Deel I. Voorschriften per werkzame stof voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld
in artikel 2 (niet toegelaten middelen)
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
I.A. Middelen op basis van carbaryl
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en laatstelijke toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als vruchtdunningsmiddel, met maximaal 1 toepassing
per teeltseizoen in de teelt van appels, tot maximaal 4 weken na het einde van de
bloei.
De toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet
in oppervlaktewater terecht komt.
In de teelt van appels is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen
de toepassing uitsluitend toegestaan indien:
- -
- tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm is geplaatst
en het windscherm niet wordt bespoten, en/of
- -
- in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een tunnelspuit,
en/of
- -
- in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een dwarsboomspuit
die van een reflectiescherm is voorzien, en/of
- -
- de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten.
Dit middel is licht irriterend voor de ademhalingswegen, schadelijk bij inademing
en opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, zowel bij toepassen als bij
werkzaamheden in behandeld gewas tot 2 weken na de toepassing.
-
• Tijdens de bespuiting een geschikt ademhalingsbeschermingsmiddel dragen
-
• Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen
(indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing:
Toepassingen
Vruchtdunning bij appels
Algemene regels
- -
- Toepassen na afloop van de bloei.
- -
- Op sterk groeiende bomen bestaat grote kans op een te sterke vruchtdunning.
- -
- In de kop van de boom is de dunning van nature minder. Door regelen van de vloeistofafgifte
moet meer vloeistof boven in de boom komen.
- -
- Nadunnen met de hand is meestal noodzakelijk.
Dosering: 50-200 gram (Brabant Carbaryl) c.q. 50-200 ml (Sevin SL) per 100 liter water,
afhankelijk van het ras.
N.B.:
Het juiste bespuitingsmoment en de geschikte dosering variëren van ras tot ras.
Gebruik van carbaryl kan vruchtverruwing tot gevolg hebben.
II.B. Middelen op basis van calcium polysulfide
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel - mits het gehalte
zwavel 23% bedraagt - in de teelt van appel en peer, tot maximaal 2 weken na het einde
van de bloei.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Dit middel vormt giftige gassen in oplossing en is irriterend voor de ogen, ademhalingswegen
en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.
-
• Na aanraking met de huid of de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.
-
• Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.
-
• Draag geschikte ademhalingsbescherming gedurende het legen van de verpakking en het
aanmaken van de spuitvloeistof.
-
• Spuitnevel niet inademen.
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van schurft op appel
in situaties dat een behandeling met zwavel minder effectief is, bijvoorbeeld als
het koud is, of als de schurftinfectie reeds tot stand is gekomen.
Toepassing
Appel en peer, ter bestrijding van schurft (Venturia inequalis resp. Venturia pirina).
Het middel kan worden toegepast tussen het verschijnen van de eerste groene delen
en maximaal 2 weken na het einde van de bloei. De toepassing moet plaatsvinden kort
voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig
enkele malen herhalen.
Dosering: 15 kg middel per hectare.
Niet, of in lagere doseringen gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox's Orange,
Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren
en vruchtverruwing kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam
drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur
boven 25 °C.
Attentie
Polysulfide heeft een vruchtdunnend effect, indien het middel tijdens de bloei wordt
toegepast.
Het middel niet vermengd met andere bestrijdingsmiddelen of meststoffen verspuiten.
Deel II. Voorschriften per werkzame stof voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld
in artikel 3 (middelen die zijn toegelaten voor andere doeleinden)
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
II.A. Middelen op basis van abamectine
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
-
• Holland Fyto Abamectine (toegelaten onder 10770 N)
-
• Imex Abamectine (toegelaten onder 10574 N)
-
• Parimco Abamectine (toegelaten onder 11588 N)
-
• Vectine (toegelaten onder 10575 N)
-
• Vertimec (toegelaten onder 10020 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insecten- en mijtenbestrijdingsmiddel:
-
a. in de bedekte teelt van Spaanse pepers:
- -
- voor de periode van 1 maart tot 1 november geldt dat de periode tussen de laatste
toepassing en de oogst niet korter mag zijn dan 3 dagen.
