Verordening heffingen moederdieren 2003

[Regeling vervallen per 17-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 14-02-2004.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 16-10-2019

Verordening heffingen moederdieren 2003

Het bestuur van het Productschap voor Pluimvee en Eieren heeft,

gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 5 en 9 van de Instellingsverordening Productschap Pluimvee 1998-I

op 14 november 2002 vastgesteld de navolgende

VERORDENING

Titel I. Definities

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

productschap

:

het Productschap Pluimvee en Eieren;

onderneming:

:

een onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;

ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft;

moederdieren

:

vrouwelijke ouderdieren bestemd voor de productie van broedeieren ter verkrijging van eindmateriaal;

broedeieren

:

eieren van kippen, onderscheidenlijk kalkoenen, die zich ter verkrijging van kuikens in een broedmachine bevinden, dan wel kennelijk bestemd zijn om tot dit doel in een broedmachine te worden ingelegd;

samengestelde groep

:

een groep hoenders opgebouwd uit meer dan een ras;

legrassen

:

rassen van kippen, dan wel samengestelde groepen van deze rassen, waarvan het eindmateriaal bestemd is voor de productie van consumptie-eieren;

vleesrassen

:

rassen van kippen, dan wel samengestelde groepen van deze rassen, alsmede kalkoenen, waarvan het eindmateriaal bestemd is voor de productie van pluimveevlees;

eindmateriaal

:

kuikens direct bestemd voor de productie van consumptie-eieren of pluimveevlees;

productieperiode

:

aaneengesloten periode waarin door moederdieren broedeieren worden geproduceerd;

KIP

:

koppel informatiesysteem pluimvee.

Titel II. Heffingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De ondernemer die bedrijfsmatig moederdieren houdt of pleegt te houden is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2003 gehouden moederdieren.

  • 2 Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt:

    • a. wat legrassen kippen betreft € 0,06051 per moederdier,

    • waarvan

      € 0,023 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,

      € 0,01815 voor het gezondheidszorgfonds,

      € 0,01886 voor het o. en o. fonds en

      € 0,0005 voor het kwaliteitsverbeteringsfonds bestemd is;

    • b. wat vleesrassen kippen betreft € 0,10703 per moederdier,

    • waarvan

      € 0,03625 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,

      € 0,037 voor het gezondheidszorgfonds,

      € 0,03266 voor het o. en o. fonds en

      € 0,00112 voor het kwaliteitsverbeteringsfonds

      bestemd is;

    • c. wat kalkoenen betreft € 0,30313 per moederdier,

    • waarvan

      € 0,03664 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,

      € 0,11532 voor het gezondheidszorgfonds,

      € 0,15117 voor het o. en o. fonds.

  • 3 De in het eerste en het tweede lid bedoelde heffing is éénmaal per productieperiode van een moederdier verschuldigd, en wel:

    • a. indien het moederdieren van kippen betreft:

      • i. zodra de moederdieren zijn geplaatst, of

      • ii. zodra de moederdieren de leeftijd van 20 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong in productie worden genomen, of

      • iii. zodra de moederdieren in productie genomen zijn, in het geval dat zij wederom in productie worden genomen;

    • b. indien het moederdieren van kalkoenen betreft:

      • i. zodra de moederdieren zijn geplaatst, of

      • ii. zodra de moederdieren de leeftijd van 29 weken hebben bereikt, in het geval zij in het bedrijf van oorsprong als zodanig in productie worden genomen, of

      • iii. zodra de moederdieren in productie genomen zijn, in het geval zij wederom in productie worden genomen.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Op voet van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, is de ondernemer tevens een heffing verschuldigd ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE.

  • 2 Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt:

    • a. voor moederdieren van legrassen kippen € 0,11196 per moederdier;

    • b. voor moederdieren van vleesrassen kippen € 0,109 per moederdier;

    • c. voor moederdieren van kalkoenen € 0,14634 per moederdier.

Artikel 2b

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Op voet van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, is de ondernemer tevens een heffing verschuldigd ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE rekening a.

  • 2

    • a. voor moederdieren van legrassen kippen, per moederdier € 0,0665 ten behoeve van rekening a;

    • b. voor moederdieren van vleesrassen kippen, per moederdier 0,05597 ten behoeve van rekening a.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De door een ondernemer ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen zullen door het productschap worden vastgesteld aan de hand van aan het productschap, door middel van het Koppel Informatiesysteem Pluimvee van het productschap, ten dienste staande gegevens.

  • 2 In het geval de gegevens van het Koppel Informatiesysteem, als bedoeld in het vorige lid, onjuist of onvolledig zijn, is de in artikel 2 bedoelde ondernemer verplicht om uiterlijk 10 dagen na het verstrijken van elke kalendermaand, door middel van invulling en ondertekening van een door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.

  • 3 De heffing die aan de ondernemer wordt opgelegd kan worden aangemerkt als voorschotbetaling. Na afloop van het kalenderjaar vindt dan een definitieve heffingsoplegging plaats en zo nodig verrekening tussen feitelijk verschuldigd bedrag en betaalde voorschotten.

  • 4 ledere ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te alle tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.

  • 5 Het bestuur van het productschap is bevoegd bij uitvoeringsbesluit minimumeisen te stellen waaraan de door de ondernemer te voeren administratie dient te voldoen.

  • 6 In het geval aan een ondernemer de verplichting uit het tweede lid is opgelegd en niet heeft voldaan aan deze op hem rustende verplichting, waaronder begrepen het verstrekken van onvolledige en/of onjuiste gegevens, kan te zijnen aanzien de in artikel 2 omschreven heffing ambtshalve door het productschap worden vastgesteld aan de hand van aan het productschap ten dienste staande gegevens, zo nodig door middel van een schatting.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Een ingevolge deze verordening verschuldigd heffingsbedrag dient uiterlijk binnen 14 dagen nadat dit bedrag aan de betrokken ondernemer in rekening is gebracht, aan het productschap te worden voldaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Een schuldenaar, die enig door hem uit hoofde van het bij of krachtens een heffingsverordening bepaalde verschuldigde heffing niet tijdig volledig heeft betaald is, na bij aangetekend schrijven aangemaand om binnen een termijn van 10 dagen de heffing te voldoen, aan het productschap deze heffing verschuldigd, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, waaronder begrepen de wettelijke rente.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde rente wordt berekend vanaf de dag waarop de in dat lid genoemde termijn is verstreken tot aan de dag van de algehele voldoening

Titel III. Algemene bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Het niet nakomen van een verplichting, gesteld in artikel 3, waaronder mede verstaan wordt het verstrekken van geheel of gedeeltelijk onjuiste gegevens, is een strafbaar feit.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens omtrent ondernemingen worden in handen gesteld van de voorzitter van het productschap; zij worden, behoudens aan personeelsleden van het secretariaat van het productschap, niet bekendgemaakt.

  • 2 De voorzitter van het productschap kan, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van ondernemingen, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een bepaalde onderneming kunnen worden afgeleid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter van het productschap is bevoegd, onder door het bestuur te stellen regelen, van het bepaalde in of krachtens deze verordening ontheffing te verlenen en daaraan voorwaarden te verbinden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter kan artikel 3, 4, 5 en 6 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot 1 januari 2003 met uitzondering van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening heffingen moederdieren 2003'.

Voor het bestuur

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 18 december 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 12 februari 2003, nr. TRCJZ/2002/12700.

Naar boven