Wijziging Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 i.v.m. Wijzigingswet Elektriciteitswet [...] milieukwaliteit elektriciteitsproductie)

[Regeling vervallen per 11-06-2005.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2003 t/m 10-06-2005

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 6 juni 2003, nr. WJZ 3019600, houdende derde wijziging van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 in verband met de wet van 5 juni 2003 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (Stb 235)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 31, zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel III

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 2 Gedurende zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling kan een producent de verklaring, bedoeld in artikel 6a, derde en zesde lid, met betrekking tot de situatie vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling overleggen. De datum waarop de verklaring door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is ontvangen geldt als datum van overlegging van de verklaring.

  • 3 Gedurende zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling kan een producent of zijn gemachtigde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeenkomstig artikel 6, derde lid, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 verzoeken groencertificaten ten behoeve van duurzame elektriciteit, opgewekt vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling, op zijn groencertificatenrekening te boeken, mits hij bij zijn verzoek de benodigde meetgegevens met betrekking tot de in de desbetreffende periode opgewekte hoeveelheid duurzame elektriciteit overlegt en verklaart dat deze hoeveelheid elektriciteit niet reeds in Nederland of in andere landen op enigerlei wijze als duurzame elektriciteit is verkocht of daarvoor een vergoeding is ontvangen. De datum waarop het verzoek door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is ontvangen geldt als datum van het verzoek.

  • 5 Indien een producent, die duurzame elektriciteit opwekt met behulp van windenergie en op het moment van inwerkingtreding van deze regeling beschikt over een groencertificatenrekening als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, wenst dat zijn productie-installatie wordt aangemerkt als een installatie voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie op zee, doet de producent binnen een maand na inwerkingtreding van deze regeling een nieuw verzoek als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, dat betrekking heeft op de situatie vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling. De datum waarop de verklaring door de netbeheerder is ontvangen geldt als datum van overlegging van de verklaring.

  • 6 Indien een producent, die duurzame elektriciteit opwekt met behulp van waterkracht en op het moment van inwerkingtreding van deze regeling beschikt over een groencertificatenrekening als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, wenst dat zijn productie-installatie wordt aangemerkt als een installatie voor de opwekking van elektriciteit met behulp van golfenergie dan wel getijdenenergie, doet de producent binnen een maand na inwerkingtreding van deze regeling een nieuw verzoek als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, dat betrekking heeft op de situatie vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling. De datum waarop de verklaring door de netbeheerder is ontvangen geldt als datum van overlegging van de verklaring.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die ter inzage worden gelegd bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, Utrechtseweg 310, Arnhem.

's-Gravenhage, 6 juni 2003

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

.
Naar boven