Regeling verlofsparen politie

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 08-11-2003 t/m 31-12-2005

Regeling verlofsparen politie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 12, tiende lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De ambtenaar kan door middel van het inzetten van bronnen een geldelijke voorziening sparen ten behoeve van het opnemen van een periode van onbezoldigd verlof van in beginsel minimaal twee maanden tot maximaal twaalf maanden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 2 Indien van toepassing, wordt de waarde van de bron vastgesteld op de waarde op de dag waarop het bedrag wordt gestort op de verlofspaarrekening.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 De ambtenaar kan bij het bevoegd gezag jaarlijks een aanvraag tot verlofsparen indienen.

  • 2 In zijn aanvraag meldt de ambtenaar:

    • a. uit welke bronnen moet worden gespaard en tot welk bedrag;

    • b. of de met het sparen gemoeide inhouding maandelijks of eenmalig geschiedt; en

    • c. bij eerste aanvraag of hij in een eerdere betrekking een spaartegoed heeft opgebouwd.

  • 3 De eerste aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een schriftelijke verklaring waarin de ambtenaar ermee instemt dat het bevoegd gezag op naam van de ambtenaar een verlofspaarrekening opent bij de instelling;

    • b. een schriftelijke verklaring waarin de ambtenaar instemming verleent dat de instelling het bevoegd gezag jaarlijks informatie verstrekt over de omvang van het verlofspaarloon; en

    • c. indien de ambtenaar reeds een spaartegoed in een eerdere betrekking heeft opgebouwd, een schriftelijke verklaring daarvan met daarbij gevoegd een verklaring van de instelling waaruit de omvang van dat spaartegoed blijkt.

  • 4 De ambtenaar dient de aanvraag in voor 1 januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 5 Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen met betrekking tot de aanvraag.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Het bevoegd gezag beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag tot verlofsparen.

  • 3 De aanvraag kan door het bevoegd gezag worden afgewezen indien:

    • a. de aanvraag niet tijdig is ingediend; of

    • b. niet alle met de aanvraag gemoeide bescheiden zijn overlegd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Uiterlijk de tweede betaalperiode volgend op de betaalperiode waarin het bevoegd gezag de aanvraag tot verlofsparen heeft toegekend wordt aangevangen met het storten van maandelijks ingezette bronnen.

  • 2 Het storten van eenmalig ingezette bronnen vindt plaats in de maand dat deze bron aan de ambtenaar zou worden uitbetaald.

  • 3 Stortingen van bronnen waaraan geen inhouding is verbonden vinden uiterlijk plaats in december van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4 Indien het bevoegd gezag een aanvraag tot het genieten van het gespaarde verlof heeft toegekend worden de stortingen op de verlofspaarrekening uiterlijk een maand voorafgaand aan de periode waarin het verlof zal worden genoten, of zoveel eerder als de ambtenaar dat wenst, gestaakt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Over het verlofspaarloon wordt alleen beschikt:

    • a. ten behoeve van het uitbetalen van een inkomen tijdens de verlofperiode aan de ambtenaar; of

    • b. op verzoek van de ambtenaar ten behoeve van omzetting van het verlofspaarloon in een aanspraak ingevolge artikel 16.6 van het pensioenreglement van de Stichting pensioenfonds ABP.

  • 2 In geval van overlijden van de ambtenaar wordt het verlofspaarloon zo spoedig mogelijk na het overlijden uitgekeerd aan de erfgenamen van de ambtenaar.

  • 3 In geval van ontslag van de ambtenaar wordt het verlofspaarloon uiterlijk een maand na de datum van het ontslag uitgekeerd aan de ambtenaar tenzij:

    • a. het ontslag van de ambtenaar binnen een maand wordt gevolgd door een nieuwe aanstelling op grond van het Barp; of

    • b. de ambtenaar te kennen geeft het verlofspaarloon te willen inbrengen in een regeling voor verlofsparen bij de nieuwe werkgever.

  • 4 Het verlofspaarloon wordt op geen enkele wijze afgekocht, vervreemd, prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk als voorwerp van zekerheid aangeboden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 De ambtenaar dient uiterlijk zes maanden voor de gewenste aanvang van het verlof een aanvraag in tot het opnemen van het gespaarde verlof.

  • 2 In zijn aanvraag meldt de ambtenaar:

    • a. de begin- en einddatum van de gewenste verlofperiode;

    • b. wanneer de stortingen op de verlofspaarrekening moeten worden beëindigd;

    • c. of het verlofspaarloon geheel of gedeeltelijk moet worden aangewend tijdens de verlofperiode; en

    • d. zijn toestemming dat het bevoegd gezag bij een voor de ambtenaar positieve beslissing op de aanvraag mede namens hem aan de instelling kan verzoeken maandelijks een deel van het verlofspaarloon dat overeenkomt met het in artikel 10, eerste lid, bedoelde bedrag aan het bevoegd gezag beschikbaar te stellen.

