Beleidsvoornemen en subsidieplafond Kleine Wapens Fonds 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 08-03-2003 t/m 31-12-2005

Besluit van 18 februari 2003, tot vaststelling van een beleidsvoornemen tot subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op de artikelen 1.1.6, 1.1.7, 1.1.10 en 2.1.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.1.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van het Kleine Wapens Fonds geldt vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2003 het als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsvoornemen. Voor deze periode geldt een subsidieplafond van € 300.000,-.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,
namens deze,

directeur-generaal Politieke Zaken

,

H.H. Siblesz

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Thematisch Beleidskader Kleine Wapens

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1. Het kleine-wapensprobleem

  • 2. Drie pijlers van het Nederlands beleid

  • 3. Strategie

1. Het kleine-wapensprobleem

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Wereldwijd zijn ruim een half miljard kleine wapens in omloop. Door het gebruik van kleine wapens vinden zo'n 500.000 mensen per jaar de dood, met name door criminaliteit en gewapende conflicten. Dat zijn ruim 1300 doden per dag. Naast het humanitaire leed vormt de kleine-wapensproblematiek een belemmering voor de ontwikkeling van een land.

De dreiging die uitgaat van ongecontroleerde verspreiding en accumulatie van kleine wapens en het risico van proliferatie naar criminele organisaties en terroristische groeperingen is sinds de gebeurtenissen op 11 september 2001 nog actueler geworden. Daarom hecht de regering groot belang aan de uitvoering van de afspraken die in VN-, OVSE- en EU-verband zijn gemaakt om de ongecontroleerde verspreiding van kleine wapens tegen te gaan.

Om illegale handel in kleine wapens tegen te gaan, is een adequate wet- en regelgeving inzake productie, handel, doorvoer en bezit van kleine wapens noodzakelijk. Er moet een goede controle zijn op de tussenhandel (brokering) in wapens. Wapens moeten traceerbaar zijn en derhalve zijn voorzien van een duidelijke markering. Bovendien moet er een registratie terzake worden bijgehouden en moet deze informatie kunnen worden uitgewisseld. Om te voorkomen dat kleine wapens in het illegale circuit terechtkomen, is adequaat voorraadbeheer, veilig transport en opslag en vernietiging van overtollige wapens noodzakelijk.

Er zijn zowel op mondiaal als op regionaal niveau een aantal belangrijke documenten en verklaringen aanvaard, zoals het Actieprogramma van de Verenigde Naties (VN), het Document inzake kleine wapens van de Organisatie voor Vrede en Stabiliteit in Europa (OVSE), de Joint Action van de Europese Unie (EU) en verklaringen van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Southern African Development Community (SADC), de Economic Community of West African States (ECOWAS) en de landen uit de Grote Meren Regio (Nairobi Declaration), waarin afspraken op deze terreinen zijn gemaakt.

De Nederlandse regering ondersteunt activiteiten die landen, die daar zelf niet toe in staat zijn, helpen bij de uitvoering van de internationale afspraken. Het Fonds Kleine Wapens van het ministerie van Buitenlandse Zaken is in het leven geroepen om concrete activiteiten die op de implementatie van bovengenoemde verklaringen zijn gericht, te ondersteunen.

2. Pijlers Nederlandse Kleine-Wapensbeleid

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het Nederlandse beleid inzake het tegengaan van ongecontroleerde verspreiding van kleine wapens steunt op drie pijlers:

  • 1. Tegengaan van illegale handel:

    Dat betekent dat wapens in het illegale circuit moeten worden opgespoord, dat wapens derhalve goed traceerbaar moeten zijn, dat adequaat voorraadbeheer moet plaatsvinden en een goede registratie terzake, dat transport van wapens goed moet worden beveiligd en dat landen worden geholpen bij de vernietiging van grote overtollige voorraden.

  • 2. Regulering legale handel:

    Het is echter niet denkbaar greep te krijgen op de illegale wapenhandel als de legale handel in wapens onvoldoende wordt gereguleerd. Hiervoor is van belang dat strikte wet- en regelgeving wordt gehanteerd op het gebied van productie, bezit, handel, tussenhandel (brokering) en doorvoer van kleine wapens.

