Skal-Reglement Bezwaar

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-08-2003 t/m heden

Skal-Reglement Bezwaar

Het Bestuur van de Stichting Skal,

Gelet op artikel 10 lid 1 sub e van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371), alsmede artikel 14 lid 1 van de Landbouwkwaliteitswet, artikel 28 van de Statuten van Stichting Skal en de Algemene Wet Bestuursrecht;

Heeft 9 juli 2003 vastgesteld het navolgende reglement, zoals goedgekeurd door de minister, hierna te noemen: Skal-Reglement Bezwaar

Artikel 1. Algemene bepalingen

  • 1.2 In dit reglement wordt verstaan onder 'appellant': de aangeslotene als bedoeld in artikel 5 van de statuten van Skal en eventueel andere belanghebbenden, door wie een bezwaarschrift is ingediend bij de commissie Bezwaarschriften, nader te noemen: 'commissie'.

  • 1.3 Het kantoor van de commissie is dat van Skal.

  • 1.4 De werkzaamheden van de commissie worden verricht door de secretaris van de commissie, nader te noemen: 'secretaris'. De secretaris, alsmede diens plaatsvervanger, wordt door de directeur aangewezen.

  • 1.5 Waar in dit reglement wordt gesproken over personen of functies, worden daarmee tevens hun functioneel-plaatsvervangers bedoeld.

Artikel 2. Bevoegdheid

Artikel 3. Ontvankelijkheid

  • 3.1 Het bezwaar dient binnen 6 weken na bekendmaking van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt te worden aangetekend, door inzending bij de commissie van een ondertekend geschrift, houdende naam en adres van appellant, de datum, een omschrijving van de beslissing waartegen bezwaar gemaakt wordt, dan wel een afschrift hiervan, de redenen van het bezwaar en eventueel een eigen beoordeling van appellant.

  • 3.2 De secretaris zendt van het bezwaarschrift en de bijbehorende stukken onverwijld een afschrift aan de directeur en de betrokken Skal-medewerker(s).

  • 3.3 De ontvangst van het bezwaarschrift wordt appellant zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd.

Artikel 4. Behandeling door de directeur

  • 4.1 De directeur kan verklaren dat het bezwaar niet ontvankelijk is, indien:

    • a. het bezwaar niet voldoet aan de gestelde eisen van artikel 3, eerste lid; de directeur gaat hier eerst toe over nadat appellant een redelijke termijn is geboden het ingestelde bezwaar aan te vullen;

    • b. de in het vorige lid genoemde termijn wordt overschreden;

    • c. het besluit waartegen bezwaar is aangetekend appellant niet of niet rechtstreeks raakt.

  • 4.2 De directeur kan verklaren dat een bezwaar kennelijk ongegrond is indien er geen enkele goede reden bestaat voor het bezwaar.

  • 4.3 Indien daartoe redenen aanwezig zijn kan de directeur, zonder appellant te horen, bepalen, dat aan het bezwaarschrift volledig wordt tegemoet gekomen, indien anderen daarvan geen nadeel ondervinden.

  • 4.4 Indien appellant en eventuele andere belanghebbenden schriftelijk te kennen hebben gegeven af te zien van het recht om gehoord te worden, kan de directeur op het ingediende bezwaar beslissen.

  • 4.5 Een besluit als in het eerste tot en met het vierde lid bedoeld, wordt niet genomen dan na advies van de betrokken Skal-medewerker(s) en de secretaris.

  • 4.6 Van een besluit als in het eerste tot en met het vierde lid bedoeld, worden appellant en eventuele andere belanghebbenden ten spoedigste op de hoogte gesteld. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Behandeling op de hoorzitting

  • 5.1 Na ontvangst van het bezwaarschrift ontvangen appellant en eventuele andere belanghebbenden, behalve in de gevallen bedoeld in artikel 4, eerste tot en met het vierde lid, een aangetekende uitnodiging om op de hoorzitting te verschijnen.

  • 5.2 Tot 10 dagen voor het horen kunnen appellant en eventuele andere belanghebbenden gegevens of bewijsstukken aan de secretaris doen toekomen.

  • 5.3 Tenminste 1 week voorafgaand aan de hoorzitting liggen de op het bezwaar betrekking hebbende stukken voor alle belanghebbenden ter inzage ten kantore van Skal, tenzij belanghebbenden dit niet nodig achten, dan wel geheimhouding om gewichtige redenen van belang is.

  • 5.4 Appellant en overige belanghebbenden worden op de hoorzitting gehoord door de directeur in bijzijn van de betrokken Skal-medewerker(s) en secretaris. Appellant is hierbij bevoegd zijn bezwaar nader toe te lichten.

