Subsidieregeling Internationalisering 2004

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 22-07-2003 t/m heden

Subsidieregeling Internationalisering 2004

Deze regeling vervangt per 1 september 2003 de regeling Internationalisering 2003 van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten.

1. Doel van de subsidieregeling

Het internationale beleid van het Fonds is erop gericht, in het verlengde van het landelijk beleid, de internationale kwaliteit en verscheidenheid van de Nederlandse podiumkunsten en amateurkunst en de aanwezigheid daarvan in het buitenland te bevorderen.

Onder podiumkunsten verstaat het Fonds kunsten op het gebied van muziek, muziektheater, dans, toneel, mime, jeugdtheater, poppen- en objecttheater, en mengvormen van genoemde (sub)disciplines, al dan niet in combinatie met nieuwe media.

Onder een amateurkunstbeoefenaar wordt verstaan iemand die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, actief is op het terrein van de kunsten, met in begrip van de sector volkscultuur.

Activiteiten die plaatsvinden binnen of gericht zijn op het primair, voortgezet en hoger onderwijs, alsmede reguliere activiteiten van kunsteducatie-instellingen komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

De subsidieregeling Internationalisering maakt onderscheid tussen reguliere buitenland activiteiten die worden gefinancierd vanuit de Cultuurnota en activiteiten die zijn gericht op de intensivering van het internationaal cultuurbeleid. De laatste categorie wordt gefinancierd vanuit HGIS Cultuurmiddelen. Deze middelen worden telkens voor een periode van twee jaar aan het Fonds ter beschikking gesteld.

Aanvragen voor Gebundelde presentaties, Internationale samenwerkingsprojecten, Internationale festivals en Nederland Vrijhaven worden door het Fonds gefinancierd uit door de ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor dit doel beschikbaar gestelde HGIS Cultuurmiddelen.

Voor aanvragen in het kader van de regeling Internationalisering 2004, de onderdelen Gebundelde presentaties, Internationale samenwerkingsprojecten, Internationale festivals en Nederland Vrijhaven geldt daarom dat hiervoor uitsluitend een aanvraag kan worden ingediend bij of het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten of de HGIS Cultuurcommissie.

Een aanvraag voor Gebundelde presentaties, Internationale samenwerkingsprojecten en Nederland Vrijhaven waarvan het gevraagd bedrag hoger is dan 113.444 euro moet worden ingediend bij de HGIS Cultuurcommissie.

Aanvragers kunnen dus niet voor hetzelfde project een beroep doen op zowel het Fonds als op de HGIS Cultuurcommissie.

2. Aard van de aanvragen

Een bijdrage wordt verstrekt in de kosten die door in Nederland gevestigde amateurkunstenaars of professionele podiumkunstenaars worden gemaakt voor het ontwikkelen en uitvoeren van internationale activiteiten. Voor de specifieke aard van de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, wordt verwezen naar het desbetreffende onderdeel van de subsidieregeling.

Een in Nederland gevestigde amateurkunstenaar of professionele podiumkunstenaar beschikt over de Nederlandse nationaliteit of heeft zich in Nederland of de Europese Unie gevestigd. Indien een amateurkunstenaar of professionele podiumkunstenaar van buiten de Europese Unie zich in Nederland vestigt, dient deze desgevraagd een kopie van de verblijfsvergunning te overleggen.

Zowel meerjarig gesubsidieerde gezelschappen als niet-meerjarig gesubsidieerden kunnen een aanvraag indienen. Meerjarig gesubsidieerden (door het Fonds of door het ministerie van OCenW) kunnen alleen een beroep op de subsidieregeling Internationalisering doen, indien de omvang van het gevraagd subsidie in redelijke verhouding staat tot het totale beschikbare budget van de regeling én tot de hoogte van het beschikbaar meerjarig subsidie van het gezelschap.

De regeling Internationalisering 2004 kent de volgende onderdelen, waarvan de subsidievoorwaarden verderop nader worden uitgewerkt:

  • I presentaties en profilering van Nederlandse amateurkunst in het buitenland

  • II (gebundelde) presentaties van Nederlandse professionele podiumkunsten in het buitenland

  • III internationale samenwerkingsprojecten van professionele podiumkunstenaars

  • IV Nederland Vrijhaven

  • V Internationale festivals in Nederland

Voor de onderdelen [III], [IV] en [V] geldt dat de activiteiten bij voorkeur plaats dienen te vinden in of met de prioriteitslanden zoals zij zijn vastgesteld in het kader van het internationaal cultuurbeleid of met kunstenaars uit deze landen. Dit geldt eveneens voor aanvragen onder [I] voor zover zij om de profilering van de amateurkunst in het buitenland gaan en voor aanvragen onder [II], voor zover het om gebundelde presentaties gaat.

Het gaat om de volgende landen:

Canada, Egypte, Indonesië, Japan, Marokko, de Russische Federatie, Suriname, Turkije, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika en de huidige en toekomstige lidstaten van de Europese Unie, met een bijzondere aandacht voor: België (Vlaanderen), Duitsland, Estland, Frankrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

3. Beschikbaar budget

Het bestuur van het Fonds stelt het beschikbare budget voor de subsidieregeling Internationalisering 2004 en de verschillende onderdelen vast. Subsidie wordt slechts verleend voorzover de middelen van het Fonds toereikend zijn. Onder meer vanwege de beperkte hoeveelheid middelen kan het Fonds niet alle aanvragen honoreren en evenmin gehonoreerde aanvragen voor het gevraagde bedrag honoreren.

4. Aanvraag- en beslistermijn, vertrekdatum, repetitie- en onderzoeksperiode

U kunt uw aanvraag voor een subsidie Internationalisering in principe het gehele jaar indienen. De activiteiten beginnen niet later dan op 31 december 2004 voor wat betreft de onderdelen die gefinancierd worden uit HGIS Cultuurmiddelen. Als het gaat om presentaties en profilering van Nederlandse amateurkunst in het buitenland en presentaties van Nederlandse professionele podiumkunsten in het buitenland vangen de activiteiten niet later aan dan 31 december 2005.

Tot uiterlijk 10 weken voor het geplande vertrek naar het buitenland kunt u uw aanvraag indienen voor:

  • I presentaties en profilering van Nederlandse amateurkunst in het buitenland

  • II (gebundelde) presentaties in het buitenland van professionele podiumkunsten

Tot uiterlijk 13 weken voor aanvang van het project, dat wil zeggen start van de repetities respectievelijk van de feitelijke activiteit, kunt u uw aanvraag indienen voor:

  • III internationale samenwerkingsprojecten van professionele podiumkunstenaars

  • IV Nederland Vrijhaven

Voor:

  • V internationale festivals in Nederland voor het jaar 2004 kunt u uiterlijk tot vrijdag 17 oktober 2003 indienen (voor 15.00 uur).

U ontvangt ongeveer 10 weken na indiening bericht of uw aanvraag al dan niet wordt gehonoreerd of de voorwaarden waaronder een reservering omgezet kan worden in een subsidieverlening.

Is uw aanvraag te laat ontvangen dan wordt deze niet in behandeling genomen.

5. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel. Op het aanvraagformulier geeft u aan op welk onderdeel van de subsidieregeling u een beroep doet. Per onderdeel staat gespecificeerd welke gegevens vereist zijn in een gemotiveerd plan, welke begroting u indient en welke bijlagen voor de beoordeling noodzakelijk zijn.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud);

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen.

6. Werkwijze

Zo spoedig mogelijk na de ontvangst van uw aanvraag zendt het Fonds u een ontvangstbevestiging. Hierna wordt getoetst of uw aanvraag past binnen de regeling en volledig en op tijd is ingediend. Over het besluit van het Fonds volgt altijd schriftelijk bericht. Desgevraagd retourneert het Fonds van een niet in behandeling genomen aanvraag acht exemplaren.

Het bestuur van het Fonds legt een in behandeling genomen aanvraag voor aan een adviescommissie. Het Fonds benoemt adviseurs op basis van hun specifieke deskundigheid en voor een periode van twee aaneengesloten seizoenen, met een mogelijkheid van verlenging met eenmaal twee aaneengesloten seizoenen. Een adviescommissie bestaat uit een voorzitter en minimaal drie leden. Het bestuur van het Fonds stelt de adviescommissie samen. Vergaderingen van adviescommissies zijn niet openbaar.

Deze commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag aan de hand van de criteria zoals vermeld in betreffend onderdeel van de subsidieregeling. De commissie preadviseert voor het onderdeel [I] presentaties en profilering van Nederlandse amateurkunst in het buitenland het college van advies amateurkunst.

Voor de overige onderdelen [II], [IIII], [IV], [V] preadviseert de commissie het college van advies professionele podiumkunsten. Elk college van advies bestaat uit een externe voorzitter

en een door het bestuur te bepalen aantal externe leden en de voorzitters van de adviescommissies. Vergaderingen van het college van advies zijn niet openbaar. Het college van

het advies brengt advies uit aan het bestuur.

Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen informatie verstrekt.

Het bestuur besluit in beginsel uiterlijk 10 weken na ontvangst van uw aanvraag. Het besluit van het bestuur bestaat uit de subsidiebeschikking met daarbij de motivatie, het uitgebrachte advies.

Wanneer uw aanvraag wordt gehonoreerd, berichten wij u het maximaal verleende subsidie of de voorwaarden waaronder een reservering kan worden omgezet in een subsidieverlening. Aan een subsidie zijn verplichtingen verbonden zoals vermeld in paragraaf 7 Subsidieverplichtingen en zoals eventueel aanvullend opgenomen in de beschikking.

Aan het honoreren van een aanvraag Internationalisering kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking tot de honorering van een volgende aanvraag en/of een met betreffende activiteiten verband houdende aanvraag.

7. Subsidieverplichtingen

7.2. Administratieve organisatie

Op verzoek van het Fonds dient u een volledig overzicht van uw financiële situatie te overleggen. U zorgt ervoor dat de doelstelling van het onderzoek of de productie op doelmatige en financieel verantwoorde wijze wordt nagestreefd en uitgevoerd. Ook zorgt u er voor dat de administratie en de organisatie met betrekking tot het onderzoek of de productie op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd en dat de administratie een juist, volledig en actueel beeld geeft van het (financiële) verloop van het onderzoek of de productie. De administratie en de daarbij behorende bewijsstukken bewaart u ten minste gedurende vijf jaren na de vaststelling van het subsidie.

7.3. Wijzigingen in uw voorgenomen activiteiten

Het subsidie is uitsluitend bestemd voor de uitvoering van de in de beschikking genoemde activiteiten, binnen de in de beschikking genoemde periode. Wanneer zich substantiële wijzigingen voordoen in de planning of anderszins inhoudelijk en/of financieel, dient u het Fonds daarvan per omgaande schriftelijk in kennis te stellen.

Als substantieel worden in ieder geval aangemerkt:

  • - wijziging van inhoud, vorm of artistiek concept van uw voorgenomen activiteiten;

  • - wijziging van de kern van artistiek medewerkers of hun functie binnen uw voorgenomen activiteiten;

  • - wijziging van de kern van zakelijk of productiemedewerkers of hun functie binnen uw voorgenomen activiteiten;

  • - wijziging van de periode waarin uw activiteiten plaatsvinden;

  • - wijziging van het aantal voorstellingen of concerten of de mate van spreiding.

De eerste drie genoemde wijzigingen worden in principe opnieuw door een commissie beoordeeld. Op basis van dit advies blijft de oorspronkelijke subsidieverlening in stand of wordt het subsidie verminderd of ingetrokken.

Bij wijziging van de periode waarin de activiteiten plaatsvinden, blijft de oorspronkelijke subsidieverlening in stand als de activiteiten weliswaar later maar nog steeds in hetzelfde seizoen plaatsvinden. Wijziging leidt in principe tot intrekking van het subsidie als de activiteiten pas in een volgend seizoen plaatsvinden.

Bij wijziging van het aantal activiteiten of de mate van spreiding kan het subsidie evenredig worden verminderd of worden ingetrokken.

De intrekking of wijziging werkt terug tot het tijdstip waarop het subsidie is verleend, tenzij bij het besluit tot intrekking of wijziging anders is bepaald.

7.4. Verzoek om een voorschot

U kunt een voorschot van maximaal 90% van het verleende subsidie verkrijgen. Een verzoek om een voorschot bestaat uit:

  • - Een opgave van uw (post)bankrekeningnummer waarop bevoorschotting dient plaats te vinden. Deze opgave dient ondertekend te zijn door de penningmeester van uw instelling.

Voor gebundelde presentaties, internationale samenwerkingsprojecten, Nederland Vrijhaven en internationale festivals in Nederland verwachten wij tevens:

  • - een speelplan, waaruit blijkt dat u het in uw aanvraag genoemde aantal voorstellingen realiseert. Indien het aantal voorstellingen en/of de mate van spreiding afwijkt van uw aanvraag dient u hiervoor redenen aan te geven. substantiële verschillen kunnen leiden tot wijziging of intrekking van deze toekenning. Wij ontvangen graag een kopie van de optie en/of definitieve contracten.

  • - een herziene begroting. Wij verzoeken u gebruik te maken van bijgevoegd model. In het dekkingsplan verantwoordt u als bijdrage van het fonds te hoogste het toegekende subsidie. De herziene begroting dient ondertekend te zijn door de penningmeester van uw instelling.

Na tijdige ontvangst en goedkeuring van deze gegevens ontvangt u ongeveer 3 maanden voor de première datum of vertrek naar het buitenland een eerste voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie, ongeveer 6 weken voor de premièredatum een tweede voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie en ongeveer 2 weken voor de premièredatum een derde voorschot ter grootte van 30% van het verleende subsidie.

7.5. Verzoek tot vaststelling van het subsidie

Uiterlijk drie maanden na afloop van de uitvoering van het plan dient u een verantwoording in. Wanneer dit wordt nagelaten, kan het Fonds in ieder geval besluiten de subsidieverlening in te trekken of het subsidiebedrag te verlagen.

7.6. Verantwoording van het subsidie

Een verantwoording bestaat uit een activiteitenoverzicht, een inhoudelijk en financieel verslag, en, indien vereist, een goedkeurende accountantsverklaring.

Het activiteitenoverzicht bevat een opgave van aantal en spreiding van de activiteiten en van het deelnemers- en/of bezoekersaantal. Het is voorzien van:

  • - recensies, uitkomsten van bezoekersonderzoek, waaruit de publiekswaardering blijkt;

  • - een evaluatie van publieksbereik en -waardering in relatie tot de begrote en gerealiseerde publieksinkomsten.

In het inhoudelijk verslag wordt het oorspronkelijke plan geëvalueerd. De inhoudelijke verantwoording bevat ten minste de volgende elementen:

  • - een korte omschrijving van inhoud, vorm en artistiek concept van uw activiteiten en van de werkmethode;

  • - een artistieke evaluatie: een gemotiveerd oordeel over de vraag of en in hoeverre de artistieke doelstellingen van de activiteiten zijn gerealiseerd.

Het financieel verslag bevat een overzicht van de werkelijke uitgaven en verkregen inkomsten. De opzet van dit verslag sluit aan bij de ingediende (herziene) begroting conform het model van het Fonds en de bepalingen in de subsidieregeling Onderzoek en producties 2004. Afwijkingen van 5% of meer ten opzichte van de (herziene) begroting licht u nader toe.

Een accountantsverklaring is niet vereist indien de begrote lasten verbonden aan een onderzoek of een productie 250.000 euro niet overschrijden en het maximaal verleend subsidie minder dan 25.000 euro bedraagt. In alle andere gevallen is een accountantsverklaring vereist. De accountantsverklaring wordt verstrekt door een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring betreft de naleving van de subsidiebepalingen door de subsidieontvanger overeenkomstig het controleprotocol in bijlage 1 en is ingericht conform het opgenomen model accountantsverklaring in bijlage 2 van de regeling Onderzoek en producties 2004. U draagt er zorg voor dat uw accountant meewerkt aan door een externe accountant of medewerkers van het Fonds desgewenst in te stellen onderzoeken naar de door uw accountant verrichte werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn inbegrepen in het subsidie.

