Verordening heffingen legpluimveebedrijven (PPE) 2004

[Regeling vervallen per 17-10-2019.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 25-12-2004 t/m 16-10-2019

Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 23 oktober 2003, houdende vaststelling van huishoudelijke en bestemmingsheffingen ten aanzien van de pluimveesector voor het jaar 2004 (Verordening heffingen legpluimveebedrijven (PPE) 2004)

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;

Gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 5 en 9 van de Instellingsverordening Productschap Pluimvee en Eieren 1998-I;

Besluit:

Titel l. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

productschap

:

het Productschap Pluimvee en Eieren;

bestuur

:

het bestuur van het productschap;

voorzitter

:

de voorzitter van het productschap;

onderneming

:

een onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;

ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft;

legkip

:

kip, bestemd voor de productie van consumptie-eieren;

KIP

:

Koppel Informatiesysteem Pluimvee.

Titel Il. Heffingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De ondernemer die legkippen houdt of pleegt te houden is aan het productschap een heffing verschuldigd over de door hem in het kalenderjaar 2004 gehouden legkippen.

  • 2 Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt € 0,06350 per legkip,

    waarvan

     

    € 0,032

    voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,

    € 0,015

    voor het gezondheidszorgfonds,

    € 0,01027

    voor het o. en o. fonds,

    € 0,006

    voor het afzetbevorderingsfonds en

    € 0,00023

    voor het kwaliteitsverbeteringsfonds

    bestemd is.

     
  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde heffing is gedurende de gehele productieperiode van een legkip éénmaal verschuldigd en wel zodra de legkippen de leeftijd van 18 weken hebben bereikt, onderscheidenlijk, indien de legkippen na deze leeftijd als zodanig zijn ontvangen, zodra zij zijn ontvangen.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Op voet van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, is de ondernemer tevens een heffing verschuldigd ten behoeve van het Veeziektenfonds PPE.

  • 2 Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt € 0,06445 per legkip.

Artikel 2b

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Op voet van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, is de ondernemer tevens een heffing verschuldigd ten behoeve an het Veeziektenfonds PPE rekening a.

  • 2 Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt per vleeskuiken € 0,00046 ten behoeve van rekening a.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De door een ondernemer ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden door het productschap vastgesteld aan de hand van de aan het productschap ten dienste staande gegevens zoals deze worden ontleend aan het KIP.

  • 2 In het geval de aan het KIP ontleende gegevens naar oordeel van het productschap onjuist of onvolledig zijn en het productschap hem daarvan op de hoogt heeft gesteld, is de ondernemer gehouden om maandelijks, uiterlijk 10 dagen na het verstrijken van een kalendermaand, door middel van invulling en ondertekening van een hem door het productschap verstrekt opgavenformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.

  • 3 De heffing die aan de ondernemer wordt opgelegd kan in voorkomend geval worden aangemerkt als voorlopige aanslag. Na afloop van het kalenderjaar wordt dan de heffing definitief opgelegd, zo nodig onder verrekening van het verschuldigde bedrag en het bij voorlopige aanslag opgelegde bedrag.

  • 4 Iedere ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te allen tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.

  • 5 Het bestuur kan bij uitvoeringsbesluit minimum eisen stellen waaraan de door de ondernemer te voeren administratie dient te voldoen.

  • 6 In het geval aan een ondernemer de verplichting uit het tweede lid is opgelegd en de ondernemer niet of niet naar behoren heeft voldaan aan deze op hem rustende verplichting, waaronder begrepen het verstrekken van onvolledige of onjuiste gegevens, kan te zijnen aanzien de in artikel 2 omschreven heffing ambtshalve door het. productschap worden vastgesteld aan de hand van aan het productschap ten dienste staande gegevens, zo nodig door middel van een schatting.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Een ingevolge deze verordening verschuldigd heffingsbedrag dient uiterlijk binnen 14 dagen nadat dit bedrag aan de betrokken ondernemer in rekening is gebracht, aan het productschap te worden voldaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De ondernemer, die enige door hem uit hoofde van deze verordening verschuldigde heffing niet tijdig of niet volledig heeft betaald na bij aangetekend schrijven te zijn aangemaand om binnen een termijn van 10 dagen de heffing te voldoen, is aan het productschap de heffing verschuldigd, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, waaronder begrepen de wettelijke rente.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde rente wordt berekend vanaf de dag waarop de in dat lid genoemde termijn is verstreken tot aan de dag van de algehele voldoening.

Titel III. Algemene bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 Op overtreding van het bij of krachtens artikel 3 bepaalde worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

  • 2 De tuchtrechtelijke maatregelen zijn:

    • a. een berisping, die bestaat uit een schriftelijk of mondeling vermaan tot de ondernemer, in verband met het begane feit;

    • b. een geldboete van ten hoogste € 4500, welke geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk kan worden opgelegd;

    • c. openbaarmaking van de tuchtbeschikking op kosten van de veroordeelde.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

  • 1 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens worden in handen gesteld van de voorzitter. De gegevens worden, behoudens aan het secretariaat van het productschap, niet bekendgemaakt.

  • 2 De voorzitter kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van ondernemingen, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een bepaalde onderneming kunnen worden afgeleid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

De voorzitter kan, namens het bestuur, in bepaalde gevallen ontheffing verlenen van de bepalingen in de artikelen 2 en 3, tweede en vierde lid, van deze verordening. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een verleende ontheffing kan te allen tijde door de voorzitter, namens het bestuur, worden ingetrokken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2004, treedt zij in werking met ingang van de dag na dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2004, met uitzondering van artikel 6.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 17-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening heffingen legpluimveebedrijven (PPE) 2004.

Zoetermeer, 23 oktober 2003

J.L. Ramekers

voorzitter

Ch.M. den Hoed

plv. secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 maart 2004 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. bij beschikking van 19 maart 2004, nr. TRCJZ/2003/9670.

Naar boven