  • 5.5 Appellant kan ter zitting op zijn kosten getuigen en deskundigen doen horen, waarvan de namen en adressen tevoren aan de secretaris van de commissie schriftelijk bekend dienen te worden gemaakt. Appellant kan zich ter zitting, eveneens op zijn kosten, tevens doen bijstaan of zich doen vertegenwoordigen.

  • 5.6 De hoorzitting is in principe openbaar. Het horen van appellant en eventuele andere belanghebbenden geschiedt in het bijzijn van de overige belanghebbenden. Onder opgaaf van redenen door appellant of andere belanghebbende kan de directeur besluiten de zitting, dan wel delen daarvan, achter gesloten deuren te doen plaatsvinden, dan wel appellant of andere belanghebbende afzonderlijk te horen. De overige belanghebbenden worden hiervan achteraf op de hoogte gesteld. Van het horen wordt door de secretaris een verslag gemaakt.

  • 5.7 Indien na het horen van betrokkenen nog nieuwe feiten of omstandigheden bekend orden die voor het op het bezwaar te nemen besluit van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan appellant meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord.

Artikel 6. Werking en intrekken bezwaar

  • 6.1 Het aantekenen van bezwaar schorst het besluit niet. Tijdens de bezwaarschriftprocedure geldt het genomen besluit.

  • 6.2 Skal kan het besluit tot een nader te bepalen datum verdagen. Van de verdaging wordt aan appellant schriftelijk mededeling gedaan. Verder uitstel is mogelijk voorzover appellant daarmee instemt.

  • 6.3 Appellant kan zijn bezwaar ten alle tijde schriftelijk intrekken. Het mondeling intrekken van het bezwaar is slechts mogelijk op de hoorzitting.

Artikel 7. Beslissing op bezwaar

  • 7.1 Na de hoorzitting heroverweegt de directeur het besluit waartegen bezwaar is aangetekend en beslist op het ingediende bezwaar. De directeur neemt de beslissing op basis van de stukken en hetgeen op de hoorzitting bekend is geworden.

  • 7.2 De directeur toetst het besluit waartegen bezwaar is aangetekend, voorzover van toepassing, aan de statuten, de reglementen, de certificatie-eisen van Skal, de Verordening (EEG) Nr. 2092/91, het bij of krachtens het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode en Landbouwkwaliteitsregeling biologische productiemethode 1996 bepaalde, de relevante bepalingen van de Landbouwkwaliteitswet en eventuele overige van toepassing zijnde voorschriften.

  • 7.3 Een beslissing als bedoeld in dit artikel wordt niet genomen dan na advies van de betrokken Skal-medewerker(s) en de secretaris.

  • 7.4 Binnen 6 weken na ontvangst van het bezwaar, dan wel conform de termijn van artikel 6, tweede lid, wordt de beslissing door de secretaris met redenen omkleed op schrift gesteld, ondertekend door de directeur en aangetekend aan appellant en eventuele andere belanghebbenden toegezonden.

  • 7.5 Van de beslissing op bezwaar gebaseerd op het Besluit staat binnen 6 weken beroep open bij de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank dan wel het College van Beroep voor het bedrijfsleven te 's-Gravenhage1.

  • 7.6 In de beslissing op bezwaar wordt de mogelijkheid van beroep en de bevoegde beroepsinstantie vermeld.

Artikel 8. Overige besluiten

  • 8.1 Dit reglement is van overeenkomstige toepassing tegen door Skal genomen besluiten die door een belanghebbende worden aangetekend, alsmede besluiten tot verlening, weigering of intrekking van een vergunning of ontheffing, waaronder tevens wordt verstaan de weigering een dergelijk besluit te nemen, in de uitoefening van niet-publiekrechtelijke bevoegdheden.

  • 8.2 Tegen de uitspraak op bezwaar tegen besluiten als bedoeld in voorgaand lid staat beroep open bij het College van Beroep van Skal conform het Skal-Reglement van Beroep.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 9.1 Dit reglement kan worden aangehaald onder de naam Skal-Reglement Bezwaar.

  • 9.2 Dit reglement treedt in werking na goedkeuring en openbaarmaking door de Minister en publicatie door de zorg van de Minister in de Staatscourant.

  1. In haar uitspraak van 2 december 1998 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven bepaald dat alleen de besluiten zoals genoemd in artikel 14 van de Landbouwkwaliteitswet door haar in beroep kunnen worden beoordeeld. De overige besluiten moeten in beroep ter beoordeling worden voorgelegd aan de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank. ^ [1]
Naar boven