7.7. Verwerven van eigendommen en/of vorming van vermogen

Indien het subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot de vorming van vermogen, bent u daarvoor aan het Fonds een door het Fonds te bepalen vergoeding verschuldigd. De vergoeding is slechts verschuldigd indien:

  • - u de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;

  • - u een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van de voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

  • - de activiteiten waarvoor subsidie is verleend geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

  • - de verlening wordt ingetrokken of het subsidie wordt beëindigd of

  • - de rechtspersoon die het subsidie ontving, wordt ontbonden.

Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt. Een vergoeding is niet verschuldigd indien de ontvanger aan betreffende eigendommen een door het Fonds te bepalen bestemming geeft.

7.8. Vaststelling en verrekening van het subsidie

Het Fonds streeft ernaar binnen zes weken na ontvangst van de verantwoording het subsidie vast te stellen. Het subsidie kan evenwel nooit meer bedragen dan het verleende bedrag of het tekort op de afrekening.

Binnen veertien dagen na deze vaststelling wordt het subsidie onder verrekening van reeds betaalde voorschotten per bank uitbetaald. Tenzij het Fonds heeft besloten tot verrekening op andere wijze stort u het teveel ontvangen en/of de ten onrechte betaalbaar gestelde voorschotten binnen veertien dagen na ontvangst daarvan terug.

7.9. Intellectuele eigendom

Bij subsidieverlening geeft de aanvrager het Fonds toestemming om delen van het inhoudelijk en financieel eindverslag of overige op de aanvraag van toepassing zijnde documentatie (inclusief beeldmateriaal) openbaar te maken of anderszins te presenteren of te verveelvoudigen, zonder dat de aanvrager daarvoor een vergoeding ontvangt. Openbaarmaking, presentatie of verveelvoudiging vindt uitsluitend plaats ter verantwoording van de werkzaamheden van het Fonds.

8. Bezwaar

Op de subsidieregelingen van het Fonds is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Een belanghebbende kan bezwaar maken tegen een besluit van het Fonds. De mogelijkheden tot bezwaar worden in voorkomende gevallen in de correspondentie vermeld. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift gericht aan het bestuur van het Fonds. De termijn hiervoor bedraagt zes weken. Het bezwaarschrift vermeldt in ieder geval wie de indiener is en bevat de redenen van het bezwaar. De werkwijze is voor bezwaar ontvankelijk; het kwaliteitsoordeel van adviseurs is dat niet. De bezwaarschriftenprocedure heeft geen schorsende werking.

Als het bezwaarschrift ontvankelijk is, stelt het Fonds de belanghebbende in de gelegenheid te worden gehoord door een interne bezwaarschriftencommissie. De indiener heeft dan de mogelijkheid om zijn bezwaren nog eens mondeling toe te lichten of zijn bezwaarschrift aan te vullen met nieuwe gronden. Van het horen wordt een verslag gemaakt dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan belanghebbende.

Let wel: Als een aanvrager gebruik maakt van de bezwaarschriftenprocedure kan deze aanvrager niet gelijktijdig dezelfde aanvraag opnieuw indienen.

Bijlage 1. Controleprotocol

Bij de controle omtrent naleving van de subsidiebepalingen wordt aan de in subsidieverplichtingen Internationalisering 2004 wordt aan de in paragraaf 7, Subsidieverplichtingen, vermelde onderdelen de daarbij aangegeven aandacht besteed:

Onderdeel

Soort aandacht

administratieve organisatie

normale aandacht

wijzigingen van de activiteiten

speciale aandacht

verzoek om voorschot

procedurele aandacht

verwerven van eigendommen

speciale aandacht

vorming van vermogen

speciale aandacht

verantwoording van het subsidie

normale aandacht

Toelichting

Onder normale aandacht wordt verstaan controle met de diepgang van een jaarrekeningcontrole zoals omschreven in Richtlijn 200 en verder van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (Koninklijk NIVRA, Amsterdam, 1996).

Onder procedurele aandacht wordt verstaan controle op het bestaan en de werking van procedures, die in het leven zijn geroepen om aan bepaalde voorschriften te voldoen overeenkomstig paragraaf 2 van Richtlijn 400 van de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (Koninklijk NIVRA, Amsterdam, 1996). Zoals gebruikelijk is bij de accountantscontrole op departementale rekeningen wordt het accountantscontrolerisico gesteld op 5%.

Onder speciale aandacht wordt verstaan controle waarbij nadrukkelijk wordt bezien of de desbetreffende voorschriften zijn nageleefd. Deze controle wordt uitgevoerd met dezelfde diepgang als gebruikelijk is bij de accountantscontrole op de departementale rekeningen. Dat betekent dat een goedkeuringstolerantie van 1% bij een accountantscontrolerisico van 5% gehanteerd wordt.

Met betrekking tot de aandacht die door de accountant aan administratie en organisatie moet worden gegeven, wordt het volgende opgemerkt. Het is geenszins de bedoeling dat door de accountant op grond van dit artikel een doelmatigheidsonderzoek wordt gedaan. Van de accountant wordt verwacht dat hij zich bij zijn oordeelsvorming laat leiden door binnen het maatschappelijk verkeer algemeen aanvaarde uitgangspunten met betrekking tot het financieel beheer. Met andere woorden: een oordeel of de subsidieontvanger zich als een goed huisvader over de toegewezen gelden heeft ontfermd. Aan de niet-genoemde onderdelen van de subsidieregeling behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat kennisneming daarvan noodzakelijk is teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten. In de subsidiebeschikking kunnen aanvullende bepalingen zijn opgenomen. De accountant neemt van de subsidiebeschikking kennis en betrekt de naleving van de daarin eventueel opgenomen (nadere) subsidiebepalingen in zijn controle. Voor zover de subsidiebepalingen niet zijn nageleefd maakt de accountant hiervan melding in zijn verklaring.

Bijlage 2. Model accountantsverklaring

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 2.1.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 2.2.)

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 2.3.).

Accountantsverklaring

afgegeven ten behoeve van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten

Opdracht

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording van ... (naam subsidie-ontvanger) te ... (plaats) gecontroleerd.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en met in achtneming van het controleprotocol als bijlage I gevoegd bij de subsidieregeling Internationalisering 2004 van het Fonds. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen, dat de subsidiedeclaratie geen onjuistheden van materieel belang bevat.

Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van deze bedragen en de toelichtingen in de subsidiedeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel (indien goedkeurend)

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording bestaande uit het activiteitenoverzicht, het inhoudelijk en financieel verslag aangevende een bedrag van € ... aan subsidiabele lasten, ... subsidiabele uitvoeringen en ... deelnemers/bezoekers voldoet aan de subsidiebepalingen inzake de verantwoording.

Tevens delen wij mede dat de subsidiebepalingen de regeling Internationalisering van het Fonds en de nader gestelde subsidiebepalingen in brief met kenmerk ..., d.d. ... zijn nageleefd.

Indien geen goedkeurende accountantsverklaring kan worden afgegeven gelieve u volgens de NIVRA-tekstvoorbeelden een anderszins verklaring af te geven.

Plaats en datum

Handtekening

Naam accountant

Naam accountantskantoor

Adres

Postcode en woonplaats

Telefoon

I. Presentaties en profilering van Nederlandse amateurkunst in het buitenland

1. Aard van de aanvragen

In het kader van deze onderdelen kan een tegemoetkoming verstrekt worden in de kosten voor deelname aan festivals, wedstrijden, congressen of andere evenementen in het buitenland, die van een dusdanig artistiek - inhoudelijk niveau zijn dat zij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de Nederlandse amateurkunst.

Vanuit HGIS-Cultuurmiddelen kan een bijdrage worden verleend voor voorstellingen, tournees en samenwerkingsprojecten in het buitenland die de Nederlandse amateurkunst in het buitenland profileren. Voorrang wordt gegeven aan de prioriteitslanden. Dit zijn Canada, Egypte, Indonesië, Japan, Marokko, de Russische Federatie, Suriname, Turkije, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en de huidige en toekomstige lidstaten van de Europese Unie, met een bijzondere aandacht voor: België (Vlaanderen), Duitsland, Estland, Frankrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

2. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 2.1.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 2.2.)

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 2.3.).

2.1. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal 4 A4-tjes waarin u een inhoudelijke en organisatorische beschrijving geeft van uw activiteiten. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven. Het bevat de volgende informatie:

  • 1. De voorgenomen activiteit.