- -
- voor de periode van 1 november tot 1 maart geldt dat het middel uitsluitend toegepast
mag worden vóór de bloei (dit is vóór de zetting).
Gebruik niet meer dan 1,25 liter middel per toepassing, waarbij tussen de toepassingen
een interval dient te worden aangehouden van tenminste zeven dagen en niet meer dan
5 liter middel per ha per teelt.
-
b. in de vollegrondsteelt van boomkwekerijgewassen.
Gebruik om arbeidshygiënische redenen niet meer dan 1,5 liter middel per toepassing
per hectare.
In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:
-
• een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits
per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de
pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),
-
• een ruimtebehandeling met een Laag Volume vernevelaar (low Volume Misters).
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Niet toegestaan is toepassing
in niet-bloeiende gewassen die actief bezocht worden door bijen of hommels (bijvoorbeeld
door de aanwezigheid van luizen die honingdauw afscheiden).
Het middel is gevaarlijk voor waterorganismen, daarom het middel zodanig toepassen
dat het niet in het oppervlaktewater terecht kan komen.
Dit middel is schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid
en is irriterend voor de ogen.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
-
• Draag een geschikte ademhalingsbeschermingsmiddel (volgelaatsmasker of luchtkap met
aanblaascombinatiefilter (P2-voorfilter + A2-koolfilter))
-
• Behandelde gebieden niet zonder beschermende kleding betreden totdat de spuitvloeistof
is opgedroogd.
In geval van een ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen
(indien mogelijk hem dit etiket tonen)
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt.
Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over
zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken.
Indien een dusdanige hoeveelheid spuitvloeistof wordt gebruikt dat bij de aangegeven
concentratie minder dan 0,5 liter middel per ha wordt gebruikt, dan dient de concentratie
dusdanig te worden verhoogt dat tenminste 0,5 liter middel per ha wordt gebruikt.
Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.
Toepassingen
-
• In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella
occidentalis).
Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen.
Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water).
-
• In de vollegrondsteelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van spintmijten (Tetranychus
urticae) en buxustopmijten (Phytoptus canestrinii, Aceria unguiculata).
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig
herhalen.
Dosering: 0,025% (25 ml middel per 100 liter water).
N.B.: Gevoeligheid van gewassen: Het middel is getoetst op een groot assortiment van
snijbloemen, bladplanten, bloeiende potplanten, plantmateriaal van diverse bladgroenten,
vruchtgroenten en andere groentegewassen. Als nog geen ervaring is opgedaan met het
middel, dient een proefbespuiting uitgevoerd te worden teneinde de verdraagzaamheid
van het gewas te testen.
II.B. Middelen op basis van captan
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
-
• Brabant Captan Flowable (toegelaten onder 10331N)
-
• Brabant Captan 83 (toegelaten onder 4759 N)
-
• Luxan Captan Flowable (toegelaten onder 9763 N)
-
• Luxan Captan 83% Spuitpoeder (toegelaten onder 3532 N)
-
• Captosan 500 SC (toegelaten onder 10104 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal
2 toepassingen per teelt of teeltseizoen en maximaal 1,7 kg werkzame stof per toepassing
in de bedekte teelt van grondgebonden bloemisterijgewassen.
Het is niet toegestaan dit middel toe te passen door middel van een met de hand getrokken
of geduwde spuitboom (spuitfiets).
Het middel is giftig voor waterorganismen, daarom zodanig toepassen dat het middel
niet in het oppervlaktewater terecht komt.
Het middel is schadelijk bij inademing, er is gevaar voor ernstig oogletsel en voor
overgevoeligheid bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Het poeder (in geval van gebruik van Brabant Captan 83 of Luxan Captan 83% spuitpoeder)
en de spuitnevel niet inademen.
