Regeling onderlinge betalingen 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2018.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-07-2014 t/m 31-12-2017

Regeling van de Minister van Financiën van 5 september 2003 inzake het verrichten van onderlinge betalingen tussen diensten van het Rijk (Regeling onderlinge betalingen 2003)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2, derde lid, en artikel 9, tweede lid, van het Besluit kasbeheer 1998;

Na overleg met de Algemene Rekenkamer (brief van 4 augustus 2003, kenmerk 582R);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. een dienst: een onderdeel van het Rijk;

  • b. de Rijkshoofdboekhouding: de afdeling Rijkshoofdboekhouding van de Directie Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën;

  • c. een Rijksbetaalstuk: een door de Rijkshoofdboekhouding vastgesteld formulier waarmee betalingen tussen diensten plaatsvinden door middel van boekingen in de rekeningen-courant die de diensten aanhouden bij de Rijkshoofdboekhouding.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 Onderlinge betaling tussen diensten vindt plaats voor vergoedingen die gebruikelijk in het maatschappelijk verkeer tussen twee partijen tot betaling leiden, tenzij de dienst die recht heeft op de vergoeding deze vergoeding niet in verhouding vindt staan tot de administratieve kosten die met de betaling samenhangen.

  • 2 Afspraken over onderlinge betaling worden op een controleerbare wijze vastgelegd. Indien een afspraak leidt tot periodieke betalingen maakt de dienst die een vordering heeft tenminste één maal per jaar aan de dienst waarop de vordering wordt ingesteld, kenbaar welke bedragen betaald moeten worden en binnen welke termijnen betaling dient plaats te vinden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 2 In bijzondere gevallen kunnen met instemming van de Minister van Financiën onderlinge betalingen, bedoeld in het eerste lid, plaatsvinden door middel van een Rijksbetaalstuk.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De dienst die op een andere dienst een vordering heeft, stuurt die andere dienst zodra de inning ervan aan de orde is, een verzoek tot betaling, waarin in elk geval zijn vermeld: het te innen bedrag, de reden van betaling en de betalingstermijn.

  • 2 Aan een betalingsverzoek wordt binnen uiterlijk 30 kalenderdagen na de datum van het verzoek gevolg gegeven, tenzij de betrokken diensten een andere betalingstermijn overeenkomen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Met schriftelijke instemming van de Minister van Financiën kan in bijzondere gevallen van deze regeling worden afgeweken.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De Verrekenregeling 1996 wordt ingetrokken.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel: Regeling onderlinge betalingen 2003.

  • 3 Zij treedt in werking met ingang van 1 oktober 2003.

  • 4 Zij wordt met de daarbij behorende nota van toelichting ter kennis gebracht van de ministers en van de Algemene Rekenkamer.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm

Bijlage : Model-Rijksbetaalstuk (versie 10-4-2003), aangepast aan de (concept-)Regeling onderlinge betalingen 2003.

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Bijlage 47775.png
Naar boven