  • 3. Wapenvernietiging:

    De derde pijler betreft het innemen, opslaan en vernietigen van overtollige kleine wapens. Dit kunnen ingezamelde- of geconfisqueerde kleine wapens zijn of overtollige voorraden van leger en politie.

3. Strategie

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Nederland geeft concreet invulling aan het beleid inzake kleine wapens door actief projecten te steunen in landen die moeten worden geholpen bij het bestrijden van het kleine-wapensprobleem. Deze hulp is in de eerste plaats gericht op ondersteuning van activiteiten ter implementatie van het VN-Actieprogramma of bestaande regionale verklaringen tegen illegale handel in kleine wapens. Nederland geeft de voorkeur aan projecten van NGO's en volkenrechtelijke organisaties die ervaring hebben met het opzetten en uitvoeren van projecten op het gebied van kleine wapens. Bovendien moet de ondersteuning van het project breed worden gedragen. Dat betekent dat Nederland in principe geen projecten steunt, zonder de bijdragen van andere donoren.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt jaarlijks maximaal 2,3 miljoen euro (5 miljoen gulden) beschikbaar voor het ondersteunen van de volgende projecten op het gebied van kleine wapens:

  • A. Implementatie van internationale afspraken in mondiale of regionale verklaringen en actieprogramma's

    Projecten die zijn gericht op de tenuitvoerlegging van de internationale afspraken die zijn gemaakt in het kader van de bestrijding van de illegale wapenhandel in al zijn aspecten. Dat betekent ook dat aandacht zal worden besteed aan de regulering van de legale handel. Nederland zal uitvoering geven aan mondiale en regionale afspraken die zijn vastgelegd in verschillende documenten, zoals bijvoorbeeld de EU-Joint Action, het OVSE-document inzake Kleine Wapens, het VN-Actieprogramma, het SADC-Actieprogramma en SADC-vuurwapenprototocol, de verklaringen van Nairobi en Bamako en het ECOWAS-moratorium.

    Nederland zal assistentie verlenen bij de implementatie van deze afspraken door het financieren van projecten die hiertoe bijdragen. Hierbij moet worden gedacht aan activiteiten op het gebied van:

    • 1. Het opzetten van een goed systeem van exportcontrole en het opstellen of harmoniseren van wet- en regelgeving inzake productie en handel in kleine wapens

    • 2. Training op het gebied van grenscontrole en uitwisseling van informatie

    • 3. Regulering van wapenhandelaren en brokers.

    • 4. Vernietiging van in beslag genomen wapens.

    • 5. Beveiliging en registratie van wapenvoorraden van de strijdkrachten en de politie.

    • 6. Het ontwikkelen van indicatoren voor het bepalen van overtollige voorraden kleine wapens.

    • 7. Het ontwikkelen van een mechanisme voor het markeren en traceren van kleine wapens

    • 8. Het organiseren van activiteiten die er toe bijdragen dat het uitvoeren van de internationale afspraken efficiënter kan plaatsvinden, zoals het opstellen van nationale actieplannen en het opzetten van nationale en regionale `focal points' .

  • B. Wapeninzameling en -vernietiging:

    Nederland steunt activiteiten op het gebied van wapeninzameling en wapenvernietiging.

  • C. Bewustwording en Onderzoek:

    Activiteiten op het gebied van bewustwording en onderzoek die concreet bijdragen aan de oplossing of aan de verduidelijking van het kleine-wapensprobleem worden door het ministerie van Buitenlandse zaken ondersteund. Ook activiteiten gericht op versterking van het beleid, waaronder het verrichten van studie naar een juridisch bindend instrument voor brokering of de traceerbaarheid van wapens, of activiteiten die tot doel hebben de voortgang van de implementatie te bevorderen of de assistentie daarbij beter te organiseren, kunnen worden gefinancierd uit het Fonds Kleine Wapens.

    De projectvoorstellen dienen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (DVB/WW) te worden ingeleverd en worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Projecten die niet aan de binnen het beleidskader geformuleerde eisen vallen, komen niet voor ondersteuning in aanmerking. Voor wat betreft het budget dat beschikbaar is voor subsidies wordt een keer per jaar een subsidieplafond gepubliceerd. De aanvrager dient rekening te houden met het official development assistance(ODA)-karakter van het Fonds. Dit houdt in dat alleen projecten in aanmerking komen in landen genoemd onder deel een van de DAC-lijst van de OESO.

Naar boven