  • 2. Een beschrijving van de groep.

  • 3. De uit te voeren voorstelling c.q. het uit te voeren repertoire.

  • 4. Beantwoordt de volgende vragen over het podium of evenement.

    Waarom behoort het evenement tot de belangrijkere op het betreffende terrein van de amateurkunst? Welke groepen treden er op? Op basis van welke criteria worden de groepen geselecteerd? Kent het evenement een randprogramma (bijvoorbeeld workshops)? Is er sprake van een beoordeling door een jury? Wie zijn de juryleden (indien van toepassing)? Heeft u eerder aan het evenement deelgenomen? Waarom wilt u aan het betreffende evenement deelnemen?

  • 5. Op welke wijze levert het project een bijdrage aan de ontwikkeling van de groep en aan de sector amateurkunst in Nederland? Op welke wijze draagt het project bij aan de profilering van de Nederlandse cultuur in het buitenland?

  • 6. Wat zijn de namen, kwalificaties, eerdere werkervaring van de personen die in artistiek-inhoudelijk opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project (dirigent, regisseur, etc.)?

  • 7. Wat is de tijdsplanning van de reis inclusief specifieke data en locaties van de optredens?

  • 8. Hoe wordt aan het project en de resultaten, met inbegrip van de kwantitatieve gegevens (bijvoorbeeld door publicaties) in Nederland bekendheid gegeven?

  • 9. Wat is de financiële bijdrage van de uitnodigende instantie en waaruit bestaat deze?

  • 10. Heeft u, behalve bij het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, ook elders subsidie aangevraagd? Zo ja, bij wie en voor welke bedragen?

  • 11. Zijn er aspecten die in het voorafgaande niet aan bod zijn gekomen en die u van belang vindt voor een zorgvuldige beoordeling van uw aanvraag, beschrijft u die dan beknopt.

2.2. Begroting

Op het begrotingsmodel staat het onderdeel van de regeling vermeld waarop het van toepassing is. U maakt gebruik van betreffend model.

In het algemeen gaat het Fonds er bij honorering van een aanvraag van uit dat zowel de aanvrager als de uitnodigende instantie zich inspant voor een zo hoog mogelijke eigen bijdrage. Bij de beoordeling van de begroting wordt uitgegaan van een minimale eigen bijdrage van€ 25 per persoon per dag, waarbij de dag van vertrek en de dag van aankomst als één wordt gerekend. Het reisdoel speelt een belangrijke rol bij de hoogte van de eigen bijdrage. Indien u over een BTW nummer beschikt, dient u baten en lasten exclusief omzetbelasting op te nemen.

Overige subsidies en overige inkomsten

Vermeldt in de begroting welke andere subsidiënten en sponsors u heeft benaderd. In het algemeen zal er bij de bepaling van het te verlenen subsidiebedrag van worden uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Het verdient aanbeveling tijdig een aanvraag in te dienen bij de gemeente en/of provincie van vestiging. subsidiëring door particuliere fondsen (o.a. VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsors behoort in sommige gevallen ook tot de mogelijkheden.

2.3. Voor de beoordeling van de noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - curricula vitae van de personen die in artistiek-inhoudelijk opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project (dirigent, regisseur, etc.; in negenvoud).

  • - bij presentaties, een uitnodiging van het podium of het evenement of bij samenwerkingsprojecten een kopie van de samenwerkingsovereenkomst (in enkelvoud).

  • - een prijsopgave van het reisbureau met betrekking tot de begrote reiskosten (in enkelvoud).

Het is van belang dat foto's, illustraties, videobanden, geluidsbanden CD's voorzien zijn van de naam van de aanvrager en van de titel van het onderzoek of de productie. U kunt op het aanvraagformulier aangeven of u dit materiaal na afloop van de bezwaartermijn terug wilt ontvangen.

3. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag in het kader van het onderdeel presentatie en profilering van Nederlandse amateurkunst in het buitenland aan de hand van de volgende specifieke criteria:

Artistieke kwaliteit

De artistieke kwaliteit van de deelnemer(s), van het programma (is het repertoire bijzonder en/of van Nederlandse herkomst) en de mate waarin deelname aan de activiteit een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de amateurkunstsector in Nederland en/of de mate waarin het project een positieve bijdrage levert aan de profilering van de Nederlandse amateurkunst in het buitenland.

Kwaliteit of uitstraling van het podium of evenement

Voorwaarde is dat het podium of het evenement in het buitenland voldoende kwaliteit en uitstraling biedt. Aandachtspunten in dit verband zijn het kwalitatieve niveau van de programmering, het randprogramma (workshops e.d.) en de eventuele jurering.

Alleen indien een aanvraag voldoet aan deze specifieke beoordelingscriteria, beoordeelt de commissie aan de hand van de volgende aanvullende criteria. Het Fonds geeft voorrang aan aanvragen die aan één of meer van de volgende aanvullende criteria voldoen.

Culturele diversiteit

Is er sprake van projecten waarbij het team van deelnemers cultureel divers is samengesteld en waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de werving van cultureel divers samengesteld publiek?

Jeugd/jongeren

Is er sprake van activiteiten specifiek gericht op jeugd/ jongeren?

Prioriteitslanden

Voorrang wordt gegeven aan activiteiten in of met prioriteitslanden.

II. (gebundelde) presentaties van nederlandse professionele podiumkunsten in het buitenland

1. Aard van de aanvragen

In Nederland gevestigde professionele podiumkunstenaars, die op uitnodiging van een podium of evenement in het buitenland een presentatie geven van artistiek waardevolle en voor de Nederlandse podiumkunsten representatieve voorstellingen of concerten, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten hiervan. Voorwaarde is dat het podium of het evenement in het buitenland voldoende kwaliteit en uitstraling heeft. Het Fonds streeft naar een evenwichtige presentatie van de verschillende podiumkunstdisciplines. In geval van theater en dans geldt dat de voorstelling eerder in Nederland vertoond is.

Gebundelde presentatie

Een gebundelde presentatie van Nederlandse voorstellingen en concerten vindt altijd plaats tijdens evenementen of op podia in één van de prioriteitslanden. Dit zijn Canada, Egypte, Indonesië, Japan, Marokko, de Russische Federatie, Suriname, Turkije, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en de huidige en toekomstige lidstaten van de Europese Unie, met een bijzondere aandacht voor: België (Vlaanderen), Duitsland, Estland, Frankrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

De bundeling moet een intensivering zijn van het internationaal cultuurbeleid, dat wil zeggen meer dan de optelsom van de verschillende presentaties. Bijvoorbeeld door het vertonen van verschillende podiumkunstdisciplines door een buitenlands festival of gerenommeerd podium vanuit een helder artistiek-inhoudelijk concept. Of door het vertonen van verschillende vormen van een discipline op een zodanige manier dat een representatief beeld wordt gegeven van de kwaliteit en diversiteit in Nederland van die discipline.

Bovendien gaat een gebundelde presentatie gepaard met een randprogramma van workshops, masterclasses en/of lezingen die het getoonde plaatsen in de bredere context van de discipline(s) in Nederland en die de (professionele) bezoekers aan de presentaties op een directe manier laten kennismaken met de tot stand koming van de getoonde producties.

De gebundelde presentatie dient ook in organisatorisch opzicht en qua pr-marketing gedegen te worden voorbereid.

Het verdient dan ook aanbeveling met betrekking tot de organisatie (van het randprogramma) contact op te nemen met het betreffende sectorinstituut (voor theater en dans het Theater Instituut Nederland, voor muziek bijvoorbeeld met Muziekgroep Nederland of Gaudeamus).

2. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 2.1.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 2.2.);

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 2.3.).

2.1. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal 4 A4-tjes waarin u een inhoudelijke en organisatorische beschrijving geeft van uw activiteiten. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven. Het bevat de volgende informatie:

  • 1. De voorgenomen activiteit.

  • 2. Een beschrijving van de groep.

  • 3. De uit te voeren voorstelling c.q. het uit te voeren repertoire.

  • 4. Beantwoordt de volgende vragen over het podium of evenement.

    Geniet het betreffende festival, podium of organisatie internationale bekendheid en waaruit valt dit af te leiden? Heeft u eerder op uitnodiging van het land, het festival, het podium of de organisatie één of meer voorstellingen of concerten gepresenteerd en zo ja, waar en wanneer?

