Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directoraat-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-04-2003 t/m 31-12-2003

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 maart 2003, ASV/03/26472, houdende toedeling van taken en doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan onder de directeur-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen ressorterende functionarissen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directoraat-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen 2003)

§ 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. directeur-generaal: de directeur-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen.

  • b. directie: een van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel a tot en met c;

  • c. directeur: een functionaris die leiding geeft aan een directie;

  • d. hoofd stafbureau: functionaris die leiding geeft aan het stafbureau van de directeur-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen.

§ 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Onder de directeur-generaal ressorteren:

  • a. de directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid;

  • b. de directie Arbozorg en Verzuimbeleid;

  • c. de directie Sociale Verzekeringen;

  • d. een stafbureau.

§ 3. Verantwoordelijkheden

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

    • a. het leiding geven aan de eigen directie;

    • b. het door tussenkomst van de directeur-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het attenderen van hen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

    • c. het coördineren van de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de eigen directie met de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de andere onderdelen van het ministerie en van andere ministeries;

    • d. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

    • e. de personeelsaangelegenheden van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voor zover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal dan wel de directeur-generaal;

    • f. het zorgdragen voor de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de eigen personeelsaangelegenheden, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Financieel-Economische Zaken, de directie Gemeenschappelijke Ondersteuning Bedrijfsvoering en de Stichting Pensioenfonds ABP;

    • g. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

    • h. het formuleren en uitvoeren van jaarplannen voor de eigen directie binnen de door de secretaris-generaal en de directeur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

    • i. het rapporteren aan de directeur-generaal over de uitvoering van de jaarplannen betreffende de eigen directie;

    • j. het, na overeenstemming daarover met de directeur-generaal, aanwijzen van een plaatsvervangend directeur;

    • k. het zorgdragen voor de vastlegging van de organisatie van de eigen directie en de daarbinnen geldende mandaten, volmachten en machtigingen in een Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit voor de eigen directie;

    • l. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen;

    • m. een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de secretaris-generaal via de directeur-generaal van de gegevens die opgenomen moeten worden in het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW, genoemd in artikel 4, vijfde lid, onder i, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2002.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid, met uitzondering van onderdeel k, is van overeenkomstige toepassing op het hoofd stafbureau.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Arbeidsveiligheid en -gezondheid is verantwoordelijk voor:

  • a. het beleid met betrekking tot het voorkomen en verminderen van arbeidsrisico's, waaronder worden begrepen gezondheidsrisico's, veiligheidsrisico's en risico's op zware ongevallen als gevolg van een toxische wolk, brand, explosie of nucleaire straling;

  • b. het ondersteunen en stimuleren van degenen die primair verantwoordelijk zijn voor het voorkomen en verminderen van arbeidsrisico's, te weten werkgevers en werknemers;

  • c. het bevorderen van de deskundigheid bij betrokkenen en het onderhouden van de noodzakelijke eigen deskundigheid ten behoeve van normering, standaardisering en handhaving;

  • d. het bevorderen van de afstemming op het terrein van arbeidsveiligheid en publieksveiligheid;

  • e. het stimuleren van kwaliteit van arbeid.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Arbozorg en verzuimbeleid is verantwoordelijk voor de bestrijding en preventie van arbeidsongeschiktheid en ziekteverzuim in ruime zin. De directie draagt zorg voor:

  • a. het beleid ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van de arbeid, een goede arbo(kennis)infra-structuur en het voorkomen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid;

  • b. het beleid ten behoeve van de bevordering van reïntegratie, de bevordering van de samenwerking van arbodiensten met de gezondheidszorg, verzekeraars en reïntegratiebedrijven en groepen die bijzondere aandacht behoeven inzake arbo- en verzuimbeleid;

  • c. het stimuleren en ondersteunen van initiatieven op sectoraal-, branche-, CAO- en/of bedrijfsniveau.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directie Sociale Verzekeringen is verantwoordelijk voor:

  • a. het mede vormgeven aan de inhoud van de Europese integratie met betrekking tot de sociale zekerheid en het beleidsmatige vertalen van de Europese integratie voor het Nederlandse sociale-verzekeringsstelsel;

  • b. de voorbereiding, vorming en uitvoering van het beleid ten aanzien van bi- en multilaterale sociale verzekeringsverdragen;

  • c. het beleid met betrekking tot grensoverschrijdende verzekeringsposities van personen die naar Nederland komen of uit Nederland vertrekken alsmede de toetsing van nationale sociale-verzekeringswetgeving aan internationale verplichtingen en regelingen;

  • d. het beleid ten aanzien van de volksverzekeringen;

  • e. het integrale beleid met betrekking tot ziekte, arbeidsongeschiktheid en loondoorbetaling;

  • f. het vorm geven aan beleid tot behoud van arbeid en toegang tot arbeid voor personen die door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid daarbij belemmeringen ondervinden;

  • g. het beleid met betrekking tot sancties in het kader van rechten en plichten;

  • h. het beleid met betrekking tot de financiering van de werknemers- en volksverzekeringen en de daarmee samenhangende administratieve lasten;

  • i. het met de sociale verzekeringen samenhangende integrale werkloosheidsbeleid.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Het stafbureau is verantwoordelijk voor advisering en ondersteuning van de directeur-generaal bij de aansturing van de onder hem ressorterende directies, zowel beleidsinhoudelijk als beheersmatig.

§ 4. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Elk van de directeuren alsmede het hoofd stafbureau is bevoegd om namens een bewindspersoon besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met de taken en verantwoordelijkheden van zijn directie dan wel stafbureau, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de directeur-generaal.

  • 2 Aan elke directeur alsmede het hoofd stafbureau wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid omvat de bevoegdheid tot het verlenen en vaststellen van subsidies, het verlenen en vaststellen van rijksvergoedingen, het aangaan van verbetertrajecten en het korten op bevoorschotting, voor zover het de uitvoering betreft van regelingen op zijn werkterrein, met dien verstande dat voor verlening van subsidies van meer dan € 125.000,- voorafgaande inhoudelijke instemming van de directeur-generaal vereist is.

  • 4 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,- per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde van € 500.000,- per overeenkomst, maar overeenkomsten met een waarde van meer dan € 125.000,- slechts na voorafgaande inhoudelijke instemming van de directeur-generaal:

    • a. overeenkomsten welke gebaseerd zijn op een mantelovereenkomst;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van medewerkers van de directie;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot raden en commissies;

    • f. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

De directeuren alsmede het hoofd stafbureau kunnen hun vertegenwoordigingsbevoegdheden in een door hen te bepalen omvang doorverlenen aan onder hen ressorterende functionarissen, met dien verstande dat bevoegdheden met betrekking tot personeelsaangelegenheden slechts kunnen worden doorverleend aan rechtstreeks onder hen ressorterende functionarissen en slechts voor zover het betreft:

  • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

  • b. het houden van manager-medewerkergesprekken;

  • c. verlof van medewerkers;

  • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur dan wel het hoofd stafbureau.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2003.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directoraat-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 20 maart 2003

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze,
de

directeur-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen

,

R.IJ.M. Kuipers

Naar boven