-
• Draag bij het klaarmaken van de spuitvloeistof en het toepassen beschermende handschoenen,
beschermende kleding en een beschermingsmiddel voor de ogen.
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Voor het bereiden van de spuitvloeistof eerst een flinke hoeveelheid water in de aanmaakemmer
doen. Daarna de gewenste hoeveelheid middel toevoegen. Het poeder laten doorzakken
zodat het goed bevochtigd is, daarna flink roeren en in de spuittank gieten. (Dit
geldt alleen bij gebruik van Brabant Captan 83 of Luxan Captan 83% spuitpoeder).
Menging met insecticiden is af te raden. Moet echter toch met insecticiden worden
gemengd, maak dan geen gebruik van vloeibare middelen.
Toepassingen
In de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen, ter bestrijding van verwelkingsziekte
(Verticillium spp.).
Een bespuiting uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. Na behandeling inregenen,
zodat het middel in de wortelzone kan binnendringen.
Dosering: 0,15 - 0,20% (150 - 200 gram per 100 liter water) bij gebruik van Brabant
Captan 83 of Luxan Captan 83% spuitpoeder
0,23 - 0,3% (230 - 300 ml per 100 liter water) bij gebruik van Luxan Captan Flowable
0,25 - 0,35% (250 - 350 ml per 100 liter water) bij gebruik van Brabant Captan Flowable
of Captosan 500 SC.
II.C. Middelen op basis van chloorthalonil
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van
bloemisterijgewassen onder glas met maximaal 5 toepassingen per teeltseizoen.
Voor de bespuiting mag geen gebruik worden gemaakt van een spuitgeweer of een spuitkanon.
Het betreden van een behandelde ruimte is slechts toegestaan na minimaal 4 uur luchten
en draag beschermende handschoenen bij werkzaamheden in het gewas.
Dit middel kan onherstelbare effecten veroorzaken, kan ernstig oogletsel veroorzaken
en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig
medisch advies inwinnen.
-
• Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
de ogen.
Gebruiksaanwijzing:
Toepassingen
Potplanten onder glas, ter bestrijding valse meeldauw.
Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. De behandelingen dienen regelmatig te
worden herhaald.
Dosering: 0,3% (300 ml per 100 liter water).
Als nog geen ervaring is opgedaan met het middel, dient een proefbespuiting uitgevoerd
te worden teneinde de verdraagzaamheid van het gewas te testen.
II.D. Middelen op basis van clomazone
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1
toepassing per teelt of teeltseizoen:
-
a. in de vollegrondsteelten van witte kool, rode kool, bloemkool, broccoli, boerenkool
en spruitkool;
-
b. in de vollegrondsteelten van spinazie;
-
c. in de teelt van uitgangsmateriaal van asperge
-
d. in de produktieteelt van asperge met dien verstande dat het alleen ná de oogst van
asperges tot uiterlijk in september toegepast mag worden.
Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Aanraking met de huid vermijden.
-
• Draag geschikte handschoenen.
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Centium 360 CS is een bodemherbicide ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd.
Gevoelig zijn kleefkruid (Gallium aparine), zwaluwtong (Polygonum convulus), perzikkruid
(Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).
Toepassingen
-
• In de vollegrondsteelt van witte kool, rode kool, bloemkool, broccoli, boerenkool
en spruitkool, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen na het aanslaan van de planten, op een onkruidvrije, vochtige
grond over een droog gewas. Voor verbreding van het werkingsspectrum het middel mengen
met een daartoe geschikt product.
Dosering: 0,25 l middel per hectare.
-
• Spinazie in de vollegrond, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen tot uiterlijk 3 dagen na zaai op niet voorgekiemd zaad. Voor
verbreding van het werkingsspectrum het middel mengen met een daartoe geschikt product.
Dosering: 0,15 l middel per hectare.
