Accijns, voorhanden hebben van rode laagbelaste gasolie in een brandstoftank van een zogenoemd hybride pleziervaartuig

[Regeling vervallen per 12-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 21-03-2008.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 20-03-2003 t/m 20-03-2008

Accijns, voorhanden hebben van rode laagbelaste gasolie in een brandstoftank van een zogenoemd hybride pleziervaartuig

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij is een vraag voorgelegd over het voorhanden hebben van rode laagbelaste gasolie (rode diesel) in een brandstoftank van een pleziervaartuig dat zowel elektrisch, als met behulp van een dieselmotor kan worden aangedreven. De vraag en het antwoord zijn hieronder opgenomen.

Vraag

[Regeling vervallen per 12-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 21-03-2008]

Een pleziervaartuig is voor het aandrijven uitgerust met een dieselmotor en een elektromotor (technische inrichting).

Op de schroefas is een gecombineerde dynamo/elektromotor bevestigd. Als het pleziervaartuig rechtstreeks wordt aangedreven door de dieselmotor draait de dynamo van de combinatie mee op de schroefas en produceert elektriciteit voor het opladen van tractieaccu’s. Als men elektrisch wil varen, wordt de elektromotor van de combinatie gebruikt voor de aandrijving waarbij elektriciteit van de tractieaccu’s wordt afgenomen.

Daarnaast is het pleziervaartuig voorzien van een afzonderlijk aggregaat voor het opwekken van elektriciteit die hoofdzakelijk is bestemd voor het opladen van de tractieaccu’s. De elektriciteit die door dit aggregaat word opgewekt kan ook, zonder tussenkomst van de tractieaccu’s, worden gebruikt voor de aandrijving van het pleziervaartuig door middel van de elektromotor van de eerder genoemde combinatie.

In de brandstoftank van de dieselmotor die rechtstreeks de schroefas aandrijft, bevindt zich hoogbelaste blanke gasolie (blanke diesel). In de brandstoftank die met het aggregaat is verbonden, bevindt zich rode diesel.

Mag in de brandstoftank van een aggregaat dat elektriciteit opwekt, aan boord van een pleziervaartuig, rode diesel voorhanden zijn ook als die elektriciteit, al dan niet rechtstreeks, mede is bestemd voor het aandrijven van het pleziervaartuig?

Antwoord

[Regeling vervallen per 12-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 21-03-2008]

Ja, het wordt toegestaan rode diesel voorhanden te hebben in de brandstoftank van een aggregaat dat elektriciteit opwekt, aan boord van een pleziervaartuig, indien die elektriciteit zowel voor verwarmings- en verlichtingsdoeleinden en dergelijke is bestemd, als ook voor het, al dan niet rechtstreeks, aandrijven van het pleziervaartuig.

Uit artikel 27, derde lid van de Wet op de accijns (de wet) volgt dat voor ander gebruik dan het aandrijven van pleziervaartuigen rode diesel mag worden gebruikt. Artikel 91, tweede lid, onderdeel a, van de wet verbiedt het voorhanden hebben van rode diesel in de brandstoftank van onder meer een pleziervaartuig. Het verbod heeft ten doel te voorkomen dat rode diesel wordt gebruikt voor doeleinden waarvoor dit niet is toegestaan.

Het komt voor dat aan boord van een pleziervaartuig twee brandstoftanks aanwezig zijn: een tank voor de aandrijving van het vaartuig en een tank voor het opwekken van elektriciteit ten behoeve van verlichting, verwarming en dergelijke. Goedgekeurd wordt dat in de brandstoftank bestemd voor de aandrijving van het aggregaat voor het opwekken van elektriciteit rode diesel aanwezig is, ook wanneer de opgewekte elektriciteit zoals in de vraag omschreven mede gebruikt wordt voor de aandrijving van het vaartuig.

Naar boven