Wijzigingswet Kostenwet invordering rijksbelastingen

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-02-2004 t/m heden

Wet van 20 november 2003, houdende wijziging van de Kostenwet invordering rijksbelastingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is meerdere in de Kostenwet invordering rijksbelastingen opgenomen tarieven te verhogen opdat de totale invorderingskosten gedekt kunnen worden door de totale opbrengst van de kosten die in rekening worden gebracht ter zake van de diverse vervolgingsmaatregelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 De eerste keer dat artikel 8, eerste lid, van de Kostenwet invordering rijksbelastingen toepassing vindt, wordt voor de vervanging van de bedragen van € 3, € 4, € 6, € 13, € 23, € 34, € 47, € 60 en € 9938 uitgegaan van de niet-afgeronde bedragen van respectievelijk € 2,92, € 4,38, € 5,84, € 13,14, € 23,36, € 33,58, € 46,72, € 59,86 en € 9938,22.

  • 2 Indien het moment van inwerkingtreding van deze wet niet samenvalt met het begin van een kalenderjaar, vindt direct na de inwerkingtreding artikel 8 van de Kostenwet invordering rijksbelastingen overeenkomstige toepassing alsof de inwerkingtreding zou zijn samengevallen met het begin van het kalenderjaar waarin de inwerkingtreding valt.

Artikel III

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 november 2003

Beatrix

De

Staatssecretaris

van Financiën,

J. G. Wijn

Uitgegeven de zevenentwintigste november 2003

Minister

J. P. H. Donner

Naar boven