Na een eenmalige toepassing van Centium 360 CS is enige bladverkleuring tot aan het
einde van de teelt niet uitgesloten hetgeen met name problemen kan geven bij de teelt
van verse spinazie. Bij opeenvolgende toepassingen van Centium 360 CS in hetzelfde
groeiseizoen is enige accumulatie niet uitgesloten waardoor er toenemende problemen
kunnen ontstaan met gewasreacties.
-
• In de teelt van uitgangsmateriaal van asperge, ter bestrijding van éénjarige breedbladige
onkruiden.
Centium 360 CS direct na het zaaien en vóór opkomst van het gewas te worden toegepast.
Dosering: 0,25 l middel per hectare
-
• In de produktieteelt van asperge, met dien verstande dat het alleen ná de oogst van
asperges tot uiterlijk in september toegepast mag worden, ter bestrijding van éénjarige
breedbladige onkruiden.
Het middel dient ná het steekseizoen kort na het afploegen van de bedden en vóór het
uitlopen van het gewas te worden toegepast.
Dosering: 0,25 l middel per hectare
Waarschuwing
Centium 360 CS kan bij koolgewassen en spinazie gewasreacties in de vorm van bladverkleuring
(chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag in de periode
rond de toepassing is. Deze gewasreacties zijn van tijdelijke aard en hebben in het
onderzoek geen negatieve effecten op de opbrengst veroorzaakt.
Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaande gewassen mislukken dan is het af te
raden om zomertarwe, zomergerst, haver en suikerbiet als vervanggewas te gebruiken.
Door dampwerking kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen
waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.
II.E. Middelen op basis van imidacloprid
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
-
• Admire (toegelaten onder 11483 N)
-
• Gaucho Horti (toegelaten onder 12341 N)
-
• Imex-Imidacloprid (toegelaten onder 11547 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik van Admire en Imex-Imidacloprid als insectenbestrijdingsmiddel:
-
a. In de bedekte teelt van Spaanse peper, met dien verstande dat het middel slechts
centraal met de voedingsoplossing c.q. door middel van directe kraanvak-injectie mag
worden meegegeven, met dien verstande dat het middel op de dag van de oogst niet vóór
de oogst mag worden toegepast. Maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen.
-
b. In de bedekte teelt van de opkweek van plantmateriaal van Spaanse peper door middel
van een gewasbehandeling. Maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen.
Toegestaan is voorts uitsluitend het gebruik van Gaucho Horti als middel voor de behandeling
van zaden van andijvie en raddichio rosso ter voorkoming van schade door insecten,
met maximaal 1 toepassing per teelt. Het zaaien is alleen toegelaten met behulp van
precisiezaai, waarbij het behandelde zaad direct na zaai met grond bedekt wordt. Morsen
van het behandelde zaad ten allen tijde voorkomen en verwijderen. Resten van het behandelde
zaad nooit verspreiden of vervoederen aan dieren.
Admire en Imex-Imidacloprid zijn gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan
is toepassing in bloeiende gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief
bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende
onkruiden aanwezig zijn.
Gaucho Horti is gevaarlijk voor regenwormen.
Genoemde middelen zijn schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).
-
• Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor
het gezicht (bij gebruik van Gaucho Horti).
-
• Tijdens de zaadontsmetting een geschikte ademhalingsbescherming dragen (bij gebruik
van Gaucho Horti).
-
• Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen (bij gebruik
van Gaucho Horti).
Gebruiksaanwijzing (voor Admire en Imex-Imidacloprid):
Algemeen
Admire en Imex-Imidacloprid zijn systemische middellen, het middel wordt bij de druppelbehandeling
door de wortels opgenomen en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid
wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas. Laat in geval van substraatteelt,
voordat u het middel toepast, het gewas de matten wat droogtrekken. Dit bevordert
de opname. Het middel dient met de voedingsoplossing te worden meegedruppeld.
