Omzetbelasting; reikwijdte vrijstelling voor beroepsopleidingen; lessen in Chinese bewegingsleer

[Regeling vervallen per 02-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 23-08-2006.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 19-09-2003 t/m 23-08-2006

Omzetbelasting; reikwijdte vrijstelling voor beroepsopleidingen; lessen in Chinese bewegingsleer

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij is de vraag voorgelegd of de BTW-vrijstelling voor beroepsopleidingen van toepassing is op lessen in Chinese bewegingsleer. De vraag en het antwoord zijn hieronder opgenomen.

Vraag

[Regeling vervallen per 02-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 23-08-2006]

Een ondernemer verzorgt een training voor de personeelsleden van een non-profit-instelling, die voornamelijk bestaat uit het aanleren en uitvoeren van diverse bewegingen die zijn geënt op de Zen-filosofie en de Chinese bewegingsleer T’ai Chi Chi’uan. Aan het uitvoeren van de desbetreffende bewegingen wordt een heilzame werking op lichaam en geest toegeschreven.

De training wordt mondeling gegeven; schriftelijk lesmateriaal is niet aanwezig. De personeelsleden worden op individuele basis dan wel in groepsverband getraind. Het gehele personeelsbestand van circa 100 personen wordt in een tijdsbestek van 160 uur getraind.

Kan de onderhavige training worden aangemerkt als een beroepsopleiding in de zin van artikel 11, eerste lid, onderdeel o, 2°, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) juncto artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (hierna: het Uitvoeringsbesluit) en als zodanig worden vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting?

Antwoord

[Regeling vervallen per 02-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 23-08-2006]

Nee. De ondernemer dient voor de onderhavige training in de heffing van omzetbelasting te worden betrokken.

Deze training kan niet worden aangemerkt als een beroepsopleiding in de zin van artikel 11, eerste lid, onderdeel o, 2°, van de Wet juncto artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit, omdat de training zich primair richt op het bijbrengen en ontwikkelen van vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer. De training is vooral gericht op het leren uitvoeren van T’ai Chi Chi’⁠uan-bewegingen. Er is geen sprake van het leren van een bijzondere bekwaamheid, die vereist is voor de uitoefening van een vak of beroep dan wel het functioneren in een bepaalde werkkring.

Naar boven