaar voor een abonnement: € 100,–;

    • j. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOPmap:

      • 1°. per afgebeelde km2: € 0,02;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 5,–;

    • k. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP25-to-move: € 99,95;

    • l. voor een opgave inzake een regionaal bestand TOP25-to-move: € 29,95;

    • m. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP250namen: of per jaar voor een abonnement op dat bestand: € 250,–;

    • n. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP25namen voor het gebied van een gemeente of per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 5,–;

    • o. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP50namen voor het gebied van een gemeente of per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 5,–;

    • p. voor een opgave per punt uit het landelijk bestand TOPstakels € 0,50 en voor het gehele bestand: € 7.400,–;

    • q. voor een digitale luchtfoto indien verstrekt:

      • op een digitale gegevensdrager: € 46,–;

      • door middel van het openbare internet: € 10,–;

    • r. voor orthofoto mozaïeken:

      • 1°. per mozaïek: € 35,–;

      • 2°. per jaar voor een abonnement voor het gebied van een gemeente: € 125,–;

    • s. voor analoge topografische kaarten:

      • 1°. per kaartblad op schaal 1:10.000: € 9,10;

      • 2°. per kaartblad op schaal 1:25.000: € 6,40;

      • 3°. per kaartblad op schaal 1:50.000: € 5,25;

      • 4°. per dubbelzijdige wegenkaart: € 4,50;

      • 5°. per wandkaart: € 9,10;

      • 6°. per gemeentekaart: € 8,30;

      • 7°. per kopie van een historische kaart, formaat A0: € 7,–;

      • 8°. per kleurenkopie van een historische kaart, formaat A1: € 31,–;

      • 9°. indien het lamineren van een kaartblad betreft: per stuk € 3,60;

    • t. voor analoge luchtfoto’s:

      • 1°. per contactafdruk op schaal 1:18.000: € 18,50;

      • 2°. per vergroting op schaal 1:10.000: € 46,–;

      • 3°. per vergroting op schaal 1:5.000: € 120,– ;

      • 4°. per vergroting op schaal 1:2.500: € 360,–;

    • u. voor een opgave inzake andere gegevens dan de gegevens, bedoeld onder a tot en met i en l tot en met o: per minuut die aan het opmaken van die opgave is besteed door middel van een computer: € 28,–;

    • v. voor de publicatie van een opgave als bedoeld onder a tot en met t:

      • 1°. in analoge vorm, per 1.000 stuks per dm2: € 2,55;

      • 2°. in digitale vorm op een gegevensdrager, per 1.000 stuks per dm2: € 2,55;

      • 3°. in digitale vorm op een publieksnetwerk, per 1.000 maphits per fragment van 20 × 20 cm: € 4,60.

  • 2 Voor alle abonnementen tezamen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j, m tot en met o en r, voor het gebied van dezelfde gemeente is per jaar € 500,– verschuldigd.

  • 3 Voor een abonnement op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j, m tot en met o of r, is per jaar verschuldigd:

    • a. voor het gebied van een waterschap of een veiligheidsregio: 10 maal het bedrag dat in het betreffende onderdeel verschuldigd is voor het aldaar bedoelde abonnement;

    • b. voor het gebied van een provincie: 15 maal het bedrag dat in het betreffende onderdeel verschuldigd is voor het aldaar bedoelde abonnement;

    • c. voor het gebied van Nederland: 100 maal het bedrag dat in het betreffende onderdeel verschuldigd is voor het aldaar bedoelde abonnement.

  • 4 Voor alle abonnementen tezamen op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j, m tot en met o en r, is per jaar verschuldigd:

    • a. voor het gebied van hetzelfde waterschap of van dezelfde veiligheidsregio: 10 maal het bedrag, genoemd in het tweede lid;

    • b. voor het gebied van dezelfde provincie: 15 maal het bedrag, genoemd in het tweede lid;

    • c. voor het gebied van Nederland: 100 maal het bedrag, genoemd in het tweede lid.

  • 5 Indien een opgave als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j, een beperkte inhoud heeft, is voor die opgave een tarief verschuldigd dat gelijk is aan 60% van het tarief voor een volledige opgave.

  • 6 Indien de opgave, de luchtfoto, de orthofoto mozaïek of de topografische kaart, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j en m tot en met t, in een andere vorm of met een uitgebreidere inhoud dan de standaardopgave, luchtfoto, orthofoto mozaïek of topografische kaart wordt verstrekt, is naast het tarief, bedoeld in die onderdelen, verschuldigd:

    • a. per minuut die daaraan is besteed door middel van een computer: € 28,– en

    • b. per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed: € 17,–.

  • 7 Voor het verrichten van werkzaamheden met behulp van een topografisch werkstation, is per kwartier per persoon verschuldigd:

    • a. indien het een cartograaf betreft: € 27,70;

    • b. indien het een digitaliseerder betreft: € 17,–.

  • 8 Voor het digitaal raadplegen via een publieksnetwerk van de in het eerste lid bedoelde gegevens is verschuldigd:

    • a. per maphit: € 0,40;

    • b. bij meer dan 2500 maphits per jaar, per maphit: € 0,20;

    • c. bij meer dan 25.000 maphits per jaar, per maphit: € 0,10;

    • d. bij meer dan 250.000 maphits per jaar, per maphit: € 0,05;

    • e. bij meer dan 2.500.000 maphits per jaar, per maphit: 0,025.

Artikel 22a

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor het doen van een oriëntatieverzoek of een graafmelding als bedoeld in artikel 7 of 8 van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten is verschuldigd: € 24,–.

Hoofdstuk 3. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 2 Voor de toepassing van de artikelen 8, vierde lid, en 14, vierde lid, wordt uitgegaan van het aantal objecten dan wel percelen waaruit het desbetreffende gebied bestaat op 1 januari van het jaar waarin de gegevensverstrekking plaatsvindt.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven Kadaster.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 december 2003

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

S.M. Dekker

Naar boven