Toepassingen
-
• In de bedekte teelt van Spaanse peper op kunstmatig substraat, ter bestrijding van
boterbloemluis (Aulacorthum solanii), groene en rode perzikluis (Myzus persicae),
katoenluis (Aphis gossypii) en zwarte boneluis (Aphis fabae).
Zodra een aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. Het middel centraal
met de voedingsoplossing meegeven, c.q. door middel van directe kraanvak-injectie
toepassen.
Dosering: 3,5 gram per 1.000 planten.
-
• In de bedekte teelt van plantmateriaal van Spaanse peper, ter bestrijding van boterbloemluis
(Aulacorthum solanii), groene en rode perzikluis (Myzus persicae), katoenluis (Aphis
gossypii) en zwarte boneluis (Aphis fabae).
Zodra een aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren.
Dosering: 100 gram per ha.
Gebruiksaanwijzing (voor Gaucho Horti):
Algemeen
Het middel heeft een werkingsduur van minimaal 1 maand.
In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1-2 keer tegen luizen te worden
gespoten met een daarvoor toegelaten middel.
Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden.
Toepassingen
-
• Zaadbehandeling van andijvie en Raddichio rosso in de vollegrond, ter voorkoming van
aantasting door bladluizen (Aphidiae).
Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.
II.F. Middelen op basis van minerale olie
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insektenbestrijdingsmiddel, met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen, in de bedekte teelt van bloemisterijgewassen.
Dit middel is irriterend voor de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Draag bij het klaarmaken van de spuitvloeistof en het toepassen beschermende handschoenen
en beschermende kleding.
Gebruiksaanwijzing:
Toepassingen
Bedekte teelt van bloemisterijgewassen, ter bestrijding bladluis (Aphididae), dop-,
wol- en schildluis (Coccoidea), tabakswittevlieg (Bemisia tabaci en B. argentifolii),
kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) .
Toepassen zodra aantasting wordt waargenomen. Zonodig de behandeling herhalen, in
totaal 3 bespuitingen per teelt of teeltseizoen.
Dosering: 3% (3 liter middel per 100 liter water).
Opmerkingen
II.G. Middelen op basis van pirimifos-methyl
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Actellic 50 (toegelaten onder 6469 N)
• Wopro-pirimifos-methyl 50% EC (toegelaten onder 12377 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insecten- en mijtenbestrijdingsmiddel, middels:
-
a. een gewasbehandeling in de teelt van potplanten onder glas, met maximaal 2 toepassingen
per teelt of teeltseizoen.
-
b. een plantgoedbehandeling ten behoeve van de teelt van lelie.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende
gewassen of in niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen
en hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw
te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Het is verboden dit middel te gebruiken in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld
in de Wet milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend
fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden.
Betreden van een behandelde ruimte is slechts toegestaan na minimaal 4 uur luchten.
Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij opname door de mond en irriterend voor de
ogen en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Draag geschikte handschoenen, beschermende kleding en geschikte ademhalingsbescherming.
-
Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen).
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen:
Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel
dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel
kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect
van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden
20 °C behandelen. Het middel is ook geschikt voor de bestrijding van mijten, bijvoorbeeld
bij plantgoed. De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.
Toepassingen:
-
• In de teelten onder glas van potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae),
schildluis (0.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia
coffeae).
Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling
maximaal één keer herhalen met een interval van 10-14 dagen.
Dosering: 0,2 % (200 ml per 100 liter water).
N.B. : Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten (ook
potplanten) is het middel toegepast zonder dat beschadiging aan het gewas optrad,
met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Gerbera, Euphorbia
(syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). De gebruikelijke voorzorgsmaatregelen
bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen dienen in acht te worden genomen.
Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.
-
• Ten behoeve van de teelt van lelie, plantgoedbehandeling (schubben) ter bestrijding
van de bollemijt.
De schubben, vóór het in bewaring brengen, dompelen in een oplossing met het middel.
Na het dompelen de schubben opslaan bij een temperatuur van 20 tot 23 graden (of hoger)
en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van de dampwerking. Zorg
er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk, dan de behandelde
schubben afdekken met plastic.
Dosering: 0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).
N.B. : Bij deze toepassing wordt uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij
gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane
wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de `Beschikking
verwijdering dompelvloeistof bloembollen en knollen'.
II.H. Middelen op basis van propamocarb-hydrochloride
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel, met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen:
Veiligheidstermijnen
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 weken.
Dit middel is schadelijk voor niet-doel arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen.
-
• Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.
-
• Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels,
die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora-
en Aphanomyces-soorten.
Toepassingen
-
• Bedekte teelt van andijvie, ter voorkoming van voetrot.
Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed):
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken.
Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de
bladeren af te spoelen.
Behandeling na het uitplanten:
Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken.
Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.
-
• Peterselie, ter bestrijding van valse meeldauw (Plasmopara spp.)
Op het plantenbed een aangietbehandeling uitvoeren.
Dosering: 5 ml per m2, toepassen in 0,5-1 liter water per m2.
Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling
maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.
Dosering: 1,5 liter per ha, toepassen in 1000 liter per ha.
II.I. Middelen op basis van prosulfocarb
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
• Boxer (toegelaten onder 12148 N)
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met gebruikmaking
van driftreducerende doppen van 90% in de zaadteelt van zwenk- en raaigrassen, met
dien verstande dat geen beweiding of vervoedering van het graszaadstro mag plaatsvinden.
Het middel is toxisch voor waterorganismen. Vermijd blootstelling.
Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact
met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Draag geschikte beschermende kleding.
-
• Draag geschikte handschoenen.
-
• Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen.
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden
worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm
en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten,
paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente),
knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeetmijniet, echte kamille en hennepnetel.
Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen
zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder
gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt.
Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden
wordt een tankmengsel aanbevolen.
Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming
van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.
Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden
zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort
na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.
Waterhoeveelheid: 200-400 liter per hectare.
Toepassingen
In de zaadteelt van zwenk- en raaigrassen, ter bestrijding van straatgras.
In zwenkgrassen het middel toepassen na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van
het eerste jaars graszaad. Het tijdstip hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner
straatgras is gevoeliger voor Boxer dan het grotere.
Dosering: 4 l middel per hectare.
II.J. Middelen op basis van teflubenzuron
[Regeling vervallen per 01-01-2004]
Naam en toelatingsnummer van de vrijgestelde gewasbeschermingsmiddelen:
Gebruiksvoorschriften:
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal
3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van Spaanse peper.
Veiligheidstermijnen
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen.
Het middel is gevaarlijk voor bijen - en hommelbroed. Niet toegestaan is toepassing
in bloeiende gewassen of wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten onder glas mits er geen bijen of hommels
in de kas worden gebruikt.
Het volgende moet in acht worden genomen:
-
• Buiten bereik van kinderen bewaren.
-
• Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
-
• Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
-
• Spuitnevel niet inademen
-
• Aanraking met de ogen vermijden.
Gebruiksaanwijzing:
Algemeen
Het middel is een insecticide dat inwerkt op het vervellingsmechanisme. Hierdoor worden
larvale stadia van verscheidene insectensoorten bestreden. Gedrag en eetpatroon van
de rupsen blijven vrijwel onveranderd tot de eerstvolgende vervelling. Een snelle
werking kan dan ook niet worden verwacht. Om vraatschade zoveel mogelijk te voorkomen,
is een vroege behandeling gewenst.
Toepassingen
-
• In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding rupsen (o.a. van de Floridamot,
Spodoptera exigua).
De behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van een week.
Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water).
-
• In de bedekte teelt van Spaanse peper, ter bestrijding van larven van witte vlieg.
Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling maximaal 2 maal herhalen
met een interval van een week.
Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water), met een maximum van 900 liter per ha.