    Waarom wilt u in het betreffende land en op het betreffende evenement of podium uw voorstellingen of concerten wilt presenteren?

  • 5. Heeft u de verwachting dat het presenteren van uw voorstellingen of concerten een bijdrage levert aan een meer permanente relatie met de uitnodigende instantie?

  • 6. Op welke wijze levert de presentatie in het buitenland een bijdrage aan de ontwikkeling van de groep en aan de podiumkunsten in Nederland? Op welke wijze draagt het project bij aan de profilering van de Nederlandse cultuur in het buitenland?

  • 7. Vermelding van de medewerkers en uitvoerenden (curricula vitae bijvoegen)

  • 8. Wat is de tijdsplanning van de reis inclusief specifieke data en locaties van de optredens.

  • 9. Op welke wijze geeft u in Nederland bekendheid aan de voorstellingen of concerten in het buitenland en de resultaten, met inbegrip van de kwantitatieve gegevens?

  • 10. Wat is de financiële bijdrage van de uitnodigende instantie en waaruit bestaat deze bijdrage?

  • 11. Welke financiële inspanning levert u zelf? Wat is uw eigen bijdrage?

  • 12. Heeft u, behalve bij het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, ook elders subsidie aangevraagd? Zo ja, waar en voor welke bedragen?

  • 13. Zijn er aspecten die in het voorafgaande niet aan bod zijn gekomen en die u van belang vindt voor een zorgvuldige beoordeling van uw aanvraag, beschrijft u die dan beknopt.

Toevoegen in het geval van gebundelde presentaties

  • 14. Beschrijf de meerwaarde van de bundeling van de betreffende voorstellingen en concerten.

  • 15. Geef een beschrijving van het randprogramma.

2.2. Begroting

Op het begrotingsmodel staat het onderdeel van de regeling vermeld waarop het van toepassing is. U maakt gebruik van betreffend model.

  • 1. Baten en lasten dient u zo volledig mogelijk te begroten. Als u over een BTW-nummer beschikt, dan begroot u baten en lasten exclusief omzetbelasting.

  • 2. Het Fonds verzoekt u de begrotingsposten zoveel mogelijk te specificeren en indien u dit nodig acht een toelichting bij uw begroting te voegen.

  • 3. Ter bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie gelden de volgende richtlijnen:

In het algemeen gaat het Fonds er bij verlening van subsidie van uit dat zowel de aanvrager als de uitnodigende instantie zich inspant voor een zo hoog mogelijke eigen bijdrage. Indien aan aanvrager in het kader van de Cultuurnota 2001-2004 door het ministerie van OCenW subsidie is verleend, wordt in de vaststelling van de hoogte van het subsidie rekening gehouden met de hoogte van het meerjarige subsidie.

Overige subsidies en overige inkomsten

In beginsel wordt er van uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Te denken valt aan particuliere fondsen (onder andere VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsoren. Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten en/of sponsors u heeft benaderd. Vermeld ook of u subsidie heeft gevraagd bij gemeente of provincie.

Voorzover u voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan (zoals Mondriaan Stichting, Nederlands Fonds voor de Film) neemt u deze op in de begroting onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag.

Subsidie die gedurende de subsidieperiode van andere bestuursorganen is of wordt verkregen voor dezelfde activiteiten als waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie is verleend, wordt in mindering gebracht op het verleende subsidie.

2.3. Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - curricula vitae van de personen die in artistiek-inhoudelijk en organisatorisch opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project (dirigent, regisseur, zakelijke leiding etc.; in negenvoud).een uitnodiging van het podium of evenement (in enkelvoud);

  • - offertes die de begrote kosten staven (in enkelvoud);

  • - beschikking van OCenW en begroting 2004, in geval u vanwege OCenW een meerjarig subsidie ontvangt (in enkelvoud).

Het is van belang dat foto's, illustraties, videobanden, geluidsbanden, CD's voorzien zijn van de naam van de aanvrager en van de titel van het onderzoek of de productie. U kunt op het aanvraagformulier aangeven of u dit materiaal na afloop van de procedure terug wilt ontvangen.

3. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag in het kader van (gebundelde) presentaties van Nederlandse professionele podiumkunsten in het buitenland aan de hand van de volgende specifieke criteria:

Artistieke kwaliteit

De artistieke kwaliteit van de voorstellingen/concerten, van de makers en van de uitvoerenden. Kernbegrippen daarbij zijn vakmanschap, zeggingskracht, oorspronkelijkheid.

Kwaliteit of uitstraling van het podium of evenement

Aandachtspunten zijn het artistieke niveau van de programmering, de te verwachten media-aandacht en publieke belangstelling.

Productionele kwaliteit

De kwaliteit van de producent op het gebied van productie, organisatie, financieel beheer, marketing en publiekswerving.

Financiering

Wordt de begroting redelijk geacht en is er sprake van een redelijke bijdrage in de kosten door het podium of evenement en aanvrager zelf?

Alleen indien een aanvraag voldoet aan deze specifieke beoordelingscriteria, beoordeelt de commissie aan de hand van de volgende aanvullende criteria. Het Fonds geeft voorrang aan aanvragen die aan één of meer van de volgende aanvullende criteria voldoen.

Culturele diversiteit

Is er sprake van een aanvraag waarbij het team van initiatiefnemers cultureel divers is samengesteld en waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan de werving van cultureel divers samengesteld publiek?

Jeugd/jongeren

Is er sprake van een aanvraag die specifiek gericht is op een publiek van jeugd/jongeren?

Beginnende makers

Is er sprake van een project dat bijdraagt aan de artistieke ontwikkeling van beginnende makers?

Nederlands repertoire

Is er sprake van het presenteren van Nederlands repertoire?

Aanvullende activiteiten

Is er tevens sprake van workshops, masterclasses en dergelijke waardoor het artistieke rendement van de presentatie in het buitenland toeneemt?

Prioriteitslanden

In geval van presentaties wordt voorrang gegeven aan activiteiten in of met één van de prioriteitslanden. Gebundelde presentaties dienen plaats te vinden in een prioriteitsland.

III. Internationale samenwerkingsprojecten van professionele podiumkunstenaars

1. Aard van de aanvragen

Bij internationale samenwerkingsprojecten gaat het om in Nederland gevestigde professionele podiumkunstenaars, gezelschappen of ensembles, die met in het buitenland gevestigde kunstenaars, groepen en/of organisaties, werkzaam op het gebied van de professionele podiumkunsten, artistieke samenwerkingsverbanden aangaan. Aanvragen kunnen uitsluitend betrekking hebben op de door de Nederlandse partner(s) te maken kosten voor het ontwikkelen én uitvoeren van een project. Hierbij wordt in principe uitgegaan van een evenredige mate van financiering van het project door de buitenlandse partner(s). Het resultaat van de samenwerking wordt bij voorkeur in Nederland én in het buitenland uitgevoerd. Het Fonds streeft naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de verschillende podiumkunstdisciplines.

Bij deze artistieke samenwerkingsverbanden moet sprake zijn van:

  • - een gezamenlijk initiatief: het initiatief tot de samenwerking moet van beide (of alle) partners afkomstig zijn;

  • - een gelijkwaardige inbreng: er dient een zekere mate van gelijkwaardigheid te bestaan met betrekking tot de artistieke inbreng van de samenwerkende partners;

  • - een gelijkwaardig belang: de samenwerkingspartners moeten een enigszins gelijkwaardig artistiek belang hebben bij de samenwerking;

  • - een stimulans of voorbeeldwerking: van een project dient een stimulans of voorbeeldwerking voor toekomstige internationale samenwerkingsverbanden uit te gaan.

Projecten dienen bij voorkeur plaats te vinden met kunstenaars uit één van de prioriteitslanden. Dit zijn Canada, Egypte, Indonesië, Japan, Marokko, de Russische Federatie, Suriname, Turkije, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en de huidige en toekomstige lidstaten van de Europese Unie, met een bijzondere aandacht voor: België (Vlaanderen), Duitsland, Estland, Frankrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

2. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 2.1.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 2.2.)

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 2.3.).

