Regeling aanwijzing risicolanden

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 17-07-2003 t/m 30-04-2018

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie, mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 4 juli 2003, nr. 2024243/01, houdende de aanwijzing van risicolanden op grond van artikel 10, eerste lid, onder b, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Regeling aanwijzing risicolanden)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie, mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken;

Gelet op artikel 10, eerste lid, onder b, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;

Besluiten:

Artikel 2

Als landen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 worden voorts aangewezen landen waarin het verblijf door een ambtenaar van een dienst uit hoofde van diens specifieke taak een bijzonder risico voor de nationale veiligheid kan opleveren. Deze landen zijn opgenomen in een bijlage die Stg. Geheim is gerubriceerd.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

De

Minister

van Defensie,

H.G.J. Kamp

Naar boven