Besluit van 27 juni 2003, houdende regels in verband met Verordening (EG) Nr. 2076/2002
(Besluit regels verlenging communautaire overgangstermijn gewasbeschermingsmiddelen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 19 maart
2003, no. TRCJZ/2003/2580, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte;
Gelet op Verordening (EG) nr. 2076/2002 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2002 houdende verlenging
van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad bedoelde termijn en betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame
stoffen in bijlage I bij die richtlijn en de intrekking van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen
die deze stoffen bevatten (Pb EG L 319) en artikel 23 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
De Raad van State gehoord (advies van 27 mei 2003, no. W11.03.0109/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 24 juni 2003, no. TRCJZ/2003/5225, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming
met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan: