BTW-Toepassing ten aanzien van thuiszorg

[Regeling vervallen per 31-03-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 29-04-2024.
Geldend van 01-04-2003 t/m 31-12-2006

BTW-Toepassing ten aanzien van thuiszorg

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

De wet kent een vrijstelling van BTW voor het verrichten van diensten op het gebied van de thuiszorg in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten tweede, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de wet). In deze vrijstellingsbepaling wordt aangesloten bij regelgeving op het terrein van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ).

Met ingang van 1 april 2003 is de regelgeving op het terrein van de AWBZ ingrijpend veranderd. De aanspraken op zorg zijn op andere wijze vormgegeven. Ook de indicatiestelling is aangepast, waarbij de voor de toepassing van de vrijstelling belangrijkste wijziging er in bestaat, dat uit de indicatiestelling niet langer blijkt dat er sprake is van thuiszorg. Met deze stelselwijzing is geen beperking of verruiming van het zorgpakket beoogd.

Artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten tweede, van de wet sluit thans aan bij niet meer bestaande regelgeving. Dat betekent dat deze vrijstellingsbepaling opnieuw geredigeerd moet worden. In afwachting van die wetswijziging kunnen de diensten op het gebied van de thuiszorg worden vrijgesteld overeenkomstig de situatie van vóór 1 april 2003, met dien verstande dat uit de administratie van de zorgverlener moet blijken dat er sprake is van geïndiceerde zorg én dat deze zorg ten huize van de zorgbehoevende wordt verleend.

Naar boven