2.1. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal 4 A4-tjes waarin u een inhoudelijke en organisatorische beschrijving geeft van uw activiteiten. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven. Het bevat de volgende informatie:

  • 1. De inhoud, vorm en artistiek concept van uw plan en van de voorgenomen werkmethode (regie, choreografie; muzikaal, mimografisch, muziektheatraal of multidisciplinair concept; vormgeving, dramaturgie; synopsis; manier van werken).

  • 2. De relatie tot eerder door u uitgevoerde internationale projecten (presentaties of samenwerkingsproject). Indien uw aanvraag in het verlengde ligt van een project dat eerder door het Fonds voor de Podiumkunsten of het Fonds voor Amateurkunst werd gesubsidieerd, verzoeken wij u het inhoudelijk verslag hiervan bij te voegen.

  • 3. De betekenis van uw aanvraag voor uw verdere artistieke ontwikkeling en/of voor de artistieke ontwikkeling van de professionele podiumkunsten.

  • 4. De motivatie waarom u naar internationale samenwerking streeft en waarom betreffende partner(s) in het buitenland daarvoor is (zijn) benaderd.

  • 5. Geef een beschrijving hoe de samenwerking wordt voorbereid.

  • 6. Geef aan welke financiële bijdrage u verwacht van de buitenlandse partner en waaruit deze bestaat.

  • 7. Welke financiële inspanning levert u zelf? Wat is de eigen bijdrage van uw organisatie?

  • 8. Als er binnen uw plan bijzondere aandacht is voor één van de beleidsprioriteiten (culturele diversiteit, jeugd/jongeren, beginnende makers) licht dit dan toe.

  • 9. Vermelding van de medewerkers en uitvoerenden en motivatie van uw keuze. (Curricula vitae bijvoegen).

  • 10. Geef aan wanneer de voorbereidingen starten en wat de duur van repetitieperiode is. Voor theater- en dansproducties bedraagt de maximaal subsidiabele repetitieperiode twee maanden. Een afwijkende repetitieperiode licht u toe. Voor muziekproducties motiveert u het noodzakelijk geachte aantal repetities.

  • 11. Geef aan in welke periode en waar de voorstellingen of concerten gespeeld worden. (Nota Bene: Het Fonds subsidieert voor theater-, dans- en muziekproducties maximaal een speelperiode van één maand. Voor producties gericht op jeugd/jongeren geldt een maximum van twee maanden. Tegen overlegging van opties of contracten die meer speelbeurten garanderen, kan een langere periode gesubsidieerd worden.)

  • 12. Beschrijf hoe u uw plan gaat realiseren: produceert u zelf of brengt u het onder bij een producent? In dit laatste geval dient u een intentieverklaring van de producent bij te voegen.

  • 13. Geef aan wie de organisatie vormen en wat de functies zijn. Motiveer uw keuze. (curricula vitae meezenden).

  • 14. Beschrijf door wie en hoe speelplaatsen voor uw productie worden benaderd, welke reeds zijn benaderd en welke nog volgen (voorzover beschikbaar opties en/of contracten meezenden).

  • 15. Geef aan hoe het publiek geworven wordt en of er sprake is van specifieke publieksgroepen. Geef een toelichting als het één van de beleidsprioriteiten (culturele diversiteit, jeugd/jongeren) betreft.

  • 16. Hoe evalueert u uw project?

  • 17. Zijn er aspecten die in het voorafgaande niet aan bod zijn gekomen en die u van belang vindt voor een zorgvuldige beoordeling van uw aanvraag, beschrijft u die dan beknopt.

2.2. Begroting

Op het begrotingsmodel staat het onderdeel van de regeling vermeld waarop het van toepassing is. U maakt gebruik van betreffend model.

  • 1. Subsidiabel zijn die kosten die vallen binnen de periode waarin de voorgenomen activiteiten worden uitgevoerd en/of - voorzover het meerjarig door rijk, provincie of gemeente gesubsidieerde instellingen betreft - die kosten die niet behoren tot de reguliere exploitatie en taakuitoefening van de aanvrager. Tot de reguliere kosten van exploitatie en taakuitoefening worden geacht te behoren: vaste personeelslasten, voorziening voor de instandhouding en uitbreiding van gebouwen, bouwkundige voorzieningen en vaste technische installaties en automatiseringsapparatuur, waaronder de aanschaf van hardware.

  • 2. Baten en lasten dient u zo volledig mogelijk te begroten. Als u over een BTW-nummer beschikt, dan begroot u baten en lasten exclusief omzetbelasting.

  • 3. Het Fonds verzoekt u de begrotingsposten zoveel mogelijk te specificeren en indien u dit nodig acht een toelichting bij uw begroting te voegen.

  • 4. Ter bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie gelden de volgende richtlijnen:

In het algemeen gaat het Fonds er bij honorering van een aanvraag van uit dat zowel de aanvrager als de samenwerkingspartner zich inspant voor een zo hoog mogelijke eigen bijdrage. Indien aan aanvrager in het kader van de Cultuurnota 2001-2004 door het ministerie van OCenW subsidie is verleend, wordt in de berekening van de hoogte van het subsidie rekening gehouden met de hoogte van het meerjarige subsidie.

Overige subsidies en overige inkomsten

In beginsel wordt er van uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Te denken valt aan particuliere fondsen (onder andere VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsoren. Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten en/of sponsors u heeft benaderd. Vermeld ook of u subsidie heeft gevraagd bij gemeente of provincie.

Voorzover u voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan (zoals Mondriaan Stichting, Nederlands Fonds voor de Film) neemt u deze op in de begroting onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag.

Subsidie die gedurende de subsidieperiode van andere bestuursorganen is of wordt verkregen voor dezelfde activiteiten als waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie is verleend, wordt in mindering gebracht op het verleende subsidie.

Bijdragen van coproducenten

De inbreng van coproducenten neemt u gekapitaliseerd op. Hierbij geldt dat:

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent ter beschikking gestelde goederen niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de historische kostprijs berekend wordt, rekening houdend met de geldende afschrijvingspercentages;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent geleverde diensten indien het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen in eigen beheer worden verricht niet hoger is dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die u zou hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent aan u geleverde diensten anders dan hiervoor bedoeld niet hoger is dan het bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere organisaties gebruikelijk kan worden geacht.

2.3. Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - curricula vitae van de personen die in artistiek-inhoudelijk en organisatorisch opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project (dirigent, regisseur, zakelijke leiding etc.; in negenvoud).

  • - een kopie van de samenwerkingsovereenkomst (in enkelvoud).

  • - beschikking van OCenW en begroting 2004, in geval u vanwege OCenW een meerjarig subsidie ontvangt (in enkelvoud).

Het is van belang dat foto's, illustraties, videobanden, geluidsbanden, CD's voorzien zijn van de naam van de aanvrager en van de titel van het onderzoek of de productie. U kunt op het aanvraagformulier aangeven of u dit materiaal na afloop van de procedure terug wilt ontvangen.

3. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag in het kader van het onderdeel internationale samenwerkingsprojecten aan de hand van de volgende specifieke criteria:

Artistieke kwaliteit

De artistieke kwaliteit van het plan én de Nederlandse en buitenlandse makers en uitvoerenden. Kernbegrippen daarbij zijn vakmanschap, zeggingskracht, oorspronkelijkheid.

Diversiteit

In hoeverre is er sprake van een belangwekkende bijdrage aan de veelzijdigheid van de podiumkunsten?

Productionele kwaliteit

De kwaliteit van de producent op het gebied van productie, organisatie, financieel beheer, marketing en publiekswerving.

Financiering

Wordt de begroting redelijk geacht en is er sprake van een redelijke bijdrage in de kosten door de samenwerkingspartner en aanvrager zelf?

Alleen indien een aanvraag voldoet aan deze specifieke beoordelingscriteria, beoordeelt de commissie aan de hand van de volgende aanvullende criteria. Het Fonds geeft voorrang aan aanvragen die aan één of meer van de volgende aanvullende criteria voldoen.

Culturele diversiteit

Is er sprake van een aanvraag waarbij het team van initiatiefnemers cultureel divers is samengesteld en specifiek aandacht wordt besteed aan de werving van cultureel divers samengesteld publiek?

Jeugd/jongeren

Is er sprake van een aanvraag die specifiek gericht is op een publiek van jeugd/jongeren?

Beginnende makers

Is er sprake van een project dat bijdraagt aan de artistieke ontwikkeling van beginnende makers?

Prioriteitslanden

Is er sprake van internationale samenwerking met kunstenaars in een prioriteitsland?

IV. Nederland vrijhaven

1. Aard van de aanvragen

Aanvragen voor dit onderdeel van de regeling Internationalisering kunnen worden ingediend door in Nederland gevestigde podiumkunstinstellingen die in Nederland een activiteit organiseren met in het buitenland gevestigde podiumkunstenaars of instellingen, zoals bijvoorbeeld workshops, masterclasses, trainingen en lezingen.

Het betreft hier uitsluitend professionele podiumkunsten. De doelstelling van deze activiteit is de bevordering van de kwaliteit van de Nederlandse podiumkunsten. Van de buitenlandse partner zal dus die kwalitatieve impuls moeten kunnen uitgaan. De partner geniet dan ook internationale erkenning op zijn/ haar vakgebied. Van de aanvragende instelling wordt verwacht dat die ontvankelijk is voor die kwalitatieve impuls en dat zij zorg draagt voor een zo groot mogelijke impact van de activiteit op de betrokken discipline (s).

Het gaat hierbij om kunstenaars of groepen uit prioriteitslanden. Dit zijn Canada, Egypte, Indonesië, Japan, Marokko, de Russische Federatie, Suriname, Turkije, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en de huidige en toekomstige lidstaten van de Europese Unie, met een bijzondere aandacht voor: België (Vlaanderen), Duitsland, Estland, Frankrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.

Let wel: Het gaat nadrukkelijk niet om regulier cursusaanbod, met een open inschrijving, voor individuele podiumkunstenaars. Ook gaat het niet om de presentatie van buitenlandse voorstellingen of concerten.

2. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 2.1.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 2.2.);

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 2.3.).

2.1. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal 4 A4-tjes waarin u een inhoudelijke en organisatorische beschrijving geeft van uw activiteiten. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven. Het bevat de volgende informatie:

  • 1. De inhoud en vorm van de voorgenomen activiteit.

  • 2. De betekenis van de activiteit voor de artistieke ontwikkeling van uw instelling en voor de desbetreffende discipline.

  • 3. De motivatie van de keuze voor de buitenlandse partner.

  • 4. Een beschrijving van de voorbereiding van de activiteit.

  • 5. Welke financiële bijdrage u verwacht van de buitenlandse partner.

  • 6. Welke financiële inspanning u zelf levert en mogelijke Nederlandse betrokken instellingen.

  • 7. Vermelding van de belangrijkste medewerkers/deelnemers aan de activiteit. (curricula vitae bijvoegen)

  • 8. Is er binnen de activiteit bijzondere aandacht voor een van de beleidsprioriteiten (culturele diversiteit, jeugd/jongeren, beginnende makers), licht dit dan toe.

  • 9. Geef aan wie de organisatie vormen en welke hun functies zijn. (curricula vitae bijvoegen)

  • 10. Geef aan hoe u uw activiteit evalueert.

  • 11. Beschrijf de aspecten die in het voorgaande niet aan bod zijn gekomen en die u van belang vindt voor een zorgvuldige beoordeling van uw aanvraag

2.2. Begroting

Op het begrotingsmodel staat het onderdeel van de regeling vermeld waarop het van toepassing is. U maakt gebruik van betreffend model.

  • 1. Subsidiabel zijn die kosten die vallen binnen de periode waarin de voorgenomen activiteiten worden uitgevoerd en/of - voorzover het meerjarig door rijk, provincie of gemeente gesubsidieerde instellingen betreft - die kosten die niet behoren tot de reguliere exploitatie en taakuitoefening van de aanvrager. Tot de reguliere kosten van exploitatie en taakuitoefening worden geacht te behoren: vaste personeelslasten, voorziening voor de instandhouding en uitbreiding van gebouwen, bouwkundige voorzieningen en vaste technische installaties en automatiseringsapparatuur, waaronder de aanschaf van hardware.

  • 2. Baten en lasten dient u zo volledig mogelijk te begroten. Als u over een BTW-nummer beschikt, dan begroot u baten en lasten exclusief omzetbelasting.

  • 3. Het Fonds verzoekt u de begrotingsposten zoveel mogelijk te specificeren en indien u dit nodig acht een toelichting bij uw begroting te voegen.

  • 4. Ter bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie gelden de volgende richtlijnen:

In het algemeen gaat het Fonds er bij honorering van een aanvraag van uit dat zowel de aanvrager als de uitnodigende instantie of samenwerkingspartner zich inspant voor een zo hoog mogelijke eigen bijdrage. Indien aan aanvrager in het kader van de Cultuurnota 2001-2004 door het ministerie van OCenW subsidie is verleend, wordt in de berekening van de hoogte van het subsidie rekening gehouden met de hoogte van het meerjarige subsidie.

In het geval de buitenlandse partner een individuele podiumkunstenaar betreft, hanteert het fonds als richtlijn voor de te verlenen bijdrage de kosten voor reis en verblijf. In het geval het gaat om een buitenlandse groep hanteert het fonds als richtlijn voor de te verlenen bijdrage de kosten voor verblijf.

Bij niet meerjarig door OCenW gesubsidieerden kan eventueel ook een bijdrage in de organisatiekosten gegeven worden.

Overige subsidies en overige inkomsten

In beginsel wordt er van uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Te denken valt aan particuliere fondsen (onder andere VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsoren. Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten en/of sponsors u heeft benaderd. Vermeld ook of u subsidie heeft gevraagd bij gemeente of provincie.

Voorzover u voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan (zoals Mondriaan Stichting, Nederlands Fonds voor de Film) neemt u deze op in de begroting onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag.

Subsidie die gedurende de subsidieperiode van andere bestuursorganen is of wordt verkregen voor dezelfde activiteiten als waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie

is verleend, wordt in mindering gebracht op het verleende subsidie.

Bijdragen van coproducenten

De inbreng van coproducenten neemt u gekapitaliseerd op. Hierbij geldt dat:

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent ter beschikking gestelde goederen niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de historische kostprijs berekend wordt, rekening houdend met de geldende afschrijvingspercentages;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent geleverde diensten indien het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen in eigen beheer worden verricht niet hoger is dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die u zou hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent aan u geleverde diensten anders dan hiervoor bedoeld niet hoger is dan het bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere organisaties gebruikelijk kan worden geacht.

2.3. Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - curricula vitae van de personen die in artistiek-inhoudelijk en organisatorisch opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit, zowel van de buitenlandse partner als van Nederlandse zijde (in negenvoud).

  • - een overeenkomst met de buitenlandse partner (in enkelvoud).

  • - beschikking van OCenW en begroting 2004, in geval u vanwege OCenW een meerjarig subsidie ontvangt (in enkelvoud).

3. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag in het kader van het onderdeel Nederland Vrijhaven aan de hand van de volgende specifieke criteria:

Artistieke kwaliteit

De artistieke kwaliteit van de voorgenomen activiteit, van de buitenlandse podiumkunstenaar(s) of groep en van de uitnodigende Nederlandse instelling. Kernbegrippen daarbij zijn vakmanschap, zeggingskracht, oorspronkelijkheid.

Diversiteit

In hoeverre is er sprake van een belangwekkende bijdrage aan de veelzijdigheid van de podiumkunsten?

Productionele kwaliteit

De kwaliteit van de producent op het gebied van productie, organisatie, financieel beheer, marketing en publiekswerving.

Financiering

Wordt de begroting redelijk geacht en is er sprake van een redelijke bijdrage in de kosten door de samenwerkingspartner en aanvrager zelf?

Alleen indien een aanvraag voldoet aan deze specifieke beoordelingscriteria, beoordeelt de commissie aan de hand van de volgende aanvullende criteria. Het Fonds geeft voorrang aan aanvragen die aan één of meer van de volgende aanvullende criteria voldoen.

Culturele diversiteit

Is er sprake van een aanvraag waarbij het team van initiatiefnemers cultureel divers is samengesteld en specifiek aandacht wordt besteed aan de werving van cultureel divers samengesteld publiek?

Jeugd/jongeren

Is er sprake van een aanvraag die specifiek gericht is op een publiek van jeugd/jongeren?

Beginnende makers

Is er sprake van een activiteit die bijdraagt aan de artistieke ontwikkeling van beginnende makers?

Prioriteitslanden

Is er sprake van kunstenaars of groepen uit een prioriteitsland?

V. Internationale festivals in Nederland

1. Aard van de aanvragen

Voor subsidie kunnen in Nederland gevestigde organisaties van internationale festivals in aanmerking komen die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • - Het internationale festival vindt telkenmale plaats in Nederland en het festivalprogramma wordt in 2004 uitgevoerd;

  • - Aan het internationale festival is door het ministerie van OCenW een meerjarig subsidie voor de periode 2001-2004 verleend;

  • - Het betreffende festival wordt zowel in Nederland als in het buitenland erkend als zijnde van internationale betekenis;

  • - Er is artistiek inhoudelijke samenhang/wisselwerking in de programmering van internationale en nationale professionele podiumkunstuitingen;

  • - De betreffende programmering heeft een voorbeeldwerking voor de toekomstige programmering van internationale festivals;

  • - Minimaal 25 procent van de producties wordt uitgevoerd door in het buitenland gevestigde professionele podiumkunstenaars, gezelschappen, producenten of culturele instellingen;

  • - Het betreffende festival wordt door een internationaal en Nederlands publiek bezocht, waaronder professionele podiumkunstenaars en recensenten.

Let wel: Het aanvragen van een subsidie Internationalisering 2004 - internationale festivals in Nederland, sluit het aanvragen van subsidie voor dezelfde onderdelen van de internationale programmering binnen de andere subsidiemogelijkheden van deze regeling uit.

2. Aanvragen

Voor het indienen van een aanvraag maakt u gebruik van het aanvraagformulier Internationalisering 2004 met bijbehorend begrotingsmodel.

De aanvraag, gesteld in de Nederlandse taal, bestaat uit:

  • - een volledig ingevuld aanvraagformulier (in negenvoud);

  • - een gemotiveerd plan (in negenvoud, zie 2.1.);

  • - een begroting met toelichting (in negenvoud, zie 2.2.)

  • - en voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen (zie 2.3.).

2.1. Gemotiveerd plan

Het gemotiveerde plan beslaat bij voorkeur maximaal 4 A4-tjes waarin u een inhoudelijke en organisatorische beschrijving geeft van uw activiteiten. Het verdient aanbeveling om het artistiek inhoudelijke deel door de artistiek verantwoordelijken te laten opstellen. In het algemeen is het van belang uw plan zo concreet mogelijk te beschrijven. Het bevat de volgende informatie:

  • 1. Beschrijf de artistiek inhoudelijke uitgangspunten van uw festival in de periode 2001-2004 en meer specifiek van de programmering van uw festival in 2004.

  • 2. Beschrijf de meerwaarde van de buitenlandse producties in uw programmering voor de internationale profilering van uw festival mede gezien de ontwikkeling van uw festival in de komende jaren.

  • 3. Beschrijf de wijze waarop en door wie de buitenlandse producties zijn geselecteerd.

  • 4. Beschrijf de wijze waarop de pr- en marketing-activiteiten voor de buitenlandse producties uitgevoerd zullen worden.

2.2. Begroting

Op het begrotingsmodel staat het onderdeel van de regeling vermeld waarop het van toepassing is. U maakt gebruik van betreffend model.

  • 1. Aanvragen kunnen uitsluitend betrekking hebben op de kosten voor producties, uitgevoerd door in het buitenland gevestigde professionele podiumkunstenaars, gezelschappen of ensembles, die worden opgenomen in het programma van in Nederland gevestigde internationale festivals en op kosten voor pr en marketing, voorzover deze betrekking hebben op de te subsidiëren producties. Subsidiabel zijn slechts die kosten die niet behoren tot de reguliere programmering en/of reguliere exploitatie en taakuitoefening van het internationale festival. Tot de reguliere kosten van exploitatie en taakuitoefening worden geacht te behoren: vaste personeelslasten, voorziening voor de instandhouding en uitbreiding van gebouwen, bouwkundige voorzieningen en vaste technische installaties en automatiseringsapparatuur, waaronder de aanschaf van hardware.

  • 2. Baten en lasten dient u zo volledig mogelijk te begroten. Als u over een BTW-nummer beschikt, dan begroot u baten en lasten exclusief omzetbelasting.

  • 3. Het Fonds verzoekt u de begrotingsposten zoveel mogelijk te specificeren en indien u dit nodig acht een toelichting bij uw begroting te voegen.

  • 4. Ter bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie gelden de volgende richtlijnen:

In het algemeen zal er bij de bepaling van de hoogte van het te verlenen subsidie van worden uitgegaan dat er naast Nederlandse subsidiënten ook buitenlandse subsidiënten een financiële bijdrage zullen leveren.

De hoogte van het te verlenen subsidie zal in redelijke verhouding staan tot het totale beschikbare budget van het onderdeel Internationale festivals in Nederland en tot de hoogte van het meerjarig subsidie van het festival.

Overige subsidies en overige inkomsten

In beginsel wordt er van uitgegaan dat er naast het Fonds ook andere Nederlandse subsidiënten zijn. Te denken valt aan particuliere fondsen (onder andere VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Stichting Doen) en sponsoren. Vermeld in de begroting welke andere subsidiënten en/of sponsors u heeft benaderd. Vermeld ook of u subsidie heeft gevraagd bij gemeente of provincie.

Voorzover u voor dezelfde activiteiten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een ander bestuursorgaan (zoals Mondriaan Stichting, Nederlands Fonds voor de Film) neemt u deze op in de begroting onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag.

Subsidie die gedurende de subsidieperiode van andere bestuursorganen is of wordt verkregen voor dezelfde activiteiten als waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie is verleend, wordt in mindering gebracht op het verleende subsidie.

Bijdragen van coproducenten

De inbreng van coproducenten neemt u gekapitaliseerd op. Hierbij geldt dat:

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent ter beschikking gestelde goederen niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de historische kostprijs berekend wordt, rekening houdend met de geldende afschrijvingspercentages;

  • - de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent geleverde diensten indien het diensten betreft die in het algemeen door soortgelijke instellingen in eigen beheer worden verricht niet hoger is dan het bedrag dat gelijk is aan de kosten die u zou

hebben gehad bij het verrichten van de diensten in eigen beheer;

- de vergoeding die u betaalt aan een coproducent voor door de coproducent aan u geleverde diensten anders dan hiervoor bedoeld niet hoger is dan het bedrag dat voor het doen verrichten van dergelijke diensten door andere organisaties gebruikelijk kan worden geacht.

2.3. Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen

Voor de beoordeling noodzakelijke bijlagen zijn:

  • - curricula vitae van de personen die in artistiek-inhoudelijk en organisatorisch opzicht verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit, zowel van de buitenlandse partner als van Nederlandse zijde (in negenvoud).

  • - beschikking van OCenW en begroting 2004 (in enkelvoud).

3. Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt een in behandeling genomen aanvraag in het kader van het onderdeel Internationale festivals in Nederland aan de hand van de volgende, specifieke criteria:

Artistieke kwaliteit

De artistieke kwaliteit van het betreffende internationale festival in Nederland in algemene zin en meer specifiek van de buitenlandse producties die worden geprogrammeerd.

Diversiteit

De programmering van de buitenlandse producties levert een bijdrage aan de internationale profilering van het betreffende festival en geeft dat een bijzonder profiel ten opzichte van vergelijkbare festivals in het buitenland.

Productionele kwaliteit

De kwaliteit van het betreffende festival op het gebied van organisatie, financieel beheer, marketing en publiekswerving.

Rendement

Voorwaarde is dat de Rijksoverheid en een provinciale of lokale overheid in evenredige mate voor de financiering van de totale programmering van het betreffende festival zorg dragen.

Tevens dient het te verwachten publieksbereik zodanig te zijn dat er sprake is van een redelijk rendement ten opzichte van het gevraagde subsidie.

De werving van cultureel divers samengesteld publiek en een jeugd/jongeren publiek verdient hierbij speciale aandacht.

Prioriteitslanden

Is er sprake van het presenteren van voorstellingen uit een of meer van de prioriteitslanden?

Naar boven