  • 3 Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen met betrekking tot de aanvraag.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Het bevoegd gezag kent de aanvraag tot het opnemen van het gespaarde verlof toe, tenzij:

    • a. de verlofperiode is gelegen binnen twaalf maanden voorafgaande aan het ontslag op grond van artikel 94, eerste lid, onderdeel g van het Barp, dan wel is gelegen binnen twaalf maanden voorafgaande aan zijn periode van non-activiteit zoals bedoeld in artikel 13b van het Barp, danwel de aanvraag tot het opnemen van het gespaarde verlof wordt gedaan door een ambtenaar bedoeld in artikel 88 of 88a van het Barp en binnen twaalf maanden voorafgaande aan de voor hem geldende ontslagdatum;

    • b. ernstige bezwaren voor de bedrijfsvoering voortvloeien uit toekenning van het verzoek;

    • c. in de drie jaren voorafgaande aan het moment waarop de gewenste verlofperiode aanvangt aan de ambtenaar reeds eerder een verlofperiode op grond van deze regeling is toegekend door hetzelfde bevoegd gezag; of

    • d. het verlofspaarloon op de spaarrekening ontoereikend is om het op de ambtenaar te verhalen gedeelte van de pensioenbijdrage, GVP-bijdrage, contributies en loonheffing te voldoen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de aanvraag tot het opnemen van het gespaarde verlof van een ambtenaar bedoeld in artikel 88 wel worden toegekend binnen een jaar voorafgaande aan de voor hem geldende ontslagdatum indien de ambtenaar heeft verzocht tot uitstel van het ontslag op zestigjarige leeftijd en met toepassing van artikel 49a dan wel met toepassing van artikel 50, eerste lid, onderdeel g, van het Barp is vastgesteld dat hiertegen geen bezwaar bestaat.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Tijdens de periode waarin het gespaarde verlof wordt genoten verstrekt het bevoegd gezag de ambtenaar maandelijks een gelijk bedrag dat niet hoger is dan de bezoldiging in de maand voorafgaande aan de verlofperiode.

  • 2 Op het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt ingehouden:

    • a. het op de ambtenaar te verhalen gedeelte van de pensioenbijdrage;

    • b. de GVP-bijdrage;

    • c. de loonheffing; en

    • d. de contributies waarmee de ambtenaar heeft ingestemd.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Indien de ambtenaar tijdens de periode waarin het gespaarde verlof wordt genoten ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, is hij verplicht daarvan terstond mededeling te doen aan het bevoegd gezag. De ambtenaar is tevens verplicht zijn herstel terstond te melden.

  • 2 Indien de ambtenaar tijdens de verlofperiode in totaliteit meer dan 28 dagen ziek is wordt, als de periode waarin het gespaarde verlof wordt genoten is vastgesteld op een volledig kalenderjaar, de verlofperiode beëindigd. Als de periode waarin het gespaarde verlof wordt genoten korter is dan een volledig kalenderjaar wordt het aantal dagen, bedoeld in de eerste volzin, vastgesteld naar rato van die kortere periode.

  • 3 Zodra de in het tweede lid bedoelde ambtenaar is hersteld maakt hij samen met het bevoegd gezag een afspraak over het resterende spaarverlof.

  • 4 Voor de toepassing van artikel 42 Bbp wordt de periode waarin het gespaarde verlof wordt genoten gelijk gesteld aan buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging.

  • 5 Indien het zwangerschaps- en bevallingsverlof bedoeld in artikel 55 van het Barp geheel of gedeeltelijk in de periode valt waarin het gespaarde verlof wordt genoten wordt de resterende verlofperiode gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof opgeschort en vervolgens aansluitend aan het bevallingsverlof genoten.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 De instelling verstrekt de ambtenaar uiterlijk voor 1 februari van enig kalenderjaar een overzicht van het opgebouwde verlofspaarloon per 31 december van het voorgaande kalenderjaar.

  • 2 Bij beëindiging van de dienstbetrekking door ontslag verkrijgt de ambtenaar, indien hij te kennen heeft gegeven het verlofspaarloon te willen inbrengen in een regeling voor verlofsparen bij de nieuwe werkgever, uiterlijk drie maanden na het ontslag een overzicht van het opgebouwde verlofspaarloon.

  • 3 Een aanvraag van de ambtenaar bij het bevoegd gezag om het spaartegoed uit een eerdere dienstbetrekking over te hevelen naar de verlofspaarrekening wordt toegekend.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2003.

  • 2 Een periode van onbezoldigd verlof, bedoeld in de eerste volzin, kan vanaf 1 januari 2005 worden opgenomen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 13-09-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verlofsparen politie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven