Besluit instelling Commissie insolventierecht

[Regeling vervallen per 01-05-2007.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-05-2003 t/m 30-04-2007

Besluit instelling Commissie insolventierecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 25 maart 2003, Directie Wetgeving nr. 5217202/03/6, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2007]

De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het insolventierecht, meer in het bijzonder over de onderwerpen die samenhangen met of voortvloeien uit de brief van de Minister van Justitie van 3 december 2001 (Kamerstukken II, 2001/02, 24 036, nr. 238) aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake MDW tweede fase Herziening Faillissementswet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2007]

De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2007]

De commissie wordt ingesteld voor de duur van vier jaar en wordt opgeheven per 1 mei 2007.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2007]

De archiefbescheiden van de commissie worden na verloop van haar instellingsduur of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Justitie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2003 en vervalt met ingang van 1 mei 2007.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 april 2